#FreeUyghurs

Tegenwoordig buitelt iedereen over elkaar heen om zich nadrukkelijk uit te spreken over maatschappelijke thema’s. Vooral in de sport is deze ontwikkeling goed zichtbaar. Knielen als symbool van antiracisme. Regenboogbanden om aandacht te vragen voor diversiteit. Statements over misstanden. De dooddoener ‘sport en politiek zijn gescheiden’ is overleden, behalve wanneer er een persoonlijke prijs voor moet worden betaald.

Met de Olympische Winterspelen in Peking in aantocht dient zich naast een prachtig sportevenement ook een uitgelezen kans aan om mensenrechtenschendingen in China aan te kaarten. De kwesties Tibet, Taiwan en Hongkong zijn wellicht complex, maar de ook door Nederland erkende genocide van China op de Oeigoeren is dermate afgrijselijk dat een ondubbelzinnige veroordeling vanzelfsprekend zou moeten zijn. Die ondubbelzinnigheid heeft een aantal landen getoond met het besluit tot een diplomatieke boycot van deze Spelen.

Het IOC daarentegen verschuilt zich achter zijn stokpaardje dat sport politiek neutraal hoort te zijn en dat het geen politiek bedrijft. Je vraagt je af wat er door het IOC werd bedreven met de decennialange uitsluiting van Zuid-Afrika van de Spelen vanwege het apartheidsregime. Hoewel je terecht kunt opmerken dat tijdens de toekenning van de Spelen aan Peking in 2015, niet bekend was dat ruim 1 miljoen Oeigoeren in concentratiekampen worden gevangengehouden, is die wir haben es nicht gewußt-houding nu niet meer vol te houden. Of toch wel? Het langstzittende bestuurslid van het IOC zei onlangs nog dat hij geen spijt heeft van de keuze voor Peking en dat hij niets weet over wreedheden tegen Oeigoeren. Het verschil in handelen tegen China tussen het WTA en het IOC in de kwestie #WhereIsPengShuai is exemplarisch voor het eigen morele vandalisme van het IOC.

LeBron James bleek 400 miljoen redenen te hebben om China in bescherming te nemen na een kritische tweet van de manager van NBA-club Houston Rockets

Rechtvaardigheidsgevoel hapert jammerlijk

Velen hebben nu de hoop op de atleten en sponsoren gevestigd. Het lijkt oneerlijk om van jonge atleten te verwachten een standpunt in te nemen door zich uit te spreken, of door niet naar Peking te gaan en daarmee het grootste toernooi van hun leven te missen. Atleten zijn immers geen politici en het falen van de wereldpolitiek en het IOC moet niet op hen worden afgeschoven. Daarentegen heeft een atleet die zich uitspreekt meer impact dan een politicus of mensenrechtenorganisatie. Zij kunnen bepalend zijn in de beeldvorming.

Bovendien zijn atleten tegenwoordig buitengewoon vocaal over thema’s als racisme, diversiteit en LHBTI-rechten of misstanden in andere landen, zoals de VS, Saoedi-Arabië en Qatar. LeBron James, poster boy van de antiracismebeweging, was er in 2019 als de kippen bij om China in bescherming te nemen na een kritische tweet van de manager van de Houston Rockets. Achteraf bleek dat hier 400 miljoen redenen voor zouden zijn. Het toont aan dat het rechtvaardigheidsgevoel dat atleten tegenwoordig in overvloed lijken te hebben, jammerlijk hapert wanneer het China of de Oeigoerse genocide betreft.

De prijs van echt verzet is voor velen te hoog

Wat niet hapert zijn de rekenmachines van de TOP-partners van het IOC. Ondanks de toenemende druk zich uit te spreken, hebben zij berekend dat reputatieschade in het Westen niet opweegt tegen een boos China met een lucratieve afzetmarkt van 1,4 miljard consumenten. Human Rights Watch heeft alle 13 TOP-partners aangeschreven en kreeg alleen een - nietszeggende - reactie terug van Allianz. Onlangs moesten de Amerikaanse TOP-partners, waaronder Procter & Gamble, Coca-Cola, Visa, Intel en Airbnb, zich in de senaat verantwoorden voor het partnership. Hoewel al deze bedrijven de VN-richtlijnen over bedrijfsvoering en mensenrechten hebben onderschreven, liet geen van hen zich verleiden tot een uitspraak over mensenrechten in China. Ze hebben minder schroom zich uit te spreken op de website van de Olympische Spelen waar dezelfde bedrijven en het IOC elkaar alinea’s lang zelfvoldaan complimenteren met het bevorderen van gelijke kansen voor mannen en vrouwen en de ‘Olympische Waarden’, wetende dat Oeigoerse vrouwen massaal in kampen worden verkracht en gesteriliseerd. ­­­

Hopelijk zijn de Spelen in Peking snel voorbij en kunnen we weer laten zien dat we deugen door te knielen als teken van verzet tegen onrecht of door tijdens Pride-maand onze bedrijfslogo’s in de kleuren van de regenboogvlag te laten opmaken. De prijs van echt verzet, is voor velen helaas te hoog.

Deze column staat ook in het SPORTNEXT Magazine. De editie 'winter 2021/2022' staat in het teken van de vermenging tussen sport en politiek en hoe de sportwereld steeds vaker een katalysator is voor maatschappelijke thema's als inclusie, diversiteit en duurzaamheid. Je kunt het magazine los bestellen, of word nu abonnee!

Wil je op de hoogte blijven van de sportprestaties op de Spelen? Bekijk dan ons media-overzicht waarin uitgebreid staat beschreven hoe je de Winterspelen kunt kijken en volgen.

Headerfoto: Wirestock Creators / Shutterstock.com