Privéberichten van schaatsers zijn schaars op sociale media

SM&O Kenniskring doet onderzoek naar inzet Sociale Media in Schaatssport

De schaatswereld zet meer en meer de sociale media in. In de zomer van 2011 interviewde SM&O studente Debby Beeloo een zevental Nederlandse (sub)topschaatsers over hun inzet van sociale media. Beeloo interviewde onder andere Anice Das, Thijsje Oenema en Rhian Ket. De topschaatsers die hebben meegewerkt aan het onderzoek behoren niet tot de echte top van Nederland, maar eerder tot de subtop. De resultaten geven geen optimaal beeld voor topschaatsers in het algemeen, maar wel een beeld van de schaatsers die behoren tot de subtop van Nederland.

Nieuwsgierig naar social media
Veel geïnterviewden zijn actief op Twitter, Facebook en Hyves. Enkelen maken tevens gebruik van LinkedIn. Twitter wordt het meest gebruikt door de topschaatsers, gevolgd door Facebook. Voor veel topschaatsers is nieuwsgierigheid de aanleiding geweest om sociale media te gebruiken. “Ik was nieuwsgierig”. Daarnaast wordt het als gemakkelijk en betaalbaar communicatiemiddel gezien om in contact te blijven met het thuisfront wanneer topschaatsers in het buitenland zitten. “Voor mij is het ideaal om contact te houden met vrienden en mensen om me heen die ik weinig zie door de topsport”. De geïnterviewde schaatsers besteden gemiddeld zeven uur per week op sociale media. Bijna allemaal zeggen ze elke dag een uurtje te besteden op sociale media.

Bijna alle topschaatsers geven aan geen persoonlijke onderwerpen te plaatsen op sociale media. De meeste berichten gaan over trainingen, wedstrijden, kortom de sport zelf. Daarnaast plaatsen topschaatsers regelmatig berichten over opvallende en interessante gebeurtenissen. “Ik twitter over mijn school of sport en wat mij opvalt”. Het gebeurt inderdaad niet vaak dat topschaatsers persoonlijke berichten plaatsen, maar het gebeurt wel getuige enkele voorbeelden uit de zomer van 2011:

Volgers en concurrenten
Een aantal topschaatsers heeft een beeld van hun volgers, een aantal niet. In alle gevallen behoren ook schaatsliefhebbers waarschijnlijk tot de volgers. Topschaatsers volgen hun eigen fans (volgers) niet, maar er vindt wel interactie plaats met hen. In de ogen van de topschaatsers ervaren de schaatsliefhebbers hierdoor een extra beleving en voelen ze zich meer betrokken bij de sporters die ze volgen en de schaatssport.

 

Topschaatsers worden ook gevolgd door hun collega’s en concurrenten. Ze volgen elkaar slechts als collega’s, omdat ze buiten de schaatssport om veelal vrienden zijn. Ze hebben niet het gevoel voordeel te hebben als ze concurrenten volgen en houden er ook niet echt rekening mee dat de concurrentie hun berichten kan lezen.

Tegenprestaties
De meeste topschaatsers beschikken niet over een eigen website. Degene die wel over een eigen website beschikken, hebben deze gekoppeld aan de sociale media websites. Zij gebruiken hun persoonlijke website om informatie uitgebreider te plaatsen. Sponsoren stellen de schaatsers niet verplicht actief te zijn op sociale media, maar het wordt wel aangeraden. Topschaatsers worden niet echt benaderd vanuit externen om over een bepaald onderwerp berichten te plaatsen. Wel geven ze aan mee te werken als dit gevraagd zou worden, maar enkel met een tegenprestatie vanuit de externe organisatie. “Ik zou hier wel aan meewerken, maar alleen als ik er zelf iets voor terug krijg”, “Ik zou meewerken wanneer het aanbod lucratief is”. Door sociale media wordt de sponsorwaarde verhoogd en hun imago verbeterd.

Twitter als marketinginstrument
De topschaatsers geven aan sociale media voornamelijk als communicatiemiddel te gebruiken. Voor de schaatsers is het belangrijk berichten te verspreiden naar bekenden en schaatsliefhebbers, zodat ze op de hoogte blijven van alle gebeurtenissen. Een enkeling gebruikt het als marketinginstrument. Uit onderzoek van Van Daal (2010) blijkt dat topsporters sociale media, in dit geval alleen Twitter, gebruiken als marketinginstrument om zichzelf en hun persoonlijke website te promoten. Verwacht wordt dat de grotere namen in de schaatswereld, de absolute top, sociale media meer als marketingmiddel gebruiken dan de geïnterviewde schaatsers.