Recensie: Het Grote Denken begint niet in Grolloo

Vijftig vertegenwoordigers van de Nederlandse sportwereld, het bedrijfsleven en het onderwijs brachten begin dit jaar een werkbezoek aan Brazilië. Filmmaker Kees Hoogeveen legde deze reis naar het mondiale sportwalhalla vast in een documentaire. 

De organisatoren van de Olympische Spelen van 1928 waren na afloop bijzonder tevreden met het grote succes van dit sportevenement – vooral de steun onder de bevolking. Op 3 november 1928 hieven zij daarom het glas tijdens een plechtige bijeenkomst in het Olympisch Stadion.

Ir. J.W. Kips hield als voorzitter van de Nederlandsche Voetbalbond een anarchistische toespraak. Het succes van de Spelen, zo meende hij, begon bij het optimisme van de initiatiefnemers. Een goed begin, maar “niet zoo heel veel waarborg, dat wij ook zouden slagen”. Dat positieve gevoel kreeg een zware knauw toen de nationale overheid geen steun gaf aan de Spelen, maar gelukkig was dat voor de bevolking het moment om massaal in actie te komen. De weigerachtige overheid bleek doorslaggevend voor het grote succes: “Wat de staat ons onthield, werd door het Nederlandsche volk gegeven. Zóó namen de Spelen een plaats in het volksleven in, zóó werd onze onderneming inderdaad een nationale, zóó is het beter geweest!”

De aanwezigen dachten bij deze woorden even terug aan het jaar 1925, toen een meerderheid van de Tweede Kamer bezwaar maakte tegen de Olympische Spelen vanwege het vereren van de verkeerde goden en de verheerlijking van het lichaam – om nog maar te zwijgen van het onterende beeld van sportende vrouwen in het algemeen en sporten op zondag in het bijzonder. Tegelijkertijd zagen Kips’ toehoorders de vele activiteiten weer voor zich, die meteen daarna in het hele land werden georganiseerd om het benodigde geld binnen te halen. Of het nou in Almelo was, Den Haag, Veendam, Amsterdam, Nijmegen, Brielle, Oisterwijk, Assen of Harlingen – overal liepen de mensen zich de benen uit het lijf. En daar bleef het niet bij: ‘Het Comité tot Steun aan de Olympische Spelen in Nederland Sumatra’s Oostkust heeft bereids een bedrag van ruim f 40.000,- gestort. Te Nice is reeds een bedrag van f 700,- bijeengebracht.’

Dankzij de boycot van de nationale politiek werden de Spelen van 1928 omarmd door de bevolking. Het evenement was in feite een daad van verzet geweest, waarop – om de slotwoorden van Kips over te nemen - “het vaderland trotsch kan zijn”.

Naar Brazilië
Meer dan tachtig jaar later is die trots van 1928 de inspiratiebron voor het Olympisch Plan 2028. Daarbij zijn we zo enthousiast dat we voor het gemak maar even vergeten dat het IOC absoluut niet gevoelig is voor dergelijke symbolische jaartallen. Anders waren de Spelen van 1996 wel in Athene geweest, maar in plaats daarvan wees het IOC een andere stad aan. Precies honderd jaar nadat in de Griekse hoofdstad de eerste moderne Spelen werden gehouden, verplaatste het circus zich naar Atlanta.

Dat het Olympisch Plan met deze historische ongevoeligheid amper rekening houdt, komt door een merkwaardige spagaat van mondiale ambities tegenover naïeve dorpspolitiek. Deze was ook zichtbaar tijdens het tiendaagse bezoek aan Brazilië van vertegenwoordigers van de sportwereld, het bedrijfsleven en het onderwijs. Omdat dit land zowel het WK Voetbal van 2014 als de Olympische Spelen in 2016 mag organiseren valt daar het meest te leren.

Kees Hoogeveen reisde mee en legde het verloop vast in een documentaire. Waar de filmmaker aanvankelijk wat op afstand werd gehouden, groeide het contact al snel. Aan het eind van de documentaire scheelde het maar een haar of hij had tussen de delegatieleden in het zwembad gelegen.

Door deze goede onderlinge verhoudingen proeven we de enorme betrokkenheid van het reizende gezelschap. Geen moment lieten ze voorbijgaan om met elkaar in gesprek te gaan over het Olympisch Plan – of het nou in een suf zaaltje was of op een zinderend strand. Ver van huis voelden de visionairen zich verlost van hun dagelijkse realiteit, en ontwikkelden nieuwe ideeën. Juist dat creatieve proces, dat ontsnapt aan de waan van de dag, kan de grote kracht van het Olympisch Plan zijn. Dat er soms uiterst lullige powerpointpresentaties werden gebruikt om die creativiteit een richting te geven, zien we daarom door de vingers.

De spagaat van het Olympisch Plan valt in de documentaire meteen op als een pleidooi voor het Grote Denken moeiteloos overgaat in de stelling dat de Spelen van 2028 zullen beginnen in Grolloo – het Drentse dorp in de gemeente Aa en Hunze dat van gedeputeerde Anneke Haarsma toestemming heeft gekregen zich een Olympisch dorp te mogen noemen. Heel leuk voor Grolloo natuurlijk, en wellicht een lichtend voorbeeld voor Eijsden of Schermerhorn, maar helaas laten IOC-leden zich zo niet overtuigen om het grootste mondiale evenement aan Nederland te geven.

Waar Europa last heeft van economieën met verschillende snelheden, hinkt het Olympisch Plan momenteel op twee verschillende benen: links strompelt het vorige-eeuwse polderdenken, rechts rent het ambitieuze been. Het is een silly walk, want het Grote Denken begint nu eenmaal niet in Grolloo.

Harry Been vatte dit probleem treffend samen in een gesprek met Hoogeveen: Nederlanders kunnen zich maar moeilijk verplaatsen in de harde werkelijkheid van de internationale sportwereld. Kijk maar als onze turners stuk voor stuk te vroeg op de grond kwakken: niet de sporters, maar de spelregels hebben dan gefaald.

Na het zien van de film van Hoogeveen blijft geen geruststellend beeld achter van de voorhoede van het Olympisch Plan: enkele duizenden kilometers van huis zijn de ambities voor het Grote Denken duidelijk zichtbaar, net als de poldernaïviteit. Laten we daarom de gedachte van Kips terughalen: om een succes te zijn zullen de Olympische Spelen moeten leven in Almelo, Den Haag, Veendam, Amsterdam, Nijmegen, Brielle, Oisterwijk, Assen en Harlingen. En in Grolloo natuurlijk, want in 1925 hebben we tenslotte niets van dit dorp gehoord.

Dit artikel is eerder verschenen in SPORT & STRATEGIE - Editie 9 en op Sportgeschiedenis.nl