Het individuele belang prevaleert steeds vaker boven het groepsbelang. Een trend die zich niet alleen in de maatschappij, maar ook steeds meer in ons sport DNA nestelt. Het sociale aspect verdwijnt ter meerdere glorie van het individu. En dan heb ik het in eerste instantie niet eens over het verval van het Nederlands voetbal. Ook al sluit ik een causaal verband tussen beide in deze context zeker niet uit.
Steeds vaker claimt het (geconstrueerde) individu de spotlights, daar waar het teambelang ondergeschikt lijkt en genoegen moet nemen met een tweede plek. Maar dat is meer een feitelijk gevolg. Teamsport wordt van oudsher gezien als een speelse manier om door middel van samenwerking tot een gezamenlijk doel te komen. Iets wat voorheen door zowel kinderen, jongeren als volwassenen gezien werd als middel om onderling begrip en sociale cohesie te creëren. Teamsport als manier om een gezamenlijk doel te verwezenlijken (winnen), door middel van optimale samenwerking.
In werkelijkheid dient sportsucces tegenwoordig vaak als strategisch onderdeel van een publieke persona. Althans, als we kijken naar sport op het hoogste niveau. Een merk opgebouwd rondom een individu, met als doel maximale waarde creëren, vertelt vanuit een succesverhaal en opgezet als businessmodel.
Quantified self
"Nooit eerder waren individuele sporten, prestaties en wedstrijden zo belangrijk en onlosmakelijk verbonden met een succesvol leven"
Maar hoe vertaalt deze ultieme individualisering slag zich dan naar persoonlijke sportbeleving? We praten zelf ook steeds meer over sport als onderdeel van een strategie tot de optimale zelf. De doelen die daaruit voortvloeien sluiten aan op een ultiem (vaak illusionair) zelfbeeld. De vele apps, wearables, personal coaches en DNA-specifieke voedingsadviezen helpen ons om onze doelen nog efficiënter en effectiever te verwezenlijken. Ook wel: 'quantified self', maar in feite gewoon een extreme vorm van zelfverheerlijking.
Nooit eerder waren individuele sporten, prestaties en wedstrijden zo belangrijk en onlosmakelijk verbonden met een succesvol leven. Van Ironman tot Ultraman. Het moet extremer, zwaarder en onmogelijker. Het inherente afzien wat gepaard gaat met de extreme prestaties lijken steeds meer op een neo-individualistische weg naar verlossing in het post-teamsport tijdperk. Het hebben van extreme doelen lijkt het doel op zich.
Onze motivatie om te gaan sporten wordt gevormd vanuit prestatie en prestige en nauwelijks vanuit een behoefte naar ontspanning of doelloos vermaak. En begrijp me niet verkeerd, dat is geen oordeel maar het creëert wel interessante nieuwe vragen. Zoals; wat kunnen we bereiken? Maar nog veel meer; wat willen we bereiken? Als het doel het doel is geworden en we de natuurwetten lijken te herscheppen 'on-the-go', dan is sport uiteindelijk niet veel meer dan het ultieme statussymbool van de moderne mens.
Headerfoto: Flickr (cc) Martin Persson