Financieel spanningsveld in Amerikaanse college sports

In weinig landen speelt sport een dusdanig grote rol als in de VS. Het land is totaal sportgek. De populariteit van sport beperkt zich niet alleen tot de professionele divisies, maar ook college sports zijn immens populair. Bij een college football wedstrijd tussen Oregon en Michigan zaten vorige maand 109.000 supporters op de tribune. Dit is meer dan een uitverkocht Camp Nou!

Deze gigantische populariteit heeft te maken met de belangrijke rol die colleges en universities spelen in hun (regionale) omgeving. Studeren aan een college is niet alleen maar studeren, je bent onderdeel van een cultuur en van een geschiedenis / legacy. Amerikanen associeren zich met sport. Omgeving, studenten en alumni zijn trots onderdeel te zijn (geweest) en daardoor supporter voor het leven.

Zoals gezegd is college sports immens populair en is de opmaat naar de professionele leagues; NFL, NHL, MLB en MLS. College sports en daarbij de belangrijkste sportbond NCAA in combinatie met de universiteiten, hebben de afgelopen jaren goede stappen gezet naar professionalisering. Het niveau / kwaliteit, topsportbegeleiding zowel academisch als athletic, technische hulpmiddelen, faciliteiten, trainingskampen, etc zijn uitzonderlijk te noemen. Menig BVO uit Nederland gaat kopje onder in de vergelijking met deze universiteiten. Dat is ook helemaal niet gek wanneer we kijken naar de revenuen van deze universiteiten. Ter vergelijking – Oregon heeft een jaarlijks budget wat hoger ligt dan de budgetten van Nederlandse topclubs AJAX (65 miljoen), PSV (62 miljoen) en Feyenoord (35 miljoen) bij elkaar!


NCAA D1 Top 10 scholen op basis van revenuen.

“De bestbetaalde coach uit college sports verdient bijna 3x zoveel als Joachim Low”

In 2014 waren 207 NCAA D1 universiteiten goed voor meer dan $10.000.000.000 (!) aan inkomsten uit college sports. Een twintigtal scholen komen boven de $100.000.000 uit, 66-tal boven de $40.000.000. Op basis van bovenstaande grafiek kun je stellen dat Amerikaanse universiteiten de afgelopen 10 jaar een gigantische stap voorwaarts hebben gemaakt met veelal een verdubbeling van revenuen. College sports zijn geadopteerd door Amerikaanse multinationals / sponsoren en sportzenders. De groei van inkomsten is voor een groot deel te danken aan de top-college sports zoals American Football, Baseball en Basketball.

Niet alleen de scholen hebben geprofiteerd van deze groei. De coaches hebben hier hun graantje meegepikt. Zo zijn de salarissen van de American Football coaches op de top-10 universiteiten ruim verdubbeld! Zo verdient de bestbetaalde coach uit college sports, Jim Harbaugh van Michigan, met zijn $7.000.000 per jaar (exclusief bonussen) bijna 3x zoveel als wat Joachim Low, bondscoach van wereldkampioen Duitsland, jaarlijks mag bijschrijven op zijn bankrekening.


Overzicht head coach American Football (exclusief bonussen).

Hoewel ook de coach salarissen door het dak zijn geschoten, ten opzichte van 10 jaar geleden, kunnen we dit wel gelijktrekken met de groei aan inkomsten van de scholen. Tot zover gaan deze vergelijkingen gelijk op. Echter, in college sports gaat er een belangrijk onderdeel scheef. Namelijk de student-athlete. Mijn inziens toch het belangrijkste onderdeel van het spel.

Student-athletes hebben het zwaar. Laat voorop staan… Als student-athtlete ben je een bevoorrecht persoon. Je sport op het hoogste niveau, in volle stadions en maakt de mooiste reizen en ziet dus erg veel van het land. Er is ook een keerzijde. Deze sporters staan onder volledige hoogspanning; elke week presteren in een bomvol stadion (>100.000) , live ESPN media coverage met miljoenenpubliek; volledige media aandacht zoals je deze kunt vergelijken met een Champions League duel met uitgebreide voor- en nabeschouwingen waarbij op de man kan worden gespeeld. Zelfs in Europa zijn deze wedstrijden via FOX Sports live te volgen. En waar een professional zich volledig kan focussen op zijn of haar sport, dient de student-athlete in de vrije uurtjes te verdiepen in zijn Math exams op vrijdag.


ESPN College Gameday.

In dit aspect heeft de sportbond NCAA een belangrijk aandeel. College sport in de VS gebeurt op basis van het amateurisme-principe. Heel kort door de bocht houdt dit in dat er geen salaris of prijzengeld mag worden uitgekeerd aan de sporters. Waar in Nederland de meest matige voetballers in aanmerking komen voor tonnen zo niet miljoenen salaris, gaat dit niet op in college sports. Wel mogen de scholen scholarships afgeven waarbij de sporter wordt vrijgesteld van het betalen van collegegeld, boeken en huisvesting. Dit zijn bedragen rond de $50.000 per jaar.

“Is het amateurisme-principe van de NCAA geen achterhaald principe?”

De reden dat de NCAA deze amateur principes hanteert is duidelijk. Een sporter aan een college of university in de VS is in de eerste plaats student en in de tweede plaats sporter. De NCAA wil hiermee voorkomen dat het sporten op een college in de VS ten koste gaat van de kwaliteit van het gevolgde onderwijs. Dit principe is duidelijk en zeer begrijpelijk, maar is het geen achterhaald principe?

Bovengenoemde cijfers leiden tot een spanningsveld tussen de enerzijds gigantische inkomsten aan college sports en anderzijds de regelgeving van de NCAA waarbij het amateurisme principe van de sporters van belang is. De vraag mag dan ook gesteld worden of de regels van de NCAA met betrekking tot het amateurisme principe niet achterhaald zijn. Worden sporters op scholen in de VS op deze manier niet uitgebuit door hun scholen, die zelf de inkomsten opstrijken die de sporters voor hen binnenhalen. Enerzijds zal de NCAA niet happig zijn om één van zijn belangrijkste principes te laten varen. Anderzijds zullen sporters en publieke opinie de druk opvoeren op de NCAA en aangesloten scholen om bepaalde regelgeving te herzien. De toekomst van college sports staat onder druk.


College Football Final, Oregon – Ohio State, @AT&T Stadium, Arlington Texas