Uitvliegen: Let’s Rock in Rio!

Deze herfstperiode is een boeiende tijd voor marketeers. Het sportjaar 2014 is bijna achter de rug, veel uitslagen zijn inmiddels bekend en we maken ons op voor een nieuw jaar. Kortom, keuzes worden gemaakt en het proces van uitvliegen staat weer voor de deur.

Een klein jaar geleden schreef ik op dit platform al een stuk met de titel ‘Vogelnestje'. Om kort te gaan: samen met de KNGU hebben we met zorg een nieuw nestje gebouwd. Hoger doel hiervan is iedereen in Nederland een leven lang te laten bewegen, waarbij ‘lef’, ‘dichtbij’ en ‘expressie’ als de onderscheidende merkwaarden zijn gedefinieerd. Om deze nieuwe ambitie en belofte te kunnen laden en beleven, hebben we een aantal nieuwe producten (zoals het Beweegdiploma en het Grote Gymfeest) ontwikkeld. 

Lees ook: Vogelnestje (door Nortberth Korsmit)

Inmiddels - een jaar verder - zijn er commerciële partners aan deze producten verbonden en heeft het bedrijfsleven er mede voor gezorgd dat de ledendaling van de afgelopen 10 jaar is doorbroken. Oftewel, het realiseren van groei door de ontwikkeling van een strategisch plan; een visie waarin de sportconsument écht centraal staat en werkelijk onderscheidende sporten en producten worden aangeboden. Goed nieuws dus.

Maar de KNGU wil meer. En terecht. Want de sport heeft (versneld) behoefte aan een ander aanzien. Immers, Nederland had en heeft wellicht nog steeds een verkeerd beeld van deze sport: conservatief, (te) feminien en enigszins autoritair. Niet best dus. Om deze reden hebben ze in Beekbergen flink geïnvesteerd om dit beeld te kunnen veranderen. Niet alleen in een sterkere organisatie of door de breedtesport kant-en-klare producten aan te reiken om heel Nederland weer te laten bewegen.

Lees ook: KNGU benut nieuwe kansen in digitale marketingwereld (door Peter Sprenger)

Maar zeker ook in de topsport. Want topsport zorgt voor rolmodellen die haar sport levend houden in het bewustzijn van ons allemaal. We identificeren ons graag met de passie, de ambitie en discipline van topsporters. Daarnaast zijn topprestaties – en in dit geval de gouden medaille van Epke - goed voor onze nationale trots. Zo’n gebeurtenis waarvan nog iedereen precies weet waar hij of zij op dat moment was. Daarom zet de KNGU, samen met NOC*NSF, vol in op de teamkwalificatie van de mannen voor de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro. Indien het herenteam zich hiervoor plaatst, schrijven ze geschiedenis. Immers, in de historie van het Nederlandse herenturnen is het niet eerder voorgekomen dat een team zich wist te plaatsen.

Als insider in de sport durf ik stellen dat vrijwel niemand in Nederland weet dat we aan de vooravond staan van een ware turnrevolutie. Turnen is geen sport meer voor meisjes of mietjes. Er komt een nieuwe generatie turners aan. Niet alleen een grote teling freerunners – die óók onderdeel zijn van de gymnastiekfamilie – maar vooral een lichting mannelijke topsporters; zelfbewuste baasjes met lef, een eigen stijl en dito uitstraling. Of maar in een onnozel voetbalcliché te spreken: jongens waar ‘een goeie kop op zit.’

Tijd dus voor een kleine revolutie. Een beweging die er nu eens eindelijk echt voor zorgt dat deze sport zelfstandig uitvliegt, krachtig haar vleugels uitslaat en vooral haar eigen verenpracht toont. Natuurlijk volgt dan automatisch de vraag: maar hoe dan? Hoe gaan we deze jongens letterlijk en figuurlijk een podium geven wat ze verdienen? Maar nog belangrijker, een podium wat écht bij ze past? Het antwoord schuilt in een andere passie van dit team. Muziek. Zo spelen bijvoorbeeld Epke Zonderland, Bart Deurloo en ook bondscoach Mitch Fenner gitaar. Maar ook de andere elf teamleden hebben bijna allemaal een bijzondere link met muziek. Bovendien helpt muziek het team harder te trainen en beter te focussen op wedstrijden. Met als doel uiteindelijk samen te rocken in Rio. Oftewel, “Let’s Rock in Rio”.

Maar er is meer nodig om dit team op de kaart te zetten dan alleen een onderscheidende positionering. Het team heeft dringend behoefte aan een vliegende start. Een start waardoor ze in één klap bekend worden bij het grote publiek. Daarom heeft Giel Beelen – als Rock in Rio ambassadeur van het eerste uur – een unieke samenwerking geïnitieerd met de Nederlandse rocksensatie Kensington. In de videoclip ‘War’, de nieuwste single van Kensington, komen sport en muziek bij elkaar. Het nummer gaat over broederschap, onvoorwaardelijkheid, zelfbeheersing, passie en lef. Deze video staat symbool voor het team en de turnsport in het algemeen. Doordat Epke, Bart en Casimir in deze clip de hoofdrol vervullen, laat de turnsport een nieuw gezicht zien; dat turnen een sport is voor jongens met lef en klaar is voor de volgende generatie sporters.

Maar bovenal opent deze unieke samenwerking tussen sport en muziek ook deuren, die voorheen altijd voor de Gymnastiekunie gesloten bleven; merken die staan te springen om op een andere manier met de sport samen te werken. Maar vooral uitgedaagd willen worden. Voor mij het ultieme bewijs dat de sport zich niet in haar hemd in de hoek moet laten zetten waar de klappen vallen. Maar juist zelfverzekerd, met haar allermooiste maatpak, de ring moet instappen. Of zoals een oud-Hollands spreekwoord luidt: ‘aan de veren kent men de vogel.’ Daarom alvast voor 2015 een goede vlucht toegewenst.