Geen Olympische Spelen zonder Holland Heineken House voor feesten en huldigingen. De Spaanstaligen hadden in 1928 ook zo'n onderkomen in het Casa Olympica - in de nabijheid van het Rijksmuseum. Ook prins Hendrik kwam op bezoek. Tijdens de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam was in de buurt van het Rijksmuseum de Casa Olympica. Volgens het Nieuwsblad van het Noorden was dit een onderkomen voor de deelnemers aan de Spelen uit de Spaanssprekende landen, ‘waaronder Argentinië. Chili, Mexico, Spanje en Uruguay zijn te rangschikken’.
Het was opgezet door Constant Boissevain, samen met zijn echtgenote, om de Spaanstalige een goede plek aan te bieden in Nederland, een land waarvan ze de taal niet machtig waren. Dat was gebeurd in opdracht van de organisatoren van de Spelen – ook om de banden tussen Nederland en de Spaanstalige landen aan te halen. Het was erg leuk, aldus de Nederlandse journalisten. De Revue der Sporten schreef bijvoorbeeld: ‘De wanden zijn bekleed met fleurig crêpe en vlaggendoek, er is een bar ingericht, 'n welvoorziene leestafel, overal lokken gezellige hoekjes uit om te rusten van de Olympische beslommeringen.’ Ook Het Volk kwam eens langs: ‘Casa Olympica is een gezellig ingericht home voor de Latijnsche deelnemer aan de Olympische Spelen. Er hangt een groot portret van president Calles, door de Mexikaansche voetballers ter eere van dezen verdienstelijke staatsman geschonken.’
De N.R.C. was het meest uitvoerig: ‘De lokaliteit zelf is met grooten smaak en zin voor comfort door de goede zorgen van den heer Nap de la Mar in een zeer aantrekkelijke club herschapen, waar de bezoekers vinden een lees- en schrijfkamer, een conversatiezaal. een bar, een goed restaurant, een dansvloer; en waar het comité tevens ook aan de vertegenwoordigers van anders nationaliteiten gastvrijheid hoopt te verleenen.’
Huldiging
Het onderkomen was nog maar een paar dagen open voordat de eerste huldiging er kon worden gehouden. Nadat Uruguay het olympisch voetbaltoernooi had gewonnen, werd dat in de Casa uitbundig gevierd. ‘Daar is de Uruguaysche kampioensploeg gehuldigd,’ zag Revue der Sporten, ‘de spelers ontvingen elk een herinneringsgeschenk, de volksliederen weerklonken en lang nog bleef men, bij zang en dans, bijeen in het clubgebouw en op het terras.’ En zoals Poetin besloot een pintje te pakken met de koning en Ireen Wüst, deed prins Hendrik dat op 7 augustus 1928 in de Casa, ‘waar hij een klein uur doorbracht in gezelschap van leden van het Comité ter behartiging van de belangen der Spaansch-sprekenden en van het IJsclubbestuur.’
Zo werd dit onderkomen een doorslaand succes – zo groot dat Revue der Sporten ruim twee jaar later nog sprak over een internationale vermaardheid. Zelfs de koning van Spanje was verguld, want in 1929 werd Boissevain ’begiftigd met het ridderkruis van de Orde Merito Civil’. Leuk idee voor Poetin: geef de baas van het Holland Heineken House ook een hoge onderscheiding. Al was het maar als dank voor de gratis reclame, die hij daar heeft gekregen.
De bijdrage is eerder ook op Sportgeschiedenis.nl verschenen, lees daar ook over de steeds maar oplopende schuld van 1992.