De grote groei zit hem met name in de exploitatie van de mediarechten met natuurlijk een bijbehorende omzetgroei. Neem de Olympische Spelen van 2008 in Beijing; 60.000 uur televisie, 40% meer dan in Athene in 2004 en ruim het dubbele van Sydney in 2000. Mediarechten leveren de UEFA gemiddeld € 27 miljoen per EK wedstrijd op. Ter vergelijking; tijdens Euro 2000 in Nederland brachten de mediarechten in zijn totaliteit € 93 miljoen op, dit jaar zullen deze rechten liefst € 840 miljoen opbrengen. Inclusief sponsoring, ticketing en overige inkomsten komt de totale EK omzet uit op € 1,4 miljard, oftewel € 44 miljoen per wedstrijd. Wimbledon en de Tour de France zijn goed voor respectievelijk € 30 miljoen en € 45 miljoen aan sponsorinkomsten. Waar in Nederland en enkele andere Europese markten de sponsorbestedingen stagneren, blijven de topevenementen in trek. Er zit nog steeds rek in de gewilde sponsorschappen. Neem de Olympische Spelen; de elf topsponsoren geven aan een 4-jarige cyclus met twee (!) evenementen € 1 miljard uit. De inkomsten die uit de zak van de consumenten komen stonden even onder druk, maar met 1,4 miljoen, 5,3 miljoen en 500.000 betalende bezoekers op respectievelijk het EK voetbal, de Olympische Spelen en Wimbledon, veren ook die inkomsten weer op. De Tour de France is en blijft recordhouder met in totaal 14 miljoen toeschouwers, die uiteraard geen entreegeld hoeven te betalen.

De kosten voor het organiseren van de grote sportevenementen gaan eveneens omhoog. Londen gaat € 11,5 miljard kosten waarvan het merendeel opgesoupeerd wordt door de infrastructuur en veiligheid. Polen en Oekraïne zijn goed voor een budget van € 27 miljard. Daar staat tegenover dat het bruto binnenlands product in beide landen voor de langere termijn een extra impuls krijgt door de investeringen in wegen en luchthavens. EK toeristen brengen bovendien ook het nodige geld in het laatje.

De sportieve prestaties op het veld blijven uiteraard centraal staan. Wie gaat het EK winnen? De waarde van spelers is vaak bepalend voor de eindoverwinning in titeltoernooien. Om deze waarde te berekenen wordt gekeken naar transferprijzen, de kracht van het clubteam, leeftijd, media-aandacht en een vergelijking tussen dezelfde soort spelers aan de hand van sportieve prestaties. Wie zal, uitgaande van dit model, het EK Voetbal winnen? Spanje heeft met € 658 miljoen het meest waardevolle team, gevolgd door Duitsland met € 459 miljoen. De marktwaarde wordt door wetenschappers vervolgens nog gecorrigeerd voor de homogeniteit van een team. Alles meewegend staan Spanje en Duitsland dan in de finale waarbij Spanje wederom Europees Kampioen zou worden. 1 juli weten we meer.

Hoe kunnen we de populariteit van sport en de enorme investeringen nu verklaren? Met sport ontsnappen we onder meer aan de realiteit van alledag. Zie wat het EK Voetbal heeft losgemaakt in Nederland. Sport is één van Europa’s grootste exportproducten en biedt legio kansen in met name Azië en Amerika. We moeten echter wel waken voor de toenemende invloed van sponsors en de media. Zo kiest de FIFA voor het grote geld en moet de sport vaak wijken voor gunstige televisietijden in de ‘nieuwe’ markten om meer kijkers en advertentie inkomsten te genereren. Wereldwijd opererende bedrijven kunnen het zich niet veroorloven om niet te sponsoren. Er zijn maar een beperkt aantal hoofdprijzen en je wilt niet het risico lopen dat je concurrent toehapt. Zo rolt de Tango bal naar tevredenheid van Adidas en gruwel van Nike over de EK velden. Nike hoopt uiteraard tijdens Wimbledon op Roger Federer en Rafael Nadal. In de best bekeken 10 seconden van deze sportzomer staan echter de Swoosh noch de drie strepen centraal. Sprinter Usain Bolt wordt gesponsord door Puma. Al met al wedstrijden in een wedstrijd. Bedrijven zullen met sterren, campagnes, media, kleding en attributen blijven strijden om die ultieme hoofdprijs: de gunst van het publiek.

De recessie gaat (voorlopig) aan de sportzomer voorbij!

Bron: SPORT + MARKT, PwC, Deloitte Money League, Transfermarkt.de