Krantenuitgevers dreigen niet alleen in print de slag te gaan missen, maar ook digitaal lijken sportredacties van de meeste dagbladen conservatieve bolwerken geworden waar video als noodzakelijk kwaad wordt gezien en er af en toe een slechte kopie van het NOS Sportjournaal wordt gemaakt.
De wereld van de sportcontent is spectaculair in beweging. Voor de schermen, achter de schermen en waar niet is er videocontent te vinden van sporthelden en de grote wielerploegen, maar ook Ajax en PSV weten langs de digitale snelweg razendsnel de fans te vinden die al lang niet meer gespannen bij de brievenbus staan om te kijken of de krant al neer ploft.
Krantenuitgeverijen en redacties weten daar nauwelijks raad mee. De PSV-watcher van het Eindhovens Dagblad stuurde bijvoorbeeld een woedende tweet over het feit dat PSV nieuws van een persconferentie ook meteen zelf via de social media deelde. In 2017 is dat heel normaal en zullen de uitgeverijen opnieuw positie moeten kiezen. Gewoon met een camera naast die van de NOS, FOX, en RTL gaan staan en hetzelfde nieuws opnemen, is een kansloos model.
ZIE OOK: Videocontent: Hoe demarreer je uit het videopeloton?
'Hilversum' spelen
Er zijn hoopvolle ontwikkelingen. De Telegraaf heeft het video-kanaal VNDG en daar mogen ook de goed ingevoerde specialisten van de krant zoals Raymond Kerckhoffs (wielrennen) en Frank Woestenburg (Formule 1) hun mening geven en volgt een camera bijvoorbeeld Estavana Polman, succesvol handbalster en vriendin van Rafael van der Vaart en is er meer onderscheidende sportcontent.
Met de ervaren Chris Woerts als adviseur aan Telegraaf-kant wordt een serie "Achter de Schermen" gemaakt, waarbij wordt samengewerkt met House of Sports Digital. Zoals Helden Video van Barbara Barend tekent voor de Estavana Polman serie.
Het AD maakte een prima praatprogramma op het eigen kanaal en op Eurosport tijdens de Giro d’Italia en de Tour de France. Voor de rest is het veel hetzelfde. Krantenjournalisten weten geen raad met digitale verslaggeving en willen het liefst een tv-desk op hun redactie om daar 'Hilversum' te spelen.
In Groningen en Leeuwarden draait zelfs een oubollige talkshow die in de verte doet denken aan de tv zoals die in de vorige eeuw in Hilversum en Amsterdam werd gemaakt. Je vraagt je af of dames en heren die zo trots communiceren dat ze adviseur zijn voor videocontent, wel weten wat ze aan het doen zijn. De toekomst is namelijk aan premium content vanuit de sport en het gezag van individuele redacteuren. Verslaggevers worden in de digitale wereld van 2017 merken. Vanuit de sport zal er steeds meer video beschikbaar zijn en de kranten zouden een platform kunnen zijn en die stroom kunnen duiden.
FC Afkicken
Hoe het ook kan bewijst FC Afkicken; een onlinevideo-kanaal dat een paar jaar geleden in een kelder in het centrum van Amsterdam startte. Gezellig over voetbal praten met jonge mannen met een mening die via Twitter en Instagram nationale helden werden. Ik denk dat bij sportfans tot 30 jaar bijvoorbeeld Jean Paul Rison een grotere naam heeft dan welke andere sportverslaggever van krant of tv ook. De heren hebben vakkundig een hype gecreëerd en verdienen er nog geld mee ook. De Toto en de KNVB werken bijvoorbeeld mee aan hun #EKDaily over het EK Vrouwenvoetbal. Enthousiaste vakkundige online tv.
ZIE OOK: FC Afkicken bereikt wél jonge doelgroep met succesvolle online voetbaltalkshow
Hetzelfde geldt ook voor het onlinekanaal Wielerflits, met presentator/oprichter Maxim Horssels, dat niet alleen adequate wielerverslaggeving doet, maar dankzij de medewerking van producent Southfields ook wekelijks een talkshow doet vanuit de grote studio 3 op het Mediapark.
Je vraagt je dan af waarom krantenuitgeverijen niet op dit soort ontwikkelingen inspelen en naast hun kranten videocontent gaan produceren die echt iets toevoegt en waarmee ook echte spin-off’s met de kranten mogelijk zijn.
Video: Aflevering van Wielerflits
Bedreiging
Het Dagblad van het Noorden bijvoorbeeld zou 24/7 alles kunnen laten zien achter de schermen bij FC Groningen. In Maastricht zou een lokale FC Afkicken kunnen komen, waarmee kranten hun eigen video-helden creëren. Nu is het van allemaal niks en ontstaan in Amsterdamse en Groningse kelders onlineprogramma’s die op termijn een grote bedreiging zijn voor de lokale uitgevers. Slimme jongens en meisjes die via video wél commercie en inhoud verbinden en wél bij kijkers in de mobiele telefoon binnenkomen.
Laten ze in Groningen, Utrecht, Maastricht en Leeuwarden eens met pioniers als Neal Petersen of Jean Paul Rison gaan praten. Dan kan er iets moois ontstaan.
