Beeloo hanteerde bij haar inventarisatie een selectie van vier schaatsdisciplines, langebaan schaatsen (115 atleten), shorttrack (24 atleten), marathon (205 atleten) en kunstrijden (31 atleten). In totaal waren 211 mannen (56,3%) en 164 vrouwen (43,7%) betrokken bij de inventarisatie.

Een team of ploeg bestaat uit verschillende personen: de schaatsers, trainers, coaches, ploegleiders, een medische staf en materiaalverantwoordelijken. Enkel de schaatsers zelf, de trainers/coaches en de ploegleiders (marathon) zijn meegenomen in het onderzoek van Beeloo. De verdeling is als volgt: Rijders/rijdsters (320), trainers/coaches (15) en ploegleiders (40).

72 onderzochte personen waren niet in het bezit van een account op de sociale media. 90 personen beschikten over één account op een sociaal medium, 113 personen zetten twee accounts in, terwijl 100 personen gebruik maakten van drie accounts. In onderstaande tabel is een overzicht van alle accounts te zien. De vermelde percentages zijn percentages afgeleid van het totaal aantal geïnventariseerden (375).

Mannelijke topschaatsers zijn actiever op Twitter: ze hebben meer accounts, meer volgers en plaatsen meer tweets. Om mannelijke topschaatsers te bereiken of te volgen kun je dus het beste gebruik maken van Twitter. Dit komt overeen met algemeen gebruikersonderzoek onder de Twittergemeenschap in Nederland. Uit onderzoek van Twirus (2010) blijkt dat 57% van de Nederlandse twitteraars mannen zijn.

Vrouwelijke topschaatsers zijn daarentegen actiever op Facebook en Hyves. Ze hebben meer accounts op Facebook. Daarnaast hebben ze op Hyves en Facebook meer vrienden dan hun mannelijke collega’s. Uit onderzoek van Newcom Research & Consultancy (2011) blijkt dat vrouwen in Nederland in vergelijking tot Twitter juist relatief vaak gebruik maken van Facebook en Hyves. 48% van de gebruikers op Facebook en 49% van de gebruikers op Hyves is vrouw. Als je geïnteresseerd bent in het wel en wee van de vrouwelijke topschaatsers, dan kun je je dus het beste begeven op Facebook of Hyves.

In vergelijking met de andere disciplines zijn het juist de langebaan schaatsers die het meeste actief zijn met Twitter. Ze hebben significant meer accounts, meer volgers en plaatsen meer tweets dan de topschaatsers uit de andere disciplines.

Shorttrackers hebben significant meer accounts op Facebook dan de schaatsers uit alle andere disciplines en significant meer vrienden dan de langebaan schaatsers en marathonrijders. Daarnaast hebben shorttrackers op Hyves significant meer accounts en vrienden dan langebaan schaatsers en marathonrijders.

Marathonrijders zijn over het algemeen niet heel actief op sociale media. Op Twitter hebben ze echter wel significant meer accounts, meer volgers en plaatsen ze meer tweets dan de kunstrijders.

Kunstrijders zijn het actiefst op Facebook wat betreft het aantal vrienden dat ze hebben: Ze hebben significant meer vrienden dan de topschaatsers uit de andere disciplines. Ook op Hyves hebben kunstrijders significant meer vrienden dan langebaan schaatsers en marathonrijders. Kunstrijders zijn nauwelijks actief op Twitter. Uit het onderzoek van Twirus blijkt dat vrouwen/meisjes minder actief zijn op Twitter en dat kan dus een verklaring zijn voor het feit dat kunstrijders niet zo actief zijn op Twitter. In tegenstelling tot Twitter zijn kunstschaatsers wel actief op Facebook en Hyves, wat overeenkomt met het algemene beeld van de gebruikers van deze twee sociale netwerken.