De glorieuze toekomst voor het veldrijden

Komend weekend wordt het WK Veldrijden verreden in het Tsjechische Tabor. Waar langebaan schaatsen alleen in Nederland als globale topsport wordt gezien, is dat met veldrijden in België het geval (België kan in dit artikel ook wel gelezen worden als Vlaanderen). Onze zuiderburen domineren deze sport al sinds het nieuwe millennium. Maar er beginnen scheuren te komen in deze sportieve dominantie, en de sport lijkt te beseffen dat er veranderingen nodig zijn om ook buiten België voet aan de grond te krijgen. Er wacht een mooie toekomst voor het veldrijden.

De jaren ‘90

De Belgische zegetocht begint in 1998 als Mario de Clercq Wereldkampioen wordt. Dit doet hij een jaar later opnieuw, terwijl hij in dat jaar ook de Wereldbeker wint, het belangrijkste regelmatigheidscriterium in het veldrijden. In de rest van de jaren ’90 werden de Wereldbeker en het WK slechts door één andere Belg gewonnen. In de andere regelmatigheidscriteriums Superprestige en BPost Trofee (vroeger de Gazet van Antwerpen Trofee) werden in die jaren en de jaren daarvoor wel continue eindzeges gepakt. Maar hoewel De Clerq de magere jaren ’90 wist te redden zijn 2 Wereldtitels, was dit decennium op het hoogste niveau dus (nog) niet van eenzaam hoge klasse.

Het nieuwe millennium

Hoe anders was dat vanaf 2000. De Belgen begonnen steeds vaker te winnen, met de titel van Sven Nys in de Wereldbeker in 2000 als startpunt. Af en toe reed in de eerste jaren onze landgenoot Richard Groenendaal nog wel eens in de weg ( WK 2000 en Wereldbekers in 2001 en 2004), maar in 2002 was het gehele podium van het eindklassement in de Wereldbeker bezet met Belgen. In datzelfde jaar presteren ze dat ook op het WK. Dat was nog maar het begin. De Belgisch ‘sweep’ werd van 2002 t/m 2006 en in 2012 behaald op het WK en in de Wereldbeker na 2002 nog in 2003, 2005, 2007, 2011 en 2013. T/m dit jaar is er altijd wel minimaal één Belg aanwezig op het podium van deze wedstrijden. Bij de wereldbeker gaat het dan wel over het eindklassement. Een fantastische prestatie natuurlijk.

Doorbreken van de hegemonie

Maar toch begint het veldrijden ook in andere landen weer flink op te leven. Zo werd in 2008 de Nederlander Lars Boom al eens Wereldkampioen en maakte Zdenek Stybar het al helemaal bont met 3 Wereldtitels. In 2010 was de Tsjech ook de eerste niet-Belg sinds 2004 die het eindklassement van de Wereldbeker won. 4 jaar later werd dat nog eens door een Nederlander overgedaan: Lars van der Haar. Op de 2de plaats stond zelfs een Duitser in plaats van een Rode Duivel. Het veldrijden staat op z’n kop. In 2014 werd dus namelijk zowel op het WK als in het eindeklassement van de Wereldbeker niet gewonnen door Belg!

Ook afgelopen weekend werd duidelijk dat vooral de Nederlanders de concurrentie aan kunnen (en durven) gaan de komende jaren. Twee landgenoten betraden het podium (Van der Haar werd 2de en Corné van Kessel 3de) bij de Wereldbeker. En dan zijn zij niet eens de topfavoriet in het Nederlandse kamp tijdens het WK komend weekend. Dat is namelijk Mathieu van der Poel (20 jaar jong!), die de laatste Wereldbekerwedstrijd in Hoogerheide won.

Zonnige toekomst voor het veldrijden

Sportief gezien is veldrijden dus inmiddels al meer dan alleen een sport voor de Belgen. Dat is natuurlijk al een positieve ontwikkeling. Toch geniet de sport nog geen mondiale status. Zelfs in de rest van ons ‘eigen’ Europa is nog een hoop groei te behalen. Want ook al zijn wij als Nederlanders af en toe beter dan de Belgen, toch is er qua media aandacht nog een grote achterstand op onze zuiderburen. Op Sportnext.nl was onlangs al een artikel verschenen over de live coverage van de veldritten op de Belgische zenders. Hoewel de schrijver hier ook stelt dat de toekomst van het veldrijden, vooral ook in Vlaanderen rooskleurig is, zal “het veldrijden tegen zijn televisieplafond blijven botsen”. Ook al verwacht ik dat het wegwielrennen veel populairder blijft, toch denk ik echter wel dat er vooral buiten Vlaanderen en België een hoop groei te behalen is voor het veldrijden.

Lees meer: Botst het veldrijden tegen zijn plafond? (door Wim Lagae)

De cyclocross, zoals het veldrijden buiten Nederland genoemd wordt, is bezig om ook in andere delen van de wereld voet aan de grond te krijgen. Zo werd het WK in 2013 voor het eerst buiten Europa verreden. Het circus verplaatste zich naar Louisville in de Verenigde Staten. In de Wereldbeker werd dit jaar voor het eerst het inmiddels fiets gekke Groot-Brittannië aangedaan en voor het seizoen 2015-2016 staan zelf twee ritten gepland in (opnieuw) de VS en Canada. Criticasters beweren dat de toppers geen zin hebben om hun ritme in de war te brengen door de lange overtocht te maken. Maar het zou juist mooi staan op je erelijst om daar te winnen toch?

Voor de ontwikkeling van het veldrijden is het in ieder geval een goede zaak. Amerikanen houden van spectaculaire sporten en veldrijden is dat zeker. Qua exposure levert het de sport veel meer op, vooral buiten het eigen Vlaanderen. Meer zendtijd in meer landen levert meer sponsormogelijkheden op. Als de UCI hier goed mee omgaat kan het veldrijden behoorlijk groot worden. Om de wisseling van de wacht in te luiden, geldt komend weekend als het definitieve meetpunt. Misschien moeten we hopen op de volgende, vernieuwende uitslag op het WK:

  1. 1: M. Van der Poel (NED)

  2. 2: P. Walsleden (GER)

  3. 3: L. van der Haar (NED)

Veel kijkplezier zondag, natuurlijk bij het Belgische Sporza!


Afbeeldingen (CC): Hans905