Kunstgrasdiscussie: Heimwee naar de jaren ‘90

'Bring me your plan and I make a decision. This is not a democracy'. De boodschap van toenmalig CMO Sergio Zyman was glashelder. Wij, jonge honden bij Coca-Cola in Atlanta, hadden maanden gewerkt aan plannen, overlegden veel, stemden zaken tot in detail af, maar toch misten de gepresenteerde plannen synergie, richting en visie. Waarom? Het was het ultieme polderplan waar eenieder iets voor elkaar probeerde te krijgen uit het eigen plan. Zo kwam er een allegaartje uit dat nergens toe leidde.

Het was een eyeopener. Niks consensus. Gewoon doen wat jij denkt dat het beste is voor het bedrijf. Overleggen mag, maar volg vooral je eigen plan en route. En dan wellicht nog het beste advies van Sergio: 'If better and more accurate information becomes available that will strengthen your plan, or need to change your plan, do it. Don’t be affraid to adjust if you have better information.'

Die wijze les is altijd blijven en hangen en mijn leidraad geworden bij de ontwikkeling van nieuwe initiatieven.

FUTURE

Toen begin jaren ‘90 de Nederlandse Eredivisie op dood spoor dreigde te belanden, werd onder het leiderschap van Michael van Praag de werkgroep FUTURE in het leven geroepen. Ajax, Feyenoord, PSV, Vitesse, Roda JC, SC Heerenveen en N.E.C. gingen bij elkaar zitten om te kijken welke oplossingen nodig waren. In recordtijd werd een plan uit de grond gestampt.

"Als Nederland mee wil blijven tellen moet het een topsportvisie uitdragen en implementeren. Daar past geen kunstgras bij"

De nood was hoog, dat hielp in het proces, maar wat ook hielp: geen werkgroepen, geen consultatie rondjes met deskundigen, trainer, spelers, wetenschappers, journalisten etc., nee het plan kwam uit de boezem van de clubs en met succes. Er kwam een nieuw commercieel model, de verkoop van de mediarechten werd anders ingevuld, de verdeelsleutel werd aangepast en ook de speeltijden in de Eredivisie werden verruimd. En wellicht het belangrijkste: er was een groot onderling vertrouwen.

Het Nederlandse voetbal staat aan de vooravond van wederom grote veranderingen. Veranderingen die noodzakelijk zijn om de positie van een top voetballand te heroveren. En daarin horen geen compromissen, geen poldermodel besluiten.

Natuurgras

En daar zit hem nu net de valkuil. Dit jaar sneuvelde het hervormingsplan betaald voetbal door wantrouwen van met name de Eredivisieclubs, die massaal tegen de gewenste hervormingen stemden. Niet eens zozeer omdat het plan per saldo slecht was, maar mede omdat er geen vertrouwen was en het gevoel er was dat grote boer KNVB iets per se wilde doordrukken.

Het proces duurde te lang, er waren te veel buitenstaanders bij betrokken en met name de topclubs in de Eredivisie misten cruciale elementen zoals bijvoorbeeld het verplicht stellen van het spelen op natuurgras.

Zo dreigt het nu ook te gaan in de discussie over het al dan niet afschaffen van kunstgras in de Eredivisie. Er wordt weer een werkgroep geformeerd waarin iedereen mag meepraten, van Eredivisie, tot Jupiler League, tot spelersvakbond. Terwijl het primair een Eredivisie aangelegenheid is.

Blokkade opgeworpen

Daarom de aanhef van dit stuk: heimwee naar de jaren ’90 en FUTURE. Als Nederland mee wil blijven tellen moet het een topsportvisie uitdragen en implementeren. Daar past geen kunstgras bij. Nederland wil graag innovatief en vooruitstrevend zijn, maar slaat de plank volledig mis waar het gaat om het spelen op kunstgras op het hoogste niveau. We zijn doorgeslagen in plaats van pas op de plaats te maken.

Waar kunstgras voor de breedtesport prima is, heeft het verder niets met topsport te maken. Want alle grote voetballanden in Europa waar we ons graag aan spiegelen spelen op natuurgras.  En dat moet dan ook de norm zijn in Nederland.

Op sentimentele reden wordt door kleinere clubs een blokkade opgeworpen, clubs die nog nooit een prijs gewonnen hebben, gijzelen de clubs die vooruit willen. Het gaat in de discussie niet over: we willen de beste omstandigheden om topsport te bedrijven en mee te kunnen blijven doen op Europees niveau, nee in Nederland gaat de discussie over: het is zo fijn voor de kinderen van de leden van de businessclub dat ze na afloop op het kunstgrasveld kunnen spelen, dan blijven de leden ook wat langer hangen. En: het kost veel geld en het is veel makkelijker om op het eigen stadion te trainen.

Polderen in optima forma

Clubs kiezen voor de gemakkelijkste weg: het mag van de UEFA dus daarom doen we het. Het mag volgens de regels. Daarom is Nederland geen topsportland. Men kiest voor de middelmaat, is blij dat men mee mag spelen op het hoogste niveau in Nederland en ach, dat Europa is toch ver weg voor ons, waar maken we ons druk om.

"Als het bij de top droog is, is het onderin kurkdroog. Meepraten is leuk, beslissen is beter"

Nederland zakt mede door die houding steeds verder weg in het Europese voetbal moeras. Er is geen visie, geen beleid en er wordt niet krachtig bestuurd. Het is polderen in optima forma, zonder de kern van de zaak aan te pakken. Spelers en trainer die in het buitenland in de top hebben gewerkt zullen beamen dat het in Nederland behelpen is. Waar in het buitenland de lat altijd hoog wordt gelegd, daar viert in Nederland, op topsportniveau, de zesjes cultuur de boventoon. Kijk alleen maar maar naar de trainingsintensiteit en begeleiding.

En feit is dat er maar weinig bestuurders internationaal gepokt en gemazeld zijn! Topsport is keihard en geen democratie. Ik heb het zelf mogen ervaren in mijn jobs bij bij Coca-Cola in Amerika, commercieel directeur en Board Member bij Sunderland in de Premier League en als Sales Director bij het toonaangevende entertainment bedrijf CAA in Londen. Internationale ervaring die overigens node wordt gemist in de Eredivisie.

Gegijzeld

Dan nog iets: de Eredivisie wordt mede gegijzeld door de stemverhoudingen, iedere stem telt even zwaar en pas bij minimaal vijf zesde meerderheid kunnen dingen veranderen. De kleine clubs gijzelen hiermee de ambities van de top van het Nederlandse voetbal.

Daarom, heimwee naar FUTURE. Zet zeven clubs in de Eredivisie bij elkaar, laat Michael van Praag net als in de jaren ‘90 voorzitter zijn van de werkgroep en laat de clubs het plan maken en je zult zien: het plan komt er binnen afzienbare tijd, het gaat moeiteloos worden aangenomen omdat het plan uit de boezem van het professionele clubvoetbal komt. De mening van de Jupiler League, spelers en trainers is hierbij van ondergeschikt belang.

Die volgen en worden er uiteindelijk ook beter van. Want als het regent in de top, druppelt het onderin. Als het bij de top droog is, is het onderin kurkdroog. Meepraten is leuk, beslissen is beter.