De productiemiddelen van de sportvereniging

De sportverenigingen verrichten dienstverlening door het geven van hulp en ondersteuning bij de sportactiviteiten. Dit gebeurt met behulp van productiemiddelen zoals een accommodatie (natuur en kapitaal), vrijwilligers (arbeid) en een bestuur (ondernemen). Dienstverlening is in deze sector minder tastbaar dan bijvoorbeeld fabricage met voorraadvorming. Het hoofdproduct van sport is namelijk niet of nauwelijks waarneembaar waardoor de kwaliteit moeilijk is vast te stellen en te bewaken. Ze is snel vergankelijk, je bent kort na een sportwedstrijd de prestatie, de sfeer of het plezier al vergeten. Ze is makkelijk te beïnvloeden door storende elementen zoals agressie en het niet nakomen van afspraken.

Leden bepalen zelf kwaliteit van het plezier

Daarnaast vindt de productie gelijktijdig met de consumptie plaats waardoor je moeilijk kunt corrigeren, er is immers geen voorraad 'plezier' die je later kunt herstellen. Daar komt ook nog eens bij dat de leden voor een groot stuk zelf mee produceren en dus zelf de kwaliteit van het plezier bepalen. Mee produceren doe je door je best te doen, op te letten, op tijd aanwezig te zijn, teamgeest uit te stralen en respect en begrip te tonen.

Gelukkig kun je bij dienstverlening wel gebruik maken van productiemiddelen die voorafgaand aan het evenement optimaal in orde moeten zijn. Middelen die ervoor zorgen dat de prestatie, de sfeer en de contacten niet vergeten worden, zoals het clubblad, de social media en de prijzenkast met foto’s en bekers. Om de meerwaarde van het verwachte product te bewijzen worden de waarneembare productiemiddelen flink opgepoetst. Een mooie accommodatie kan immers een slechte wedstrijd compenseren. Een gezellige kantine maakt de sfeer bijna zichtbaar. Met merchandising en kleding wordt de belevingswaarde van de club waarneembaar gemaakt en maak je duidelijk aan je omgeving bij welke groep je hoort.

Grote invloed vrijwilligers

Ook de vrijwilligers vormen de waarneembare elementen van de dienst. Hun uiterlijk, houding, kennis en gedrag vormen een bindende factor voor de leden en geven de uitstraling van de club. Ze poetsen, vergaderen, fluiten of besturen en hopen er wat voor terug te krijgen. Dat kan doordat ze de gezelligheid waarderen, veel kunnen leren, sociale contacten opdoen, een betere CV krijgen of graag iets goeds willen doen voor anderen.

Invloed van ergernissen

We hebben het hier dan over zaken als agressie, hevige emoties, slecht kunnen samenwerken, niet kunnen omgaan met verlies, gebrek aan respect. De impact van deze ergernissen op het plezier, de prestaties en het partnerschap is veel groter dan een slechte accommodatie. Informeel sporten met leuke vrienden op een hobbelig veldje zonder kleedkamer, is leuker dan formeel sporten bij een vereniging met een prachtige accommodatie in een waardeloos team.

Het additionele product bestaat zoals we in het vorige artikel hebben gezien uit de meerwaarde voor het individu, de onderlinge samenwerking en de maatschappij. Door hier in te investeren maak je de dienst minder afhankelijk voor persoonlijke eigenschappen en omstandigheden. De investeringen zijn een stuk minder duur dan die voor de accommodatie en bestaan bijvoorbeeld uit het geven van extra scholing aan leden en vrijwilligers, een goede organisatie met een goed pedagogisch beleid.

Betrokkenheid

Er ontstaat een legitimering voor hulp en subsidie waardoor de gemeente, de jeugdzorg en het onderwijs meer bereid zijn om te geven en dus te investeren in de club. Ieder heeft zijn belang en verzorgt een stukje waardoor het bouwwerk een geheel wordt. Deze investeringen zijn immaterieel, ze staan niet op de balans maar zitten in de organisatie en in het klimaat verankerd.

ZIE OOK: Deel 1 - Het sportproduct van sportverenigingen


Uit: “De vereniging als springplank”