De sportzomer is officieel voorbij. Het was er één van hoogte- en dieptepunten zoals past bij presteren op het allerhoogste niveau en dat is nu juist wat sport zo ontzettend mooi maakt. ‘You win some, you lose some’, uiteindelijk gaat het in de sport om de strijd, de helden, de spanning, het niet weten wie er wint en het behouden van de ‘competitive balance’. In tegenstelling tot het bedrijfsleven, waar het draait om het verkrijgen van een betere marktpositie ten koste van de concurrentie. In het kader van deze theorie werp ik een blik op de meest spannende en glorieuze Oranje prestaties van deze zomer. Want juist dit zijn de prestaties die de meeste commerciële waarde vertegenwoordigen.
Maar eerst even terug naar de theorie. De ‘competitive balance’ staat ook wel bekend als de Louis-Schmeling paradox. Joe Louis was één van de beste boksers aller tijden. Hij werd in 1937 wereldkampioen zwaargewicht en verdedigde zijn titel 25 keer met succes. Zijn meest memorabele gevecht was in 1938 tegen de Duitser Max Schmeling.
De wedstrijd vond plaats aan de vooravond van WOII en werd in de voorbeschouwingen breed uitgemeten. Schmeling was de enige die Louis ooit had verslagen. Daarnaast werd de match gezien als een strijd tussen twee landen, waarbij Joe Louis door zowel zwarten als blanken als de Amerikaanse volksheld werd gezien, en Max Schmeling (ten onterechte) als symbool van het Nazisme werd geportretteerd. Het geheel zorgde voor een van de meest beladen bokswedstrijden uit de geschiedenis. Het gevecht zelf, dat plaatsvond in New York, duurde slechts twee minuten. Louis won door een knock-out in de eerste ronde.?
Joe Louis, de beste bokser ter wereld en wereldkampioen wilde zo veel mogelijk geld verdienen aan zijn sport en moest daarvoor boksen tegen de meest sterke opponent denkbaar. Hoe sterker zijn tegenstander, hoe meer aandacht, publiek en hoe meer hij dus verdiende. Max Schmeling was de enige die hem ooit had verslagen. Deze tegenstelling, de geringe krachtsverschillen en de opgebouwde spanning tussen twee helden leverde echter niet de verwachte climax op. Het werd een teleurstellend, eenzijdig gevecht dat in ronde 1 dus al werd beslist. De paradox was compleet.?
Nu maar eens de theorie toetsen aan de praktijk van de Oranje sportzomer. Te beginnen met de EK-voetbal. Wellicht is voetbal mondiaal gezien de sport die het meest professioneel wordt beoefend en de meeste publieke belangstelling genereert. Tijdens de EK-finale werden wereldwijd 16,5 miljoen tweets gestuurd, dat zijn er meer dan 250.000 per minuut. In Europa bevinden zich de beste voetballanden van de wereld en ondanks de hegemonie van het Spaanse voetbal is er altijd spanning over de uiteindelijke toernooiwinnaar en dus een ‘competitive balance’. De spanning werd weken voor de EK opgebouwd, helaas werd het voor het Nederlands elftal een deceptie met 3 nederlagen en tot overmaat van ramp rollebollende sterren door het luxe hotel in Krakau. ?
Dan de Olympische Spelen. De show van de 100 en 200 m. met het duel Blake, Bolt komt bij me boven met tweemaal een verwachte winnaar en met 80.000 tweets per minuut koploper tijdens het evenement. De overwinning van thuisfavoriet Murray op tennislegende Roger Federer was een heroïsche moment dat wellicht wat glans mist door de matige importantie van het Olympische tennis. Het leverde 57.000 tweets op. Michael Phelps, Olympisch legende van beroep, heeft op elke afstand rivalen waarvan Ryan Lochte, Chad le Clos de belangrijkste zijn maar Phelps staat eigenlijk moederziel alleen aan de top in het zwemmen en in twitterland met 574.515 tweets over hem tijdens de Spelen. Lebron James en Kevin Durant, basketbalmiljonairs wonnen zoals verwacht een gouden plak en dat leverde hen respectievelijk 506.804 en 276.729 tweets op. Al deze aandacht uitgedrukt in tweets zegt in ieder geval wat over de mondiale heldenstatus van deze sporters. Maar de ‘competitive balance’ is mager. Alleen bij Andy Murray was er echt sprake van een climax en sportieve verrassing.?
Met een Oranje-bril op is de theorie toch echt het best zichtbaar bij onze eigen Epke. In een mondiale sport met grote concurrentie werd hij voor even wereldwijd ‘trending topic’. Zonderland was pas als zesde aan de beurt en zag de ene na de andere hoge score voorbijkomen. Olympisch kampioen Zou Kai scoorde een geweldige 16,366 en de Duitser Fabian Hambüchen ging daar met 16,400 nog eens overheen. Epke Zonderland presteerde bovenmenselijk, voerde een majestueuze oefening uit en haalde in deze ongekend hoogstaande finale een score van 16,533. Deze score leverde hem Nederlands eerste gouden turnmedaille op en de climax was compleet. Een tikje chauvinistisch maar wel degelijk het mooiste moment van onze Sportzomer. En een duidelijk bewijs van de commerciële waarde van de ‘competitive balance’. Ben benieuwd wat deze prestatie commercieel voor Epke en zijn sponsoren gaat betekenen. Het is 15 augustus geweest en ze zijn vrij om te gaan adverteren. Onderstaand de video waarin Epke zelf terugkijkt op zijn prestaties, een mooie afsluiter van de sportzomer.
London Olympics 2012 - Epke Zonderland looks at his own performance from Go-Challenge on Vimeo.
'De sportzomer voorbij' is ook verschenen bij Go-Challenge.