Sportmanagement op olympisch niveau

Binnen de topsport gaat het vaak om kleine verschillen en halen we alles uit de kast om zo goed mogelijk te presteren en daarbij wordt niets aan het toeval overgelaten. Hierbij wordt veel gevraagd van spelers, speelsters en de begeleiding van de sporters, maar alles voor dat ene doel; die ultieme sportprestatie.


SPECOTour 2016: van 3 t/m 7 oktober volgt elke dag een column van één van de verbonden SPECO-docenten.


Die drive mis ik vaak als ik kijk naar de manier waarop sport georganiseerd wordt in Nederland. In de sportagenda 2012 van NOC*NSF werd brancheontwikkeling nog als één van de drie ambities benoemd. In het plan van vier jaar later, sportagenda 2016, stond organisatieontwikkeling als een randvoorwaarde beschreven. Het is niet voor niets dat dit thema in beide beleidsplannen is opgenomen en ik geloof er heilig in dat in de organisaties het verschil gemaakt wordt in zowel de top- als de breedtesport. In 2016 zouden we volgens het Olympisch Plan kijken of we op olympisch niveau zouden zijn. Zijn we op dit gebied al op olympisch niveau?

Als ik kijk naar de kick-off van de eredivisie badminton, waar alle teams op een centrale locatie de eerste competitiewedstrijden speelden, dan durf ik wel te zeggen dat we daar nog niet op olympisch niveau zijn. Een mooi initiatief vanuit de bond, maar dit evenement ontstijgt het amateurniveau niet. 

Wanneer ik kijk naar het optreden op social media van een kleine BVO, waar de directeur bij afwezigheid van een reporter via Twitter verslag deed van de wedstrijd, hierbij gebruik maakte van zijn persoonlijke account, in de berichten zijn eigen team afviel en vooral commentaar leverde op de leiding. Dan denk ik; dat is absoluut géén olympisch niveau. Gelukkig dacht de club daar ook zo over en werden veel van de eerder door de club geretweete berichten later verwijderd.

De Nederlandse volleybalbond heeft afgelopen zomer een vrije plaats in de eredivisie opgevuld en voor een plek in de eredivisie dient een club aan licentievoorwaarden te voldoen. Uiteindelijk bleken er twee teams die de plek in wilden vullen en aan de voorwaarden voldeden. De Nevobo besloot beide inschrijvingen niet op inhoud te beoordelen, maar te kiezen voor eerlijkheid en dus te gaan loten. Ik vind eerlijkheid een belangrijke waarde, maar als je het mij vraagt is dit een keuze vanuit angst en zeker geen olympisch niveau.

Natuurlijk zijn er de afgelopen jaren ook voorbeelden te noemen waarbij we met onze sport wel het olympisch niveau bereikten. Neem de prachtige sportevenementen die de bonden in samenwerking met marktpartijen organiseerden. De EK’s, de WK’s en de grote wielerrondes, prachtige voorbeelden waarbij we de lat voor onszelf wel hoog genoeg leggen. 

Ik hoop dat we met elkaar in de toekomst kritisch blijven op de wijze waarop we top- en breedtesport in Nederland organiseren en we als sportprofessionals onszelf de vraag blijven stellen; is dit olympisch niveau? Laten we alles wat we doen voor de sport benaderen als een olympische finale. Bij een finale hoort winnen en verliezen, maar als er dan wordt verloren, moeten we in elk geval onszelf en de voorbereiding niets kunnen verwijten.

Video: Samenvatting dag 1 SPECOTour 2016

SPECOTour 2016

Eerste column uit de serie 'SPECOTour 2016'. De SPECOTour is een speciale onderwijsweek voor studenten van de opleidingen SPECO Sportmarketing en SPECO Sportcommunicatie (Fontys Economische Hogeschool Tilburg). Elke dag wordt er ingezoomd op verschillende (actuele) thema's in de sportwereld, waarbij professionals uit het werkveld hun visie en ervaringen met studenten delen. Op SportNEXT wordt in de week van 3 t/m 7 oktober een column van één van de docenten gepubliceerd. De column speelt in op het (centrale) thema van de dag. Wil je niets missen van de SPECO Tourweek? Volg dan het Twitteraccount @SPECOTour.

Bekijk het volledige programma van de SPECOTour:


Foto: Twitter @volleybalnl