De Tour wacht, maar waarop?

De Tour wacht op niemand, luidt de tot cliché verheven uitspraak van Mart Smeets. Vergeleken bij de snelheid waarmee de communicatie en technologie zich ontwikkelen, is de Tour echter een log stoomschip dat wacht tot het vloed wordt. Met de toevoeging van live data en de GoPro-beelden beweegt de organisatie langzaam mee met de mogelijkheden. Het is tijd voor een versnelling om het publiek én de commercie nog enthousiaster te maken voor het evenement, het fietsen en het Franse toerisme.

De Tour de France is voor mij publieks- en televisie-evenement nummer één. De combinatie van topsport, het waanzinnige decor en de letterlijke aanraakbaarheid van de renners is een succesformule die miljoenen mensen naar het parcours en de televisie trekt.

Voorzichtige doorbraak

Langzaam beweegt de ASO mee met de veranderingen die de technologie en online wereld ons bieden om het evenement nog aantrekkelijker te maken. Een vrij basic app en een stevige inzet op social media zorgen voor een grotere beleving. Tijdens de huidige Tour beleven we een serieuze doorbraak met de omarming van Dimension Data en GoPro als nieuwe partners. Dimension Data voegt met GPS-technologie een bak vol interessante live data toe aan de koers. GoPro brengt af en toe een paar uur na de race beelden, gefilmd vanaf de fiets van een renner of de borst van een mecanicien, de huiskamers binnen.

Het is een begin. Maar dat er tegelijk maar weinig beweging zit in de manier waarop we de livebeelden van de Tour kunnen volgen, haalde Thijs Zonneveld deze week al aan in zijn AD-column. Zonneveld oppert diverse panklare ideeën die de Tour nog mooier maken, zoals het in beeld brengen van de eerste uren van de koers (echt waar, dat gebeurt nu vaak niet), het openbaar maken van de radiocommunicatie tussen team en rijder en livebeelden uitzenden van de on-board camera's.

Als we dan toch bezig zijn met de livebeelden van deze camera’s, stel ik voor dit meteen in combinatie met de live informatie van Dimension Data te doen. En voeg snelheid, hartslag en wattage ook maar meteen toe. Alles over de renner op je second screen. Ik kijk er nu al naar uit.

Rijdende reisgids als vette worst

Waar ik me bij de Tour ook over verbaas, is de zeer beperkte mate waarin het wielerevenement en de toeristische sector elkaar versterken. De kust van Bretagne, de Pyreneeën, de Gorges du Tarn, de Alpen, de rivieren, wijnvelden, dorpjes, steden: de Tour is een rijdende reisgids. Kijkers zoals ik krijgen een vette worst voorgehouden, maar moeten vervolgens zelf moeite ondernemen om de prachtige omgeving verder te ontdekken.

Een tweede scherm is bijna te klein om alle prachtige informatie op kwijt te kunnen. Extra beelden de van de omgeving, details van de beklimmingen en afdalingen, de mooiste fiets- en wandelroutes: laat ze maar komen. En natuurlijk mogen de aanbevolen hotels, campings en restaurants, inclusief hun aanbiedingen – en een knop om meteen te boeken, niet ontbreken. Ook commercieel hartstikke kansrijk. Dat geldt ook voor het materiaal waarin de fietsers rondrijden. Leveranciers van fietsen, sportvoeding, fietskleding en –onderdelen hebben ongetwijfeld interesse in exposure richting de fans die het tweede scherm verslinden.

De sport, de coureurs, de omgeving en de technologie hebben nog zoveel meer te bieden dan we nu te zien krijgen. Ongetwijfeld nog veel meer dan ik hierboven heb opgesomd. Vernieuwingen zullen niet alleen vele fans blij maken. Ook bieden ze de gelegenheid de verdienmodellen voor het wielerevenement op de schop te gooien. Want ploegen en renners die nauwelijks iets ontvangen voor hun optredens in koersen en ook niet meedelen in de opbrengsten van de televisierechten, zijn ook niet van deze tijd.

Het is tijd dat de Tour op niemand wacht.


Foto's: Flickr (CC) Willj28169156@N03 & F. de Wit