Schaatswereld staat aan begin van een omwenteling

Eind goed al goed. De KNSB Cup werd dit weekeinde gewoon verreden met een magistrale Sven Kramer, die liet zien dat hij niet alleen aan de bestuurstafel van buitengewone klasse is, maar ook op het ijs ongenaakbaar.

Met het akkoord tussen KNSB, teams, atleten en gewesten is de angel uit het conflict, waar het in de beeldvorming te veel draaide om geld, maar de diepe en echte redenen nog niet aan de oppervlakte zijn gekomen.

Vertrouwen is de sleutel tot succes, op het ijs en ook daarbuiten. Waar geen vertrouwen is heerst wantrouwen en is veel negatieve energie die ten koste gaat van niet alleen sportieve ambities, maar ook de sport in een wurggreep houdt. Dan is er geen vooruitgang, is er niet de bereidheid tot luisteren. Wat zo was het de afgelopen weken: men sprak met elkaar, men luisterde naar elkaar, maar men hoorde elkaar niet.

"De KNSB is een ouderwetse organisatie, niet op de toekomst ingericht waar amateurs beslissen over professionals"

Het was aan de buitengewoon sterke Sven Kramer te danken dat het toch nog goed kwam. Hij kwam op voor de atleten, zijn collega’s, terwijl niemand er om had gevraagd, Maar in plaats van zich afzijdig te houden, ging hij vol op de barricaden en het was buitengewoon fraai om te zien dat de schaatsfamilie op het ijs zich eensgezind achter haar kopman schaarde. Een staaltje van solidariteit dat nog niet veel vertoond is in de harde wereld van de topsport waar egoïsme, elkaar willen laten struikelen vaak de boventoon voert.

De schaatssport mag trots zijn op een boegbeeld als Sven Kramer.

Wapenstilstand

Maar met het akkoord dat nu bereikt is, is men er nog niet. Integendeel. Er zijn harde woorden gevallen, er is alom onbegrip en al helemaal geen vertrouwen in elkaar. Het is een wapenstilstand die op ieder moment weer kan ontsporen.

Vertrouwen, dat is nodig om tot een meerjarige en structurele oplossing te komen. De KNSB is een ouderwetse organisatie, niet op de toekomst ingericht waar amateurs beslissen over professionals.

Waar de beleidsbepalers op kantoor in te veel hokjes moeten denken om iedereen tevreden te houden en het dan net niet goed genoeg doen. Ondanks alle goede bedoelingen.

Want natuurlijk beseft de KNSB dat het de topsport keihard nodig heeft om te kunnen overleven. Maar aan de deur van het bondsbureau in Utrecht kloppen steeds meer mensen aan die ook bestaansrecht menen te hebben en geld willen zien voor hun activiteiten, die veelal op de breedtesport gericht zijn, of in een segment wat als topsport wordt omschreven, maar waar in de praktijk weinig of geen belangstelling voor bestaat.

Daarom moet zo spoedig mogelijk de topsport geheel losgetrokken worden van de breedtesport. Moeten de inkomsten eerlijker en transparanter worden verdeeld. Verlieslatende onderdelen of worden afgestoten of zelfredzaam moeten zijn en ieder euro die niet bijdraagt aan ontwikkeling en stimulering van de sport niet meer wordt uitgegeven.

Lean en mean, en daar moet de organisatie op worden ingericht.

ZIE OOK: Bestuurders KNSB moeten over hun schaduw heen durven kijken

Wantrouwen

En dan is er nog dat diepe wantrouwen. Wantrouwen dat om moet slaan in vertrouwen. Dat kan alleen als partijen met open vizier, zonder vooroordelen, geheime agenda’s of haantjesgedrag in een kamer gaan zitten om te praten over wat echt goed is voor de sport.

De atleten zijn de basis voor de sport, waar wordt gepresteerd komt geld en energie vrij, stijgt de aandacht en de populariteit en dan komt het met de schaatssport uiteindelijk ook weer goed.

Maar vertrouwen is ook: durven delen. Dus sponsorgeld oormerken en teams en atleten laten mee profiteren van gegenereerde inkomsten. En dan niet gelijk zeggen: ja maar die teams, wat doen die dan? Nee, ondernemerszin belonen en zorgen dat er een goede basis is voor de sport, waardoor bij een minder jaar aan inkomsten een team niet gelijk wegvalt, maar kan putten uit opgebouwde reserves.

Als je niet kunt delen kun je niet vermenigvuldigen. Maak teams en atleten onderdeel van het verdienmodel en iedereen zal zien: je bent aantrekkelijker voor het bedrijfsleven, merken teams zijn nog meer genegen om te activeren, omdat er belang is bij volle stadions en meer exposure.

"De KNSB moet in gesprekken met de teams, gewesten en atleten beginnen met een schone lei. Met een blad papier waar niets op staat"

Kijk naar het totaalplaatje en vraag je mediapartners om actief mee te helpen aan het professionaliseren van de sport: kijk kritisch naar aanvangstijden, kijk naar meerdere exposure momenten. Een simpel voorbeeld: als de NOS de klassementen in beeld brengt staat er keurig de naam van de schaatser, maar niet de naam van de ploeg, In het wielrennen bijvoorbeeld is dat echt anders. En waarom ook niet het logo van KPN aan de titelkaarten toevoegen. Kleine, simpele dingen die bijdragen aan het opwaarderen van de waardeketen. Om over het interviewen achter een sponsorbord (backdrop) nog maar te zwijgen. Dat is is niet alleen de verantwoordelijkheid van een bond, maar ook van de teams en atleten en de mediapartner. Kritisch zijn op elkaar mag, maar sta ook schouder aan schouder als de belangen evident zijn.

Op nul beginnen

De KNSB moet in gesprekken met de teams, gewesten en atleten beginnen met een schone lei. Met een blad papier waar niets op staat. Geen verplichtingen, geen wensen. Gewoon op nul beginnen en vandaar uit werken aan een nieuwe structuur, vernieuwing, nieuwe inkomstenstromen, een ander commercieel model en een eerlijke verdeling van collectief gegenereerde gelden. In een organisatie die is opgedeeld in een topsport en breedtesport divisie. Met ieder een eigen budget, verantwoordelijkheden en taken. En een ondersteunend team dat recht doet aan de potentie en ambitie.

Alleen dan kan er gewerkt worden aan vertrouwen en dat vormt de basis voor een gezonde toekomst.

Het woord is aan de KNSB, maar ook aan alle andere stakeholders die allemaal hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Sven Kramer gaf daarin het goede voorbeeld door voor zijn collega’s op te komen. Op een waardige manier, zonder te overvragen, maar die wel recht deed aan de positie van de atleten. Zij zijn de basis van de sport. Bestuurders moeten aanvoelen wat er in de belevingswereld van sporters leeft, waar de angsten en valkuilen zitten en hoe ze daarbij kunnen helpen. Om te stimuleren en het beste in de sporters naar boven te halen. Dat is de taak van een bond, en als ze dat goed doen, is er rust, vertrouwen en je zult zien dat de aandacht stijgt, atleten meer gemotiveerd zijn en dat bedrijven weer en meer willen investeren omdat men weet: in deze structuur voel ik me veilig en gewaardeerd.

Zo moeilijk is het niet...


Headerfoto: Twitter @LottoJumbo schaatsen