Corona onthult de lelijke kant van sport 'showbusiness'

De sportsector is losgekomen van zijn roots. Het heeft de mensen, spelers, families, vrijwilligers en lokale sportgemeenschappen achtergelaten. Juist de groepen die ooit samenkwamen om vooral plezier te hebben en met elkaar te bewegen.

Professionele sport is tegenwoordig entertainment en wordt vooral gedreven door hebzucht van bedrijven in plaats van het welzijn van de community. Onlangs waren we nog getuige van de arrogante poging van een aantal Europese topclubs om een nieuwe competitie te vormen zonder erbij na te denken wat de leden en supporters wilden. Er werd terecht schande gesproken van de European Super League.

De beste atleten ter wereld vliegen de wereld over om zich in zogenaamde bubbels voor te bereiden op de uitgestelde Spelen - die over minder dan honderd dagen plaatsvinden - ondanks dat Tokio op dit moment in lockdown is en voor de derde keer de noodtoestand heeft uitgeroepen.

Het baart zorgen dat veel landen die meedoen aan de Spelen nu slechtere coronacijfers overleggen dan vorig jaar toen het evenement werd uitgesteld. Zelfs de Australische Minister van Sport, Richard Colbeck, heeft aangegeven dat Australische atleten waarschijnlijk bloot worden gesteld aan COVID tijdens de Spelen en ondanks hun vaccinatie in quarantaine moeten bij terugkomst.

Gezondheid en welzijn topatleten wordt aangetast

Australische cricketers blijven gewoon meedoen aan een competitie in India – een van de zwaarst getroffen landen in deze pandemie – zelfs wanneer sommigen toegeven gestrest te zijn en er een vluchtverbod is vanuit India waardoor ze niet naar huis kunnen.

De Australian Institute of Sport heeft al gemeld dat er in 2021 een toename van 80% is in het aantal aanvragen voor het Mental Health Referral Network vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Dit onderstreept nog maar eens dat de gezondheid en het welzijn van deze topatleten wordt aangetast.

Deze winst-boven-mensen filosofie eist ook zijn tol bij de amateursport. Terwijl openbare sportruimtes en buurthuizen langzaam weer opengaan voor sport en bewegen, is er veel onzekerheid over de toekomst van amateurverenigingen vanwege het gebruik aan vrijwilligers, de kurk waarop clubs drijven. Sommige verenigingen gaan manmoedig door en spelen zonder scheidsrechters.

Uit een enquête afgenomen tijdens het hoogtepunt van de lockdown in 2020 onder ruim 6.000 inwoners van de deelstaat Victoria in Australië bleek dat er door de deelnemers gemiddeld een minder uur werd gesport of bewogen gedurende twee weken tijd dan in vergelijking met de situatie voor COVID-19.

De maatregelen hebben voornamelijk georganiseerde sporten als golf, bowls, cricket, netbal en zwemmen getroffen. Met name tieners zijn daardoor meer gaan fietsen, wandelen en hardlopen. Heeft deze voor de toekomst cruciale groep misschien een alternatief voor georganiseerde sport gevonden? Voor de pandemie was een duidelijke toename in sporten in clubverband te zien onder met name jonge meiden. Zullen deze vorderingen nu verloren gaan?

De sport moet opstaan

Het is tijd om na te denken over de waarde van de sportsector als geheel, niet alleen de showbusiness van sport. Terwijl we dat doen, moeten we onthouden dat mensen - de sporters en vrijwilligers in de amateursport – er net zoveel toe doen als de topatleten wiens gezondheid uit winstbejag op het spel wordt gezet.

De topsport die ooit amateursporters en vrijwilligers inspireerde en clubs ondersteunde, moet nu meer dan ooit opstaan. En niet alleen door gesponsorde rugtassen vol met marketing spullen uit te delen, die uiteindelijk bij het afval belanden.

De Olympische Spelen en de Indian Premier League bestaan omdat in een ver verleden gewone burgers wilden sporten en tijd doorbrengen met geestverwanten. Het waren mensen, en niet winst, die hen dreven. Welke sport staat op voor haar achterban en toont echt leiderschap in deze lastige tijden?

Headerfoto: Shuang Li / Shutterstock.com