Ondernemende topsporters zijn de topsporters van de toekomst

“Ik ga toch zeker niet om geld bedelen?” Deze opmerking horen wij bij Wij zijn Sport geregeld als sporters naar de mogelijkheden van crowdfunding informeren. Een hardnekkig misverstand. Want als vragen of mensen betrokken willen raken bij jouw sportcarrière voelt als bedelen, vind je dan eigenlijk dat je niks te bieden hebt? Sporters zijn gewend dat de wereld om hen draait. Talenten worden van jongs af aan in de watten gelegd. Ouders hijsen hen op het schild, coaches en begeleiders houden hen uit de wind. Een topsporter moet sporten, slapen en eten.

Eigen verantwoordelijkheid

In die cultuur ontwikkelen zij zich. Het is de vraag hoe houdbaar dat is op lange termijn. Een sporter zal meer en meer oog dienen te hebben voor de maatschappelijke context waarin hij of zij opereert. Het huidige topsportsysteem, of het nu om gefinancierde programma’s van NOC*NSF gaat of faciliteiten van sportbond, provinciale of regionale sportorganisaties, houdt sporters grotendeels weg van deze eigen verantwoordelijkheid. Onverstandig, als je naar de maatschappelijke relevantie van sport kijkt. Bovendien stranden negen van de tien talenten op weg naar de top en staan zij vroeg of laat weer middenin de maatschappij.

Crowdfunding ervaringen

Een sporter die vanaf het begin van zijn sportcarrière proactief een achterban ontwikkelt, draagt bij aan de verankering van sport in de maatschappij. In dat proces ontwikkelen zij relevante persoonlijke skills én een waardevol netwerk, zowel van belang tijdens als na afloop van hun sportcarrière. Eén van de instrumenten die sporters ter beschikking staan om dat te operationaliseren is crowdfunding. Wat zijn de ervaringen van sporters die daarmee aan de slag zijn gegaan? Met welke verwachtingen zijn zij gestart, waar lopen zij tegen aan en wat hebben zij geleerd?

Achterban ontwikkelen

Na een imposante, deels onderbroken, carrière wilde oud-wereldkampioen Rens Blom op een goede manier afscheid nemen van de sport die hem zoveel had gegeven. Hij financierde zijn laatste seizoen als polsstokspringer met een crowdfunding campagne. Bezoeken aan scholen om kinderen te vertellen over zijn leven als topsporter maakten onderdeel uit van zijn givebacks naar funders. De bijdragen aan zijn campagne kwamen voor een groot deel uit het netwerk dat hij de afgelopen jaren als sporter opbouwde. “Toen ik 18 was vond ik dat een sponsor blij mocht zijn dat ik met zijn naam op mijn shirt ging lopen. Nu ben ik 36 en realiseer ik me dat ik toen al had moeten beginnen met het bewust opbouwen van een achterban. Dat is wat ik de talenten van nu voorhoud. Begin er mee, het is waardevol. Voor nu én voor later.”

Spin-off

Dat vraagt om een ondernemende attitude. Sommige sporters hebben dat van nature, anderen hebben daar hulp bij nodig. Het levert méér op dan poen alleen. De speelsters van landskampioen waterpolo BAM ZVL ontplooiden al meerdere initiatieven om geld bij elkaar te brengen voor hun sportieve doelen. “Om die reden waren de verwachtingen van crowdfunding aanvankelijk niet erg hoog binnen het team”, aldus assistent-coach Tim van der Meer. De begeleiding zette het door. De publiciteit van de campagne wekte eerst de aandacht van het lokale bedrijfsleven en even later ook van een grote sponsor. Naast een bijdrage aan de campagne committeerde deze sponsor zich ook aan een meerjarige sponsorovereenkomst als naamgever van het team.

Het is werk

Niet alles gaat zomaar goed. Voorbereiding is cruciaal, zo blijkt uit de ervaringen van de waterpolosters. “Ik denk dat wij veel sneller ons streefbedrag hadden gehaald als we vooraf onze bestaande fanbase beter hadden geïnformeerd. Zo bereid je hen voor en willen ze in mijn ogen sneller en directer meedoen.”  Andere sporters die zich aan crowdfunding waagden herkennen dat. Hoogspringer Douwe Amels: “Het voorbereiden en plannen is heel belangrijk, zodat het niet interfereert met de andere dingen die je moet doen (studeren/presteren).”  Taekwondoka Jeroen Wanrooij is nog stelliger: “Stel niet alleen je doel, schrijf het niet alleen op. Onderneem dagelijks actie om dichterbij je doel te komen.”

Analyse doelgroepen

In die voorbereiding is een analyse van de ‘crowds’ die je wilt bereiken onmisbaar. Eén van de meest in het oog springende campagnes van 2014 was die van para-triatleet Sjaak van den Berg. Hij bracht ruim € 11.000 bij elkaar. Als het op ondernemerschap aankomt, heeft Sjaak een voorsprong. Hij komt uit een Noord-Hollandse ondernemersfamilie en stond op het punt om in het bedrijf in te stromen toen hij in 2009 door een bedrijfsongeval zijn onderarm verloor. Hij ontdekte daarna via het zwemmen zijn talent voor de para-triatlon, een nieuwe Paralympisch onderdeel in 2016. Met een uitnodiging op zak voor de Nederlandse selectie besloot hij na overleg met zijn familie om vol voor Rio te gaan. Zijn funders stelden hem in staat een goede voorbereiding op het WK in Canada te draaien, gevolgd door een heel verdienstelijk debuut. Voor Sjaak werkte het heel goed om een kick-off te organiseren. “Daar komen veel mensen die je anders waarschijnlijk niet zo makkelijk bereikt, ‘bekenden van bekenden’ zeg maar. Als zij enthousiast zijn en het doorvertellen aan hun netwerk, bereik je dus ook veel meer mensen. Belangrijker nog dan volstrekt onbekenden. Want de groep onbekenden is misschien wel veel groter, de bedragen die ze doneren zijn veel kleiner dan bij ‘bekenden’ en ‘bekenden van bekenden’.

Ondernemerschap in de sport

In totaal 29 sporters en teams toonden in 2014 dat ondernemerschap. Zij werden zich bewust van hun maatschappelijke waarde en gingen daarmee aan de slag. Iedere sporter zou zich een dergelijke stap moeten gunnen, zou in ieder geval voor zichzelf de afweging moeten maken of hij proactief een achterban gaat opbouwen. Dat hoeft niet meteen groots en meeslepend. Ook een sporter die regelmatig zijn verhaal wil vertellen op zijn oude school of vereniging bouwt aan een achterban. Het zou ook enorm helpen als er in talentontwikkelingsprogramma’s naast leerlijnen over voeding en dopingregels een leerlijn over ondernemerschap in de sport zou komen. Het zou de start van een cultuuromslag betekenen.