Terwijl heel Nederland op het strand lag te bakken zwommen de Nederlandse toppers (in het overdekte zwembad) op het WK in Barcelona. Kromowidjojo maakte de verwachtingen waar en zwom naar het goud op de 50 meter vrij. Haar blijdschap was een verademing, zo heerlijk onbevangen. De prestaties van de andere Nederlandse deelnemers viel jammer genoeg tegen. Toch denk ik dat dit toernooi wel eens aan de basis kan staan van een ommekeer in de zwemsport. De sport heeft ambassadeurs voortgebracht die nadrukkelijk in de media aanwezig waren de afgelopen week. Pieter van den Hoogenband schreef een column en verscheen veel op social media, Johan Kenkhuis zat als analist (live!) bij Studio Sport en Jacco Verhaeren was natuurlijk ter plaatse in Barcelona namens de zwembond. Deze heren hebben duidelijk hun spreekwoordelijke hengels uitgegooid en het is nu wachten wie of wat ze aan de haak slaan.
De zwemsport heeft de laatste decennia iconen voortgebracht die staan voor hun sport. Zij zijn met trots het uithangbord van de zwemsport. Persoonlijk ben ik er groot voorstander om je sporter na zijn of haar carrière te behouden voor de bond. Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruijn zijn voor mij helden. Ik zag ze midden in de nacht Olympische races zwemmen en winnen. Zij gaven het Nederlandse zwemmen jarenlang glans. De rol die met name Van den Hoogenband nu speelt voor de zwemsport kun je logisch noemen. Maar waarom zie je dat in andere sporten dan veel minder? Een gemiste kans voor veel bonden als je het mij vraagt. Zijn het niet juist deze oud-sporters die via velen kanalen de nieuwe generatie kinderen het laatste zetje kunnen geven?
Vrijwel ieder kind komt op jonge leeftijd met zwemmen in aanraking en dit is voor het leven. Van den Hoogenband beschreef het heel helder in zijn column in de Telegraaf: ‘zwemmen is een sport die je van wieg tot graf kunt doen’. Wanneer je kijkt naar vergelijkbare sporten denk ik zelf direct aan gymnastiek. Van ouder- en kindgymnastiek tot bewegen voor bejaarden, er is voor ieder wat wils. Net zoals er overal in Nederland water is en zwembaden staan, zijn er ook overal klimrekken op het schoolplein en staan de trampolines tegenwoordig in de huiskamer of de tuin. Toch kampt ook de gymnastiekunie al jarenlang met dalende ledenaantallen. Waar haken kinderen dan af?
Laten we starten met de zwemsport. Van den Hoogenband schrijft in zijn column dat in Nederland jaarlijks 180.000 kinderen leren zwemmen maar dat nog geen 1 procent van hen lid wordt van een club. Mogelijke oorzaken zijn de kwaliteit van de zwemles en het plezier waarmee de les overgebracht wordt. Naar mijn eigen overtuiging is ook de leeftijd van zwemles belangrijk. Op welke leeftijd is een kind ‘rijp’ voor het water, bestand tegen de haak van de juf of meester en klaar om te leren duiken?
Dan de gymnastiek. Hier kan ik uit eigen ervaring spreken. Zelf leerde ik als klein meisje de handstand tegen de muur van mijn vader. Hij trots, ik blij. Op televisie zag ik de Amerikaanse en Russische topturnsters ongelooflijk mooie bewegingen maken en wilde dat zelf ook. Dus werd ik lid van de plaatselijke gymnastiekvereniging. Ik werd dus duidelijk getriggerd door bepaalde (basis)aspecten. Maar hoe zit dat bij andere jongens en meisjes? Vinden zij het voldoende om te hangen aan het klimrek of touw te klimmen tijdens de schoolgym? Dit is het punt waarop een samenwerking tot stand moet komen tussen basisonderwijs en de gymnastiekunie. Ontdek waar je talent zit en sla ze aan de haak!
Duidelijk is dus dat er onvoldoende uitdaging te vinden is in het zwemmen en de gymsport in de huidige vorm. Het woord dat op het puntje van mijn tong ligt is vernieuwing. Zowel de zwemsport als de gymnastiek lijken gewoonweg achter gebleven bij hun tijd. Jacco Verhaeren, technisch directeur van de zwembond, gaf hier gehoor aan tijdens het afgelopen WK. Hij is bezig met het opzetten van een nieuw lesprogramma voor zwemmen. Borst- en rugcrawl en een competitie element moeten de sport aansprekender gaan maken voor de kinderen van nu. Verandering is vaak een lange weg met veel politiek en obstakels. Verhaeren is nu aan zet en heeft de nodige media aandacht gepakt. Het is nu een kwestie van doorzetten als je het mij vraagt.
Ook binnen de gymnastiekunie wordt er hard gewerkt aan nieuwe vormen van beweging die de sport aantrekkelijk moeten maken. Het show element gaat een steeds grotere rol spelen. Ahoy was dit jaar het decor voor een weekend Nederlandse Kampioenschappen turnen, trampolinespringen, ritmische gymnastiek, acrogym, jazzdans en streetdance. Inclusief een showavond. De turnsport heeft heel wat te bieden en moet hiermee naar buiten. Anders blijven we teveel hangen in de negatieve spiraal van de sport. De gouden generatie met onder meer Verona van de Leur is net zo snel gegaan als dat ze opkwamen. Eeuwig zonde als je het mij vraagt.
Zwemmen en gymnastiek zijn twee sporten met potentie. De beoefening kan op veel plaatsen, de outfit is goed betaalbaar en de sporten zijn toegankelijk voor jong en oud. We groeien er gewoon vrijwel allemaal mee op. De huidige helden zijn er ook, zowel mannen als vrouwen. Laten we Sebastiaan Verschuuren, Ranomi Kromowidjojo, Epke Zonderland en Celine van Gerner nu het vertrouwen geven dat ze verdienen. Dan slaan we die daarna ‘aan de haak’ voor het ambassadeurschap van de toekomst.
Afbeeldingen: NOS Video - Flickr (CC) Wolf - OKK Ridderkerk