National Cycling League: nieuwe competitie gaat met data voor ultieme fanbeleving

Internationale wedstrijden als de Tour of Utah en de Tour of Californië zijn inmiddels van de kalender geschrapt. De Verenigde Staten kennen nu nog slechts vier UCI-races, maar deze bereiken de grote internationale media niet meer en de middelen ontbreken om grote toppers binnen te halen. Om het professionele wielrennen in Amerika weer op de kaart te zetten én om de vijftig miljoen Amerikaanse hobbyfietsers een competitie te bieden waarin zij 'hun' sport kunnen volgen, start in 2023 de National Cycling League.

In de naam 'National Cycling League' zit al een groot deel van het idee verstopt: het draait om een competitie. Niet eentje van 21 achtereenvolgende dagen, zoals de Tour de France, maar een competitie van vier verschillende wedstrijden en met een ploeg die aan het einde wordt uitgeroepen tot kampioen. De wedstrijden zijn geen tochten door het Amerikaanse land, maar bestaan uit dertig rondes op een gesloten parcours van één tot twee kilometer en worden verreden in de grote steden. De puntentelling in de National Cycling League wijkt ook af van het reguliere wielrenformat, waarbij de eerste die over de finishlijn komt ook direct de winnaar is. In de National Cycling League worden namelijk per ronde punten uitgedeeld, om de competitiviteit en spanning gedurende de hele race te verhogen. Het team dat aan het einde van het seizoen de meeste punten heeft verzameld, ontvangt één miljoen dollar. Dat is de hoogste prijs in het Amerikaanse criteriumwielrennen tot nu toe.

Ultieme fanbeleving

Het uitgangspunt van de National Cycling League is de ultieme fanbeleving. Alle data die gedurende trainingen, kwalificatiewedstrijden én de competitieraces zelf wordt verzameld door de technologie die de renners bij zich dragen, is beschikbaar voor fans. Sterker nog: door al deze beschikbare informatie worden de races niet alleen in real life verreden, maar ook virtueel. De competitie wil een eigen, virtueel platform ontwikkelen waarop fans vanuit huis kunnen meerijden met de trainingen én de wedstrijden van de renners. Daarnaast vertegenwoordigt ieder National Cycling League-team een stad, zoals de New York Yankees, de Los Angeles Lakers en de Chicago Bears ook allemaal hun eigen stad als thuisbasis hebben. Inwoners van een stad zullen – zo hopen de organisatoren - fan worden van hun 'eigen' wielerteam.

Gendergelijkheid

Niet alleen op het gebied van fanbeleving gaat de National Cycling League een stapje verder, want ook op gendergelijkheid scoort de nieuwe competitie hoog. Elk wielerteam bestaat uit minstens zes mannen en minstens zes vrouwen. Ze rijden de races afzonderlijk van elkaar, maar krijgen allemaal exact dezelfde vergoedingen en voorzieningen. De kers op de taart is dat de punten van de mannen en de punten van vrouwen in iedere race bij elkaar worden opgeteld, waardoor zij samen verantwoordelijk zijn voor de totaalscore die het team behaalt.

Herhaling van zetten

Hoe spannend en vernieuwend het ook klinkt, aan het einde van de jaren tachtig kregen de VS ook al eens een wielercompetitie met teams die een hometown hadden. Boston, Houston, Los Angeles, New York, Pittsburgh, Portland, San Diego, San Francisco en Seattle kregen een eigen team en later volgden zelfs ploegen uit Londen, Milaan en Amsterdam. Sterker nog: de competitie heette destijds ook al de National Cycling League, al hebben de organisatie en de opzet van toen geen connectie meer met de huidige oprichters.

Nog een overeenkomst met het concept uit de jaren tachtig is de alternatieve puntentoekenning. Het team dat aan het einde van de race de meeste punten had verzameld, won de wedstrijd. Net als nu was er ook grote opwinding over de nieuwe competitie, maar het idee kwam nooit echt helemaal van de grond. Zowel het traditionele wielrennen als de grote media staken niet veel tijd en moeite in het laten groeien van het idee, waardoor de eerste versie van de National Cycling League in de financiële problemen geraakte en na vijf jaar de handdoek in de ring moest gooien.

Top of flop?

Wat gaat nu dan het verschil maken waardoor de nieuwe competitie wél gaat slagen? De National Cycling League lijkt op voorhand in ieder geval al meer financiële zekerheid te hebben dan tientallen jaren geleden. Onder meer de Founder Collective, Collab Capital, Will Ventures, Emmanuel Acho (Fox Sports) en Bradley Beal (NBA-speler Washington Wizards) stapten al in. Gezien het format met de teams die namens een stad uitkomen en het succes dat de NFL (National Football League) heeft met een vergelijkbare opzet, is het niet gek dat ook Jalen Ramsey (NFL-speler Los Angeles Rams), Derwin James (NFL-speler Los Angeles Chargers) en Kevin Byard (NFL-speler Tennessee Titans) op de investeerderslijst staan. Gezamenlijk zijn zij goed voor een financiële bijdrage van 7,5 miljoen dollar.

Ondanks de belangstelling van investeerders en de start die al in april 2023 plaatsvindt, is de National Cycling League nog omgeven door behoorlijk wat onduidelijkheid. Er zijn inmiddels vier steden en twee deelnemende teams bekendgemaakt. De renners van de aangekondigde teams, de Miami Nights en de Denver Disruptors, zijn geen vaste klanten op de podia van internationale topwedstrijden. Enkel Sergio Henao en Leah Kirchmann, vanaf heden actief voor de Denver Disruptors, gooiden in internationaal opzicht al hoge ogen. Enige samenwerking met de huidige Amerikaanse topcriteriumteams ontbreekt daarnaast nog, waardoor zij niet goed weten wat het voor hen zal betekenen en wat hun rol wordt.

Alle beschikbare data en de bijbehorende fan engagement moeten dus dé gamechanger worden. Daarmee speelt de nieuwe competitie goed in op enerzijds de technologische mogelijkheden en de digitale wensen van de (jonge) fans, en anderzijds op de nog altijd groeiende populariteit van het fietsen. Die combinatie was er eind jaren tachtig nog niet, toen de eerste versie van de National Cycling League flopte.