Swimmpropellor: Nieuwe revolutie in het zwemmen?

Bijna honderd jaar geleden experimenteerden zwemmers al met houten badpakken en fietsbanden om beter te blijven drijven en zich sneller door het water te verplaatsen. De uitvindingen bleken niet revolutionair en vonden geen navolging. Zwemmen stond lange tijd niet bekend als een sport waar technische hulpmiddelen het resultaat zwaar beïnvloeden. Sinds de ontwikkeling van de supersnelle zwempakken aan het begin van dit millennium, lijkt daar verandering in gekomen te zijn. Er waren al zwembrillen met sensoren en oortjes die de zwemmer in het water in had en nu is daar de Swimpropellor: een apparaat dat de weerstand in het water vergroot. Gaat deze uitvinding van eigen bodem de Nederlandse zwemmers aan (meer) medailles helpen tijdens de Spelen in Rio?

Er is bewijs dat onze voorouders ongeveer 8.000 jaar geleden al zwommen en tekeningen van 2.000 jaar voor Christus laten mensen zien die zwemmend vluchten voor boogschutters en daarbij zakken gevuld met lucht als hulpmiddel gebruiken. In Nederland werd in 1844 in Den Haag de allereerste zwemwedstijd georganiseerd en in 1870 was Amsterdam voor het eerst gastheer van een zwemwedstrijd. De snelste tijd over 114 meter destijds: 2 minuten en 55 seconden. Voor de winnaar wachtte een bedrag van 25 gulden. Zwemmen is al sinds 1896 een olympische sport, maar technologie speelde lange tijd niet echt een grote rol. De laatste decennia is daar echter verandering in gekomen. De techniek staat niet stil en de ontwikkelingen volg(d)en elkaar in rap tempo op.


Michael Phelps tijdens de Spelen (2008) met de Speedo LZR Racer - Foto: Wikimedia (CC) Jmex60

Supersnelle zwempakken

Het bekendste voorbeeld van innovatie in de zwemsport zijn de supersnelle zwempakken. Halverwege het vorige decennium ontstond er een soort wapenwedloop tussen fabrikanten van zwempakken. Wat begon met een haaienvinnenpak, eindigde in pakken gemaakt van polyurethaan, die geen water doorlieten. Het gevolg was dat zwemmers sneller waren dan ooit. Tijdens de WK lange baan in Rome (2009) werden er maar liefst 43 wereldrecords gebroken en een jaar na de invoering van de LZR Racer van kledingfabrikant Speedo in februari 2008 waren 80 van de 108 mondiale toptijden gesneuveld. De impact van het zwempak was dusdanig groot dat de wereldzwembond FINA de pakken verbood. Na het verbod van 1-1-2010 op de supersnelle pakken, waarbij zwemmers allemaal weer gewoon in een zwembroek of badpak van textiel moesten zwemmen, ging het er weer over wie het snelste zwemt, in plaats van wat.

Zwembril met sensoren

Maar de toon leek gezet door de ontwikkeling van de pakken en men bleef sindsdien constant op zoek naar manieren om sneller te zwemmen. Met name in de trainingsmethoden werd volop geëxperimenteerd om die paar honderdsten van een seconde winst te boeken. Het Nederlandse InnoSportLab, voorheen een initiatief van NOC*NSF en TNO, ontwikkelde een nieuwe zwembril met sensoren die de slagfrequentie kunnen meten. Zwemmers gingen en gaan het water in met een oortje (dat lijkt simpel, maar waterdicht en vooral verstaanbaar tijdens het zwemmen is nog niet zo eenvoudig), zodat de trainer de zwemmer direct feedback kan geven. En het Innosportlab de Tongelreep in Eindhoven zocht uit of zwemmers sneller gaan zwemmen van barokmuziek en zette vorig jaar tijdens een trainingskamp van de Nederlandse zwemploeg in Thailand een drone in om de zwemmers vanuit de lucht te analyseren.

Lees ook: Technologische ontwikkelingen in de zwemsport - Blog Dennis Rijnbeek (10 oktober 2011)

Gordel

Nu is daar een nieuwe Nederlandse uitvinding: de Swimmpropellor. Het principe is als volgt: achter de zwemmer draait een molentje om hem eerder terug te trekken dan vooruit te helpen, met als doel sterker te worden en je meer te focussen op je zwemtechniek, zodat je uiteindelijk sneller wordt. De uitvinding van Erik de Graaf is al omarmd door topsporters. Onder meer trainers als Patrick Pearson, Martin Truijens en Marcel Wouda maken maken gebruik van de propeller. Zij hebben een groot deel van de Nederlandse zwemtop onder hun hoede.

De propeller is ongeveer zo groot als een hand. De zwemmer doet een gordel om, waar een soort staartje aan zit. Daaraan zit de propeller vast. Vervolgens ga je zwemmen en draait de propeller achter je rond. Hoe sneller je zwemt, hoe meer weerstand je voelt. De uitvinding zou ervoor moeten zorgen dat je nog sneller kunt zwemmen. Zwemmers hoeven daarbij niet diep in de buidel te tasten: voor een investering van ongeveer €35,- kunnen ze al een eigen Swimmpropellor aanschaffen. 

De vraag is nu of de zwempropeller een revolutie in de zwemwereld teweeg brengt en de Nederlandse zwemmers de komende jaren aantoonbaar sneller gaan zwemmen en mogelijk grossieren in medailles op Olympische Spelen, WK’s en EK’s óf dat de uitvinding in een la met de eerder geflopte zwembrilbadmuts verdwijnt. De tijd zal het leren.