Het bijzondere huwelijk* van De Lotto en de Sportbonden

De teruglopende inkomsten uit de Lotto voor de Sport. Ik lees dit zinnetje al een paar jaar als het gaat over de financiering van de Nederlandse Sport. Voor zowel top als breedte. Wat zit daar eigenlijk achter? Waarom is de Sport hiervan afhankelijk?

Eerst een stukje geschiedenis (bron: De Lotto)

Het begon ooit met voetbal. In 1956 vraagt de KNVB de overheid toestemming om een nationale Toto te organiseren. De inkomsten zijn bedoeld voor de clubkas van voetbalverenigingen. Op 24 februari 1957 was het zover: de eerste nationale Toto was een feit. Op 1 november 1961 treedt de nieuwe loterijwet in werking. Drievierde van de gelden van Toto gaat voortaan naar de sport en de rest wordt verdeeld onder andere sectoren. De organisatie die de opbrengsten verdeelt dient los te staan van de KNVB. Daarom richt de overheid in 1961 Stichting de Nationale Sporttotalisator (SNS) op. In 1971 dient de SNS een aanvraag in voor een lotto, als tegenhanger voor de populaire Duitse variant. In 1974 wordt die aanvraag gehonoreerd.

Vanaf 1961 is De Lotto (de handelsnaam van de SNS) dus een belangrijke financier van NOC*NSF en daarmee van de bij NOC*NSF aangesloten sportbonden (momenteel 76). De Lotto heeft vijf kansspelproducten waarvan Toto, Lotto en Krasloten de bekendste zijn. De eerste heeft een duidelijke relatie met sport, het gaat immers om sportweddenschappen. Voor degenen van mijn generatie was de combinatie lottoballetjes en sport ook nog wel helder: jarenlang eindigde Studio Sport op zondagavond immers met de trekking van de Lottoballetjes.

Sportbonden

Circa 75% van de winst van De Lotto gaat dus naar de Sport. Maar wie was dat nog bekend? In de jaarrekeningen van de bonden werd de bijdrage meestal verantwoord onder het kopje Subsidies onder de naam SNS-gelden. Waarmee nog wel eens de vergissing werd gemaakt dat dit te maken had met de bank onder dezelfde naam.

De financiering van mijn eigen internationale topsportcarrière bleek achteraf voor een groot deel te zijn verzorgd door De Lotto. Internationaal zwom ik immers op kosten van de zwembond, die zijn middelen grotendeels van NOC*NSF kreeg en dus van De Lotto. In 1995, kreeg de bond er bijvoorbeeld 2 miljoen gulden bij (NRC). Bij mijn sollicitatiegesprek in 2013 heb ik De Lotto daarom met terugwerkende kracht daarvoor bedankt. Want ik wist het pas toen ik me in het bedrijf ging verdiepen, vanwege deze sollicitatie... Maar ook de breedtesport leunt voor een groot deel op de Lottogelden. Om een voorbeeld te geven: de twee wandelsportbonden die nu samen de Koninklijke Wandel Bond Nederland vormen, ontvingen over 2014 samen ruim een half miljoen euro! 100% breedtesportstimulering dus (cijfers te vinden op nocnsf.nl; zoek op 'lotto bijdrage bonden').

De Lotto en de Sport waren uit elkaar gegroeid. De Lotto was een commercieel bedrijf geworden waar zo veel mogelijk loten werden verkocht, onder andere met grote spelshows zoals Lotto Weekend Miljonairs. En de Sport zag elk jaar een mooi bedrag binnenkomen onder het kopje subsidie. Maar dat hiervoor eerst loten moesten worden verkocht, was eigenlijk nauwelijks nog bekend.


Bron foto: ANP PHOTO 2000/Foto: Kippa gelicenseerd onder de Creative Commons 4.0 Licentie.

Recordafdrachten en teruggang

Over 2010 en 2011 gaan recordbedragen van bijna 60 miljoen naar de sport. De sport rekent zicht rijk. Vanaf 2012 zet de teruggang in, waar de sport nu nog de zure vruchten plukt. Daarvoor zijn enkele oorzaken (niet limitatief):

De Lotto

  • De lotprijs was in stappen verhoogd van 1 naar 2 euro. Dat leverde in eerste instantie natuurlijk (bijna) een verdubbeling van de omzet op, want een groot deel van de Lottospelers speelde automatisch via een abonnement. Maar na een tijdje pasten de spelers hun spelbedrag weer omlaag aan, of besloten zelfs helemaal te stoppen.

  • De losse verkoop vond traditioneel plaats bij de sigaren- en tijdschriftenwinkels. Door de dalende verkopen van beide productgroepen, daalde de lotenverkoop mee (Ik heb nog wel eens de politiek incorrecte uitspraak gedaan dat de rokende Nederlander ervoor zorgt dat de sportende Nederlander dat goedkoper kan doen…)

  • De economische teruggang versterkte de eerste twee punten.

De sport

  • De sport wordt met bijna vierjarenplannen (Olympiade) gebudgetteerd.

  • De plannen voor 2012-2016 werden gebaseerd op de vette (Lotto-)jaren 2010-2011 en de economische crisis leek daarmee aan de sport voorbij te gaan

  • De sport was niet gewend iets terug te doen voor de bijdragen van de Lotto.

Banden Lotto en Sport aangehaald

In januari 2012 werd tijdens een extra algemene ledenvergadering van sportkoepel NOC*NSF een voorstel aangenomen. Bonden dragen op vrijwillige basis een deel van de marketingrechten (sponsorrechten) over aan Lotto en creëerden daardoor meer zichtbaarheid voor De Lotto. De Lotto logo’s op de kleding van bijvoorbeeld Epke en Marianne Vos bij het behalen van hun wereldtitels, waren dus geen sponsoring, maar een vrijwillige inbreng van deze bonden aan de lotto.

Bonden waren dus vrij om rechten in te brengen en gingen er dus ook verschillend mee om. Het was even wennen om iets terug te moeten doen voor een partij waar ze al jaren indirect (immers: via NOC*NSF) van kregen, maar nooit iets was teruggevraagd. Het leek op sponsoring (rechten in ruil voor geld) maar van een sponsorcontract waarin dit vastgelegd kon worden was geen sprake en de geldstromen en de rechten kenden feitelijk geen samenhang. Het mogelijke voordeel was dat meer zichtbaarheid van Lotto zou kunnen leiden tot meer lotenverkoop en daarmee dus meer gelden voor de bonden.

Van een verplichting was echter zeker geen sprake en zo kwam het dat er soms grote bonden waren die niets inbrachten, of zelfs met concurrenten in zee gingen; kleine bonden die alles inbrachten wat ze in huis hadden, maar met een lage commerciële waarde; of de eerder genoemde voorbeelden van de KNWU en de Gymnastiekunie. Ook de lotto liet zien dat ze er toch echt voor de sport zijn, met commercials rondom de sport, bijvoorbeeld de voetbalcoach en ook een DNA-film (zie hieronder). En nog wat later volgde de introductie van de LottoNLJumbo wieler/schaatsploeg.

1964

Even terug nog naar 1964. De Lotto valt als loterij onder de Wet op de Kansspelen, uit dit jaar! Europa had nog grenzen, Internet was nog lang niet uitgevonden. De markt was nog volledig Nederlands, maar inmiddels ziet de wereld er echt anders uit, maar is de wet nog steeds niet aangepast. Al ligt er wel al even een voorstel tot wijziging. Buitenlandse aanbieders, zeker op de markt van sportweddenschappen, pakken een groot deel van de markt weg.

Hoewel de spelers die van buitenlandse aanbieders gebruik maken, formeel de wet overtreden, wordt hierop niet gehandhaafd. Dat de winsten die de bedrijven maken hiermee Nederland verlaten zal ze niet bekend zijn of niet erg interesseren. Wel is het buitenlandse aanbieders niet toegestaan een .nl domein te gebruiken en hun website in het Nederlands aan te bieden. Maar daar zijn eenvoudige oplossingen voor, zoals bijvoorbeeld www.bwin.be/nl. Het aanbieden van Nederlandse voetbalwedstrijden als weddenschap is uiteraard niet verboden, buitenlanders gokken immers ook op Nederlandse wedstrijden.

Live betting is in Nederland bijvoorbeeld ook niet toegestaan, maar wordt dus wel aangeboden. De Nederlandse Toto mag dit niet en verliest hiermee marktaandeel. En zodra de Nederlandse gokmarkt is gemoderniseerd, open gaat en buitenlandse aanbieders van sportweddenschappen ook loterijproducten mogen aanbieden, zullen de marketingbudgetten van de grote Europese spelers ervoor zorgen dat de nu nog enigszins beschermde markt, voor een groot deel door buitenlandse spelers wordt afgeroomd.

Conclusie

Wat in de jaren ’60 een mooie manier was om de sport te financieren, is dat nog wel de manier 50 jaar later? KNWU voorzitter Marcel Wintels heeft er een goed stuk over geschreven, waarover de Volkskrant afgelopen zaterdag schreef. Het kan niet zo zijn dat de Sport afhankelijk is van de mondiale gokmarkt. Nadeel heeft van het terugbrengen van het aantal rokers. En zijn eigen leden zou moeten stimuleren om op wedstrijden te gokken - maar niet op eigen wedstrijden, want dan kom je in conflict met regels die er zijn om matchfixing tegen te gaan.

Nederland juicht elke twee jaar als we medailles halen op de Spelen, maar moet ook bereid zijn daarin structureel te investeren. En de sport niet afhankelijk te zijn van diverse externe factoren. Immers ook de breedtesport leunt voor een groot deel op Lottogelden. De fusie met de Staatsloterij  zorgt ervoor dat De Lotto toch al een Staatsdeelneming wordt. Laat de sport niet afhankelijk zijn van de winst van dit bedrijf.

ZIE OOK: Extra geld voor sportbonden - De Telegraaf

*Noot: van een huwelijk tussen de sport en De Lotto is eigenlijk geen sprake. De Lotto is in feite een dochter van de georganiseerde sport. Het bestuur van de Stichting bestaat uit vertegenwoordigers uit met name de Sport. Met de fusie met de Staatsloterij komt hierin verandering.


Foto header: YouTube TeamLottoNLJumbo