Er is al veel over gezegd en geschreven: de prestaties van de Nederlandse zwemploeg in Rio waren ronduit teleurstellend. Voor het eerst sinds de Olympische Spelen van 1992 werd er geen medaille gewonnen in het 50-meterbad en was slechts een enkeling in staat om zijn of haar beste race ooit te benaderen. Nu de Olympische kruitdampen optrekken wordt duidelijk dat het nu echt tijd is voor de KNZB om zichzelf opnieuw uit te vinden.
De zwembond probeert sinds de aanstelling van Joop Alberda (eind 2013) de grip op het topzwemmen te verstevigen, maar is voorlopig niet in die missie geslaagd. Begin 2014 wordt een duidelijke visie ontwikkeld met als speerpunten een sterke nationale competitie, veel binding met de fans, technologische ontwikkeling én strakke regie van de KNZB. Als (mede)organisator van de Amsterdam Swim Cup ben ik in die tijd vanaf de zijlijn betrokken en moet constateren dat er na 2,5 jaar nog steeds een aantal grote strategische uitdagingen liggen:
1. De financiële druk bij de KNZB neemt toe. De bond heeft door goede prestaties altijd een mooie bijdrage van de Lotto mogen ontvangen (€1.6 miljoen in 2015), maar is er ook van afhankelijk geworden voor haar topsportprogramma’s. Die bijdrage kan na Rio onder druk komen te staan. Daarnaast kampt de bond met de nasleep van financieel mismanagement (de World Cup in Eindhoven van 2013 leverde een verliespost op van liefst vijf ton bij de evenemententak van de KNZB. Andere grote evenementen in 2014 en 2015 bleken daardoor onhaalbaar). Partners zoals de Gemeente Eindhoven en Amsterdam én de provincie Brabant lijken mede daardoor terughoudender te worden als het gaat om investeringen in de zwemsport.
2. De KNZB heeft een flinterdunne commerciële propositie en daardoor veel moeite om sponsoren aan zich te binden. De sport is slechts enkele momenten in het jaar relevant en zwemtoppers zijn nauwelijks zichtbaar gedurende het seizoen. Op dit moment is de Eindhoven Swim Cup het enige grote, internationale zwemevenement in 2016-2017 op Nederlandse bodem. Er is geen hoogwaardige nationale competitie waarin toppers actief zijn. De zwemsport kon leunen op de PR-waarde van individuen als Ranomi Kromowidjojo en Femke Heemskerk, maar het is de vraag of zij nog doorgaan met zwemmen.
3. De internationale invloed van de KNZB binnen de FINA en de LEN is na de mislukte verkiezingscampagne van Erik van Heijningen* ernstig afgenomen. Er zitten nauwelijks nog Nederlanders op relevante posities. Het ambitieniveau moet daarom worden bijgesteld. Al jaren wordt bijvoorbeeld gesproken over een WK of EK in Nederland, evenementen die vaak een effectief middel blijken om snel de populariteit van een sport te laten groeien. De kans daarop is echter sterk afgenomen.
Het heeft niet geholpen dat veel van de KNZB-bestuurders met elkaar overhoop hebben gelegen in de afgelopen jaren. De EK’s en WK’s werden steevast ontsierd door publiekelijk geruzie en moddergooien, met als treurig dieptepunt het opstappen van technisch directeur Joop Alberda vlak voor de Spelen. Al met al dus een explosieve van mix van gevoeligheden en uitdagingen die de strategische ontwikkeling van de zwemsport hebben geremd.
'Blessing in disguise'
Toch is de huidige malaise misschien wel het beste dat de KNZB kan overkomen. De bond komt de komende tijd terecht in het dieptepunt van de 'sportbonden-conjunctuur'. Een cyclus waarbij sportieve hoogtepunten zorgen voor steeds hogere verwachtingen, bestuurlijk opportunisme en een focus op korte termijn maar uiteindelijk eindigen in een genadeloze afrekening op het moment dat prestaties uitblijven. De slechte sportieve resultaten in Rio zijn weliswaar een volgend hoofdstuk na jaren van onrust, het is tevens de laatste grote schok die nodig is om definitief de weg naar herstel in te zetten. Niemand zal vanaf nu nog ontkennen dat er 'dingen anders moeten'.
Er is hoop, zeker als de KNZB zijn oor te luister legt bij collega-sportbonden. De Nevobo verkeerde rond 2011, na jaren van succes, in een diepe crisis. De competities stelden weinig meer voor, nationale teams presteerden niet en er was sprake van financiële en bestuurlijke wanorde. In Rio stonden er echter vijf teams op de Spelen én de Nevobo heeft een succesvol WK beachvolleybal en EK zaalvolleybal in eigen land achter de rug.
Het Nederlands Handbal Verbond (NHV) was praktisch failliet nadat het een EK door financiële problemen moest teruggeven. Na jaren van ellende wordt een nieuw tijdperk gemarkeerd door de handbaldames, die 2e op een WK én 4e op de Spelen worden. En ook de KNVB en KNSB zitten in een traject van vernieuwing en innovatie nadat er openlijk een discussie op gang kwam over de topsportstructuur en de prioriteiten van de bond daarin.
Geduld
Het is voer voor onderzoekers wat precies de variabelen zijn in het proces naar herstel, maar een breuk met het verleden lijkt een goede eerste stap. Met alle respect voor behaalde resultaten, de leiding van de KNZB lijkt haar draagvlak kwijt te zijn. De KNZB moet naar een sterke maar efficiënte organisatie, waarbij een nieuwe groep mensen voor langere tijd de vrije hand krijgt**. Accepteer dat een lange adem nodig is en dat de eerste jaren wellicht met vallen en opstaan zullen verlopen. Benoem ondernemerschap, innovatie en passie voor de sport als belangrijkste pijlers en creëer een omgeving waarin nieuw talent vanzelf komt bovendrijven, zowel op sporttechnisch- als organisatorisch vlak.
Wrijving veroorzaakt glans. De KNZB gaat weliswaar een onrustige periode tegemoet, zwemfans hoeven niet lang te vrezen. Het ergste leed is geleden en de weg omhoog is ingezet. U heeft alleen wel wat geduld nodig.
Koen Bart werkt sinds 2012 bij Infront Sports & Media als Manager Marketing & Operations. Infront Netherlands organiseerde van 2013 t/m 2015 de Amsterdam Swim Cup. Koen was tevens betrokken bij 3 eerdere edities van de Amsterdam Swim Cup.
*Zie ook: ‘Het kan en moet anders’ (Sport & Strategie, maart 2016)
**Zie ook: ‘Dingen slimmer organiseren, dat fascineert me’ (Sport & Strategie, juli 2016)
Foto header: Twitter@NOSsport. Overige foto's: Amsterdam Swim Cup