Shared Service Center als oplossing voor een duurzame toekomst van de schaatssport

Het schaatsseizoen is bijna ten einde. En geheel volgens traditie moet het merendeel van de sporters en coaches deze zomer op zoek naar nieuwe sponsoren. Vooralsnog hebben alleen Jumbo en ikzelf met mijn ingenieursbureau CLAFIS aangegeven de komende jaren door te gaan met de sponsoring van de schaatssport. Een trieste, maar verklaarbare ontwikkeling die aangeeft dat het tijd is voor verandering. Daarom pleit ik voor een compleet nieuw model voor een duurzame toekomst van de sport: de oprichting van een Shared Service Center.

Jaap Stalenburg schreef hier onlangs al dat het professionele schaatsimperium op instorten staat voor wie verder kijkt dan de Jumbo-ploeg. Bij ISkate lijken er financiële problemen omdat AfterPay is gestopt en er vooralsnog geen nieuwe sponsor te vinden is voor het Plantina-team van Gerard van Velde (met o.a. Kai Verbij en de Mulder-broers). JustLease.nl – de sponsor van Ireen Wüst - stopt ook. En ook bij een aantal kleinere ploegen draait de hoofdsponsor de geldkraan dicht. Waarom lopen al deze sponsoren weg?

Het antwoord is simpel: ze zijn het zat. De bedrijven die een ploeg sponsoren hebben het idee dat ze alleen maar mogen betalen en verder geen enkele inmenging mogen hebben. Het oude idee van sponsoring dat niet meer van deze tijd is.

Individuele schaatser(s) sponsoren

Sponsoring is geëvolueerd tot het aangaan van partnerships. Een langdurige diepgaande verbinding die voor beide partners een echt voordeel oplevert. Het partnership moet voor beide partners dan ook dezelfde waarden hebben, bijdragen aan de strategie van de organisatie én liefst maatschappelijke waarde toevoegen. Er moet in mijn ogen dan ook een diepere wisselwerking zijn tussen bedrijven aan de ene kant en de sporters en coaches aan de andere kant. Veel sponsoren geven aan dat ze wel betrokken willen blijven bij de sport, maar op een meer verbindende wijze. Daarom pleit ik voor een nieuw model met een Shared Service Center. Er wordt een overkoepelende organisatie opgericht, waar samenwerking centraal staat. Wat iSkate nu doet, lijkt op het model dat ik voor ogen heb.

Je kunt in het nieuwe model als bedrijf aangeven dat je een aantal individuele schaatsers wilt sponsoren, omdat ze bij jouw visie passen of omdat je je met hen kunt identificeren. Je betaalt een bepaald bedrag, waarvan 20% naar het Shared Service Center gaat voor onder meer de kosten van trainers en medische begeleiding. Als er een aantal schaatsers direct bij jouw bedrijf of een gelieerde juridische rechtsvorm onder contract staat, kun je daaromheen je activatie effectiever gaan inzetten, omdat er een partnerschap aan ten grondslag ligt. Oftewel een normale verhouding tussen werkgevers en werknemers. De strategische basis die dit biedt toont een verdiepingsslag die de samenwerking een grotere kans op succes geeft. Het levert meer waardering en sympathie op.

Commerciële ploegen verdwijnen

Een rekenvoorbeeld: stel dat ik met CLAFIS een x-bedrag  wil investeren in de schaatssport. Voor dat bedrag contracteer ik vijf schaatsers. Ik koop ze als het ware in. Ik bied ze een arbeidsovereenkomst en de schaatsers worden werknemers van CLAFIS of een gelieerde juridische rechtsvorm. Van dat x-bedrag gaat 20% naar het Shared Service Center. Op deze manier kun je ook met een relatief klein bedrag toch betrokken zijn bij de schaatssport en dankzij het Shared Service Center kan jouw schaatser net als al zijn of haar concullega’s op gelijke wijze gebruikmaken van alle faciliteiten die nodig zijn om tot een topprestatie te komen.

Eén van de consequenties van dit model is dat de commerciële ploegen zoals we die kennen, grotendeels verdwijnen. Er zullen best bedrijven zijn die nog wel alles zelf willen doen en dat kan ook. Jumbo investeert gericht in het schaatsen en verzekert de toekomst van de ploeg. Maar er zijn niet heel bedrijven met dezelfde financiële middelen als Jumbo die in het schaatsen willen stappen. Ook de managers van alle ploegen zullen waarschijnlijk grotendeels verdwijnen. Er zijn nu heel veel managers die veel geld verdienen. In het nieuwe model zijn die niet meer nodig en dat levert forse besparingen op.

Kleine markt

Het wordt voor schaatsers dus nog belangrijker om goede resultaten neer te zetten, zowel op als buiten het ijs. Er zijn nu ongeveer 60 professionele schaatsers. Mijn inschatting is dat ongeveer 40 van hen een contract krijgen aangeboden. De overige 20 schaatsers vinden dan geen onderdak en zijn in principe werkloos. Zij hebben gewoon recht op een uitkering. Het schaatsen is maar een kleine markt en in dit nieuwe model wordt er organisch een selectie gemaakt.

Ook de rol van de KNSB moet nu echt veranderen. Ik heb hier eerder al aangegeven dat één van de speerpunten van de Expertgroep is dat we een dienende KNSB willen. De bond wil bij van alles betrokken zijn, maar dat hoeft niet. De KNSB moet garant staan voor de veiligheid en zorgen dat de reglementen juridisch in orde zijn. Dat is het. Ik wil dat de teams en bedrijven die in het schaatsen gaan stappen erkend worden als 100 procent werkgevers. Dan ontstaat er een driehoek van overheid, werkgevers en werknemers.

Samenwerken

Dat er veel staat te gebeuren in de schaatssport is duidelijk. De broekriem moet worden aangetrokken, zowel op het bondsbureau als bij de schaatsers. Het belangrijkste is dat we meer gaan samenwerken. Als je niet kunt delen, kun je namelijk ook niet vermenigvuldigen. Samen moeten we het doen. En samen gaan we een nieuw tijdperk in het schaatsen tegemoet.

Lees ook de eerdere columns van Bert Jonker:


Headerfoto: Team CLAFIS