Gelderland ziet zo’n wielerstart ook wel zitten

Terwijl de Tourkaravaan Nederland heeft verlaten en de balans in Utrecht wordt opgemaakt, kunnen wielerfans in Gelderland alweer verlekkerd vooruit kijken naar het volgende wielerspektakel. Volgend jaar zal Apeldoorn het decor zijn van de start van de Giro d’Italia. Na deze korte tijdrit volgen etappes van Arnhem naar Nijmegen en vice versa. Met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen peilden we de bewoners van de Gelderse provincie naar hun mening over grootschalige wielerevenementen in hun achterland.

De drie verschillende overheidslagen van ons land investeren naar verwachting ruim tien miljoen in de start van de Giro in Gelderland. Dit levert naar verwachting een additionele geldstroom van 11,25 miljoen op, afkomstig van toeristen en de internationale wielerkaravaan. Maar zit de Gelderlanders zelf wel te wachten op dit evenement? Zij zijn het immers die via belasting een groot deel van de kosten dragen en de meeste overlast ondervinden van wegafzettingen en drukte in de binnensteden. Vandaar dat de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in 2015 in het kader van een haalbaarheidsstudie door middel van een telefonisch enquête een willekeurige steekproef trok onder alle inwoners van Gelderland. 400 inwoners zijn bevraagd naar hun houding en verwachting van een groot wielerevenement, het belang van wielerevenementen voor de provincie en of men bereid was zelf financieel aan het evenement bij te dragen.

Trots als Gelderland een groot wielerevenement organiseert

Bijna 80% van de bevolking vindt het positief dat er topsportevenementen (in het algemeen) naar Gelderland worden gehaald, terwijl 8% het daar niet mee eens is. De komst van een wielerevenement naar Gelderland wordt door ruim twee derde van de ondervraagden positief ontvangen en 56% zal trots zijn als er een groot wielerevenement in de provincie plaatsvindt. Ruim zes op de tien Gelderlanders zou het leuk vinden als het wielerevenement ook door de eigen woonplaats zou komen en 35% zou het evenement dan ook willen bezoeken. Dit percentage loopt op tot 54% als de wielerronde door de eigen gemeente komt.
Hier staat tegenover dat zo’n één op de vijf Gelderlanders het niet leuk zou vinden als het evenement door de eigen woonplaats komt en dat 7% zegt in dat geval zich naar elders te verplaatsen.

Evenementen moeten een economische stimulans opleveren

De meeste ondervraagden (71%) vinden het belangrijkste dat evenementen een economische stimulans opleveren, gevolgd door sportstimulatie (69%) en de internationale erkenning voor en het imago van de provincie. Meer mensen vinden een sterkere onderlinge band tussen Gelderlanders onbelangrijk (36%) dan belangrijk (32%). Iets minder dan de helft vindt het belangrijk dat er geen overlast ontstaat door het evenement, terwijl 30% dit onbelangrijk vindt. Bijna de helft van de Gelderlanders vindt het belangrijk dat de provincie investeert in evenementen zoals een grote wielerronde.

Bereid om financieel bij te dragen aan de organisatie

Tot slot is er onderzocht wat de bereidheid is om zelf bij te dragen aan de komst van de Giro. Hiervoor is de volgende situatie aan de geënquêteerden voorgelegd.

Stel: Eén van de 3 Grote Wielerrondes zal in Gelderland starten en de tweede etappe zal door uw woonplaats komen. Alleen krijgt de Gelderse organisatie de begroting niet rond. Om de wielerronde toch in Gelderland plaats te laten hebben wordt er aan de bevolking gevraagd om een bijdrage te leveren. Hoeveel euro zou u persoonlijk willen bijdragen om de wielerronde voor Gelderland te behouden?

Op deze vraag waren antwoorden mogelijk van 0, 1, 2, 5, 10, 20, 50 en 100 euro. Van de ondervraagden zegt iets meer dan de helft niet te willen bijdragen. Ruim vier op de tien wil wel iets bijdragen en 7% weet het niet.

Van de personen die wel iets willen bijdragen, heeft bijna 40% 5 euro aangegeven, één op de drie een tientje en 14% twintig euro of meer (zie figuur hieronder).
De gemiddelde bijdrage is € 4,40 per persoon onder alle respondenten (behalve die ‘weet niet’ aangaven). Onder de personen die wel iets wilden bijdragen was dit bedrag €10,02.

De totale zogenaamde willingness to pay komt uit op 7 miljoen euro. Deze waarde wordt ook wel aangeduid als het economische ‘nut’ of de ‘feelgood-factor’

Als deze uitkomsten worden doorgetrokken naar de hele Gelderse volwassen bevolking (1,6 miljoen) dan komt de totale zogenaamde willingness to pay  uit op 7 miljoen euro. Deze waarde wordt ook wel aangeduid als het economische nutof defeelgood-factor. De uitkomst ligt ook hoger dan bij een vergelijkbaar onderzoek van Heyne en Süssmuth (2006) aan de vooravond het WK voetbal in Duitsland (€ 3,15).

Uit het onderzoek blijkt dat er niet veel verschillen tussen de meeste groepen Gelderlanders zitten. Mannen zijn iets positiever over het evenement dan vrouwen, dorpelingen lijken enthousiaster dan stadsinwoners en ouderen (met name 65+-ers) willen meer bijdragen meer dan jongeren. Maar daarbij moet worden aangetekend dat geen van deze groepen echt significant afwijkt van de gemiddeldes. Belangrijke uitkomst daarmee lijkt dat het hiervoor geschetste beeld behoorlijk representatief is voor de hele Gelderse bevolking.

Voorzichtigheid geboden

Betekent dit dat alles in kannen en kruiken is voor de komst van de Giro d’Italia? Dat draagvlak voor een groot sportevenement ook snel kan omslaan, bewezen de demonstraties in Brazilië tegen de organisatie van de Wereld Kampioenschappen Voetbal vorig jaar. Een onderzoek van Pew Research Center wees uit dat 72% ontevreden was over de komst van het evenement en dat 61% van de Brazilianen vond dat het geld beter had uitgegeven kunnen worden aan gezondheidsprojecten. Voor de organisatie van de Giro d’Italia in Gelderland zaak om goed de kosten in de gaten te houden en te waarborgen dat de start van de Giro d’Italia zorgt voor een economische stimulans in de regio.

Conclusie

De resultaten laten zien dat Gelderland positief staat tegenover de organisatie van een wielerevenement. Nu de Girostart definitief naar Gelderland en het de feelgood factor van de Grand Départ in Utrecht nog vers in het geheugen zit, zou het draagvlak op dit moment nog wel eens een stukje hoger kunnen uitvallen. Het lijkt er in ieder geval op dat de Gelderse bevolking er klaar voor is om de Girostart tot net zo’n mooi volksfeest te maken – zij het op iets kleinere schaal – dan dat de Tourstart was in Utrecht.


Jelle Schoemaker en Willem de Boer zijn als docent en onderzoeker verbonden aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen op het expertisegebied Sports Economics & Strategic Sports Management (SESS) waar ze vorig jaar bezig zijn geweest met een haalbaarheidsstudie naar de organisatie van de start van de Giro d’Italia in Gelderland.


Foto fp: flickr (CC) bishi