Cruyff en de interrelationele duurzaamheid

Met weinig verbazing volgen we de afgelopen maanden de Ajax soap. Met als hoogtepunt het aanstellen van van Gaal als algemeen directeur terwijl Cruyff daarvan niet op de hoogte was gebracht door de rest van de Raad van Commissarissen. We vermoedden al tijden dat Ajax knullig bestuurd zou worden, zoals het ons ook niet zal verbazen als bijna alle voetbalorganisaties knullig bestuurd zullen worden. De knulligheid zie je bijvoorbeeld hoe ze omgaan met spelers. Ze betalen ze teveel en ze behandelen ze teveel als goden. De knulligheid zie je aan het niveau van de bestuurders: allemaal snelle, goedgebekte mannetjes, die het allemaal goed bedoelen, maar die hun ego heel moeilijk buitenspel kunnen zetten. De knulligheid zie je in de organisatiestructuur, geen normaal mens die daar nog iets van snapt. Er is een spelersraad, raad van commissarissen, ledenraad, technische staf, directie, trainersstaf, ondernemersraad, advies commissie kantine zaken, supportersbelangen commissie en ga zo maar door. Sterker nog: geen normaal mens wil dit snappen.

 

Waarom loopt het fout met sportorganisaties? Een belangrijke factor ligt in de kern van de sport. De kern van de sport is: ik win, jij verliest. Simpel en Mooi. Tot de 20ste eeuw werkte dit paradigma niet alleen in de sport. Ik win, jij verliest werkte in de gehele maatschappij. We zagen de maatschappij als een ladder die je op moest klimmen. Hoe hoger je kwam hoe beter. Je kwam op de hoogste trede door je werk op te delen in kleine hapklare brokken, door de opdrachten van je meerdere braaf uit te voeren, waarvoor je werd beloond of gestraft. Je werkwijze lag vast in procedures en instructies. De kennis berustte bij het management, die natuurlijk ook de beslissingen namen. De gevolgen van die ladder waren naast een groeiende economische welvaart: sociale onvrede (waarom hij wel en ik niet), milieu problemen (gletsjers smelten weg) en grondstoffen schaarste (voor hoeveel jaar hebben we nog olie). Het paradigma ik win, jij verliest van de 20ste eeuw is door de negatieve gevolgen maatschappelijk niet meer houdbaar.

 

 

Dankzij de digitalisering komen we in de vroege 21ste eeuw tot een nieuw paradigma. Kernwoorden: sociaal, innovatie, diversiteit, creativiteit, menselijkheid en duurzaamheid. Simpel gezegd het paradigma van interrelationele duurzaamheid. Interrelationeel betekent relationele verbanden die verder gaan dan ras, leeftijd, geslacht. Dus relaties die vooral op waarde niveau van mensen zitten. Duurzaamheid betekent verder gaan dan milieu beschermen, dus vooral duurzaam in relaties en sociale interacties. De interrelationele duurzaamheid zie je terug bij activiteiten op Wikipedia, Facebook en talloze kleine webinitiatieven die mensen met elkaar verbindt. Je ziet het paradigma terug bij de toename van de hoeveelheid ZZP’ers, je ziet het terug in de jaarverslagen van beursgenoteerde bedrijven die praten over maatschappelijke verantwoordelijkheid. Je ziet het terug bij initiatieven als Occupy, Tedx of de manier waarop geld werd opgehaald na de aardbeving in Haïti.

Waar gaat het nu mis? Sport is in de essentie niet interrelationeel duurzaam, want je wilt tenslotte je tegenstander vernietigen. Dus hoe meer het 21ste paradigma in de wortels van onze samenleving integreert, hoe lastiger het besturen van een sport organisatie wordt. Want ik zie nog niet in dat een voetballer minder sturing nodig heeft, zelf ondernemend gedrag vertoont, zijn beloning af laat hangen van de maatschappelijk toegevoegde waarde die hij levert, dat hij zich verantwoordelijk gedraagt naar alle stakeholders van het voetbal spel. Ik zie niet in dat sportbestuurders of trainers zich dienend en nederig kunnen opstellen, waarbij ze vanuit een grote innerlijke passie en liefde voor het voetbal tot beslissingen komen die alle stakeholders blij kunnen maken. Ik zie eigenlijk alleen de voetbalsupporter tot interrelationele duurzaamheid in staat. De voetbalsupporter (enkele gekken daargelaten) staan tenslotte met beide benen in de 21ste eeuw. Ze snappen dat het voetbalspel een ouderwetse spelletje is, die twee keer 45 minuten duurt, waarbij het paradigma winnen / verliezen binnen de grenzen van het spel wordt uitgevoerd en dat ze daarna weer naar hun werk kunnen.

Voor de voetbalwereld gaat het ouderwetse spelletje buiten de reguliere speeltijd door en daarom kunnen wij genieten van de vele real life soaps in de sport. Zoals een echte soap is het voor sommigen amusant, verslavend en leuk, maar gaat het uiteindelijk helemaal nergens over. Terwijl voor velen de wedstrijd RKC – Ajax van afgelopen weekend wel ergens over ging. Dat zou je er bijna door vergeten.