Koersdames en dameskoers: nieuwe sponsors nog steeds welkom!

We zitten in een Olympisch jaar. En dat is uiteraard mooi nieuws vanuit talloze oogpunten. Eén daarvan is de aandacht voor het vrouwenwielrennen. Alle Nederlandse ogen zijn straks gericht op Marianne, die in navolging van Leontien in Londen een karrevracht medailles moet gaan ophalen. Ook in de meest zuidelijke Nederlanden groeit de aandacht: de Belgische medailleoogst op Zomerspelen (van Winterspelen is geen sprake) is er traditioneel karig, een eventueel plak dankzij de fietsende dames is dus meer dan welkom. Maar betekent al die aandacht voor vrouwenwielrennen meteen ook extra aandacht van sponsors…?

Eerst even wat geschiedenis
Historisch gezien rustte er op vrouwenwielrennen ooit een groot taboe. Vrouwen op smalle fietszadels, dat had in een godvruchtig, preuts verleden iets vuigs. Zoiets deed je niet als dame! Vrouwen die het toch deden waren manwijven, punt. Daar mocht openlijk laatdunkend over worden gedaan, en als deftige sponsor associeer je je nu eenmaal niet graag met iets waar laatdunkend over wordt gedaan. Tot zover de sponsoring van het vrouwenwielrennen.

Met de seksuele revolutie en de emancipatie van de vrouw, evolueerde de status van de maatschappelijk aanvaardbare houding tegenover vrouwenwielrennen van ‘laatdunkend’ naar ‘lacherig’. Dameswielrennen stond voortaan in de beleving van de doorsnee sportliefhebber synoniem voor het eindeloos uitgemolken cliché van de ‘dikke konten’. Dat die een uitstekende gelegenheid bieden om kamerbreed je merknaam op te zetten (assvertising) kon helaas ook al geen extra sponsors lokken. Koersdames en dameskoers bleven verstoken van sponsorinkomsten.

Maar dat is het verleden
De groei van het vrouwenwielrennen begint waar die hoort te beginnen: aan de basis. Het aantal vrouwen dat recreatief in het zadel kruipt stijgt explosief in onze contreien. Dat betekent niet alleen een vruchtbare bodem om topsport op te verbouwen, maar ook dat vrouwen op een koersfiets een steeds meer aanvaard fenomeen wordt. Ook de UCI richt zich op vrouwenwielrennen, niet eens zo gek als je een wereldsport ambieert te worden en die wereld toch nog altijd voor de helft en een beetje uit vrouwen bestaat. Dames met UCI-contracten, van elke World Tour-koers een vrouwenversie en zelfs voorzichtige stapjes naar gelijkschakeling van prijzengelden (in het tennis al decennia een issue), het moet er volgens het traditionele mannenbastion UCI ooit allemaal van komen. En wordt het dameswielrennen nog steeds grotendeels doodgezwegen door de televisie, zijn daar tegenwoordig de Twitters en Facebooks van deze wereld om het gat dicht te rijden. Niet onbelangrijk, als je weet dat de finale van het WK VROUWENvoetbal met 7.139 tweets per seconde het meest ‘getweette’ event ooit was.

En volgen de sponsors?
In Nederland heeft Rabobank, de belangrijkste wielersponsor, alvast het goede voorbeeld gegeven. Zo ook in het absolute wielerwalhalla Vlaanderen, waar Lotto traditioneel op kop rijdt. Het meest geliefde merk der Belgen, als sinds begin jaren ’80 sponsor van het mannenwielrennen en de oudste nog steeds actieve sponsor op het allerhoogste niveau, vond in Ramen en Deurenspecialist Belisol een goede partner. Mooie ramen en deuren, dat gaat over esthetiek, iets waarover in de meeste huishoudens de vrouw des huizes de patron is. En dan is de keuze voor damessport een logische. Bovendien gaat wielrennen om team spirit, een waarde die Belisol wat graag uitstraalt.

En wereldwijd?
Of we weldra Iraanse koersdames, een Kazachstaans ladies team of een vrouwenronde van Qatar mogen verwelkomen, valt vooralsnog te betwijfelen. Maar nu de mondialisering in het sponsorlandschap zich mondjesmaat doorzet, zien we dat een aantal mondiale teams (lees: sponsors) ook een vrouwenafdeling heeft opgestart. En dat is mooi.

Conclusie
Er is beterschap, maar er is ruim marge voor nog veel meer beterschap. En die gaat er – ooit - komen.