Beleving van sportevenementen 1.2

In navolging van de blog van Anton Woldhek over de beleving van sportevenementen, schrijf ik een vervolg waarin een verdieping wordt gemaakt op deze materie. Waar Anton een introductie gaf met termen als Imagineering en Beleving, zal ik zijn ingeslagen weg vervolgen om zo een nieuwe invalshoek aan u te presenteren. Deze blog zal voornamelijk in teken staan van het model van Goossens en de theorie van Pine & Gilmore. Beide tools worden toegepast op het begrip sportevenement.

Lees ook deel 1: beleving van sportevenementen (door Anton Woldhek)

Flucturerende beleving
Goossens stelt dat consumenten voortdurend veranderen qua gevoelens, deze fluctueren van positief naar negatief en weer naar positief. Om dit te illustreren schetst Goossens aan de hand van een voorbeeld een mogelijke situatie. Wanneer je dit vertaalt naar een sportevenement, betekent dit dat voor een bezoeker zijn beleving al thuis kan beginnen. Ter illustratie:

De supporter leest via zijn Facebookpagina al verschillende updates omtrent het te bezoeken evenement en ziet er naar uit om met zijn vrienden dit te gaan bezoeken(positief), onderweg naar het stadion komt hij, door een logistieke fout, vast te zitten in een file wanneer hij de toegangsweg op rijdt (negatief). Wanneer ze het stadion in de verte zien, weten ze dat ze er bijna zijn en loopt de spanning op (positief). Het parkeren lijkt echter een probleem omdat het druk is en er bijna geen plekje meer te vinden is (negatief). Met het binnenlopen van het stadion en het vinden van de stoeltjes, kijkt de supporter eens rustig om zich heen en absorbeert de sfeer in het stadion (positief). De wedstrijd is spannend, maar de lange wachtrijen voor de toiletten zorgen voor een ongemakkelijke sfeer aangezien vele bezoekers bang zijn om iets te missen (negatief). Totdat uit het niets een ultiem moment (goal, unieke oefening, technisch hoogstandje, etc.) het gehele stadion gezamenlijk opleeft.(positief).

Zoals te merken is uit dit geschetste verhaal, creëert datgene wat er gebeurt een bepaald gevoel bij de bezoeker. Een organisator van een sportevenement streeft er naar om de positieve gevoelens de boven hand te laten krijgen en om deze gevoelens zo lang mogelijk vast te houden. Wanneer de organisator een goed zicht heeft op de precieze whereabouts van de bezoeker dan kan de beleving van het verblijf worden geoptimaliseerd. Denk bijvoorbeeld aan mogelijke afsluitingen van het evenement en de nazorg om de verbondenheid tussen bezoeker en evenement in stand te houden en een langdurige relatie te creëren. De kracht van social media kan een cruciale rol spelen binnen dit proces. Een betekenisvol evenement is, wanneer de juiste keuzes gemaakt worden, regisseerbaar.

Volgens Pine & Gilmore is er een verschil tussen een activiteit en een belevenis te onderscheiden in het feit dat een belevenis voor betrokkenheid zorgt en een vorm van flow (zie blog “Beleving van sportevenementen 1.1”) optreedt. Het hiernaast geschetste model geeft de twee dimensies waarop de bezoeker betrokken raakt. Een koppeling van deze dimensies vormen de vier verschillende domeinen van een belevenis.

Amuserende belevenissen
Deze vorm is de meest ontwikkelde vorm van beleving. Het passief absorberen van een hockeyinterland in het Wagener stadion is een goed voorbeeld van een dergelijke beleving. Om deze vorm te versterken wordt er vaak besloten om een combinatie te maken met een ander domein.

Lerende belevenissen
Zoals algemeen bekend, is het passief opnemen van kennis niet ideaal te noemen. Het edutainmentconcept brengt uitkomst en vanzelfsprekend wordt dit ook in de wereld van de sport toegepast. Denk bijvoorbeeld aan het Voetbal Museum (voorheen Voetbal Experience) te Middelburg waar de bezoeker tijdens de verschillende activiteiten kennis opdoet van de Nederlandse voetbalhistorie.

Ontsnapping
De bezoeker creëert een eigen wereld waarin hij/zij volledig in opgaat, deze consument wordt ook wel de ontsnappingsbelever genoemd. Deze vorm van beleving is de tegenpool van iedere vorm van passieve consumptie. De eerder op Sport28 beschreven Heineken Star Player is exemplarisch voor een initiatief waarbij de ‘speler’ zichzelf verliest in de Champions League wedstrijd.

Esthetiek
Letterlijk genomen staat esthetiek voor schoonheidsleer. Volgens Pine & Gilmore wordt dit aspect ingezet bij de ontwikkeling van onder andere horecagelegenheden en musea. Dit omdat ‘mooie dingen’ de betrokkenheid bevorderen. Wanneer dit gekoppeld wordt aan sport gaan mijn gedachte direct terug naar de magische opening van de Olympische Spelen van 2008 in Beijing, waar het nationale stadion van Beijing (‘het Vogelnest’) optimaal benut werd om de Olympische Spelen te openen.

Ik hoop dat bovenstaande theorieën hebben bijgedragen aan de verduidelijking van het begrip beleving in relatie tot sportevenementen.

Lees ook deel 3: beleving van sportevenementen (door Jeroen Burgs)