Nederlandse voetbalclubs tellen niet meer mee in Europa (deel 1)

24 mei 1995. In het Ernst Happel Stadion in Wenen wint het jonge, talentvolle Ajax de Champions League door in de finale AC Milan te verslaan. Vijf minuten voor tijd maakt de 18-jarige Patrick Kluivert de winnende. Bijna 19 jaar na dato ziet de voetbalwereld er heel anders uit. De Nederlandse clubs tellen al jaren niet meer mee in Europa. De Eredivisie is inmiddels verworden tot een B-merk en als er niet snel iets verandert, vallen we nog verder terug.

Na de gouden tijden in de jaren ’70 en ’80 waarin de grote drie maar liefst 10 internationale prijzen won (5x Europacup I, 1x Europacup II, 2x UEFA cup en 2x de Wereldbeker), trad langzaam het verval in. In de jaren ’90 telden we al niet meer echt mee al won Ajax nog wel de UEFA Cup (1992) en de Champions League (1995). In de jaren ’00 hadden we nog een keer een opleving toen Feyenoord bijna het onmogelijke presteerde door in 2002 in de eigen Kuip de UEFA cup te winnen. Dat was ook meteen het laatste Europese succes van een Nederlandse betaald voetbal organisatie. In de jaren daarna gleden de Nederlandse clubs in Europa langzaam af naar een bedenkelijk niveau. In het speeltje van de UEFA, Champions League genaamd, overleefde PSV in 2007 als laatste Nederlandse club de poulefase. Dit en vorig seizoen zijn de prestaties zelfs zo schrijnend dat we komend jaar mogelijk niet meer bij de beste 9 landen behoren van de UEFA ranking. Dit heeft tot gevolg dat dan nog maar 5 Nederlandse ploegen Europees mogen gaan spelen (nu 6) en als we niet oppassen kunnen dat er ook 4 worden.

Er liggen een aantal oorzaken ten grondslag aan de terugval van de Nederlandse clubs. Door de vergaande commercialisering en mediatisering zijn de grote voetballanden (Spanje, Engeland, Duitsland en in mindere mate Italië) alleen nog maar dominanter geworden. De ‘voetbalmarkt’ in deze landen genereert veel meer inkomsten dan in andere landen. Op alle gebieden (recettes, media-inkomsten, sponsoring, hospitality, merchandising en overige inkomsten) legt de Eredivisie het al jaren af t.o.v. de grote voetballanden. Ook al bracht de FOX-deal meer geld in het laatje (61,5 miljoen euro) dan voorheen, nog steeds staat dit bedrag in schril contrast met de rechten die aan de orde zijn in Duitsland en Engeland. De Bundesliga mag bijvoorbeeld dit seizoen maar liefst 628 miljoen euro verdelen aan tv-inkomsten. Maar liefst een factor tien hoger dan de Eredivisie clubs samen mogen verdelen.

Tekenend is ook het dat er al jarenlang geen Nederlandse club meer bij de 20 ‘rijkste’ clubs van de wereld behoort. De gezamenlijke omzet van deze rijkste clubs steeg vorig seizoen wederom, ditmaal met 8% tot € 5,4 miljard in totaal. Uit cijfers van KNVB Expertise blijkt dat de omzet in de Nederlandse Eredivisie sinds 2010/2011 gelukkig ook weer stijgt maar wel beduidend minder hard dan de grote clubs uit de leidende landen.

Lees meer over de 20 rijkste voetbalclubs ter wereld

Lees meer over de financiële ontwikkeling van de clubs uit de Eredivise en Jupiler League

Dat de ‘rijkste’ clubs steeds rijker worden, heeft ook te maken met het feit dat steeds meer grote clubs, in met name Engeland, in handen komen van externe geldschieters. Vaak miljardairs die willen pronken met hun eigen ‘speeltje’ of imposante investeringsmaatschappijen die het voetbalbedrijf gebruiken om er financieel beter van te worden. Dat wij in Nederland roomser zijn dan de Paus bevordert onze concurrentiepositie ook niet. De KNVB hanteert strikte licentieregels waarbij clubs zich geen financiële uitspattingen kunnen veroorloven. Grote schulden zijn uit den boze terwijl in landen als Spanje en Engeland men niet zo nauw kijkt. Een half miljard schuld? Geen probleem! En de UEFA en de FIFA hebben hun mond wel vol van Financial Fair Play maar knijpen ondertussen een oogje toe.

Lees hier deel 2

Afbeeldingen: Flickr (CC) Antoon - Paolo