Hand in hand op zoek naar het Ajax-DNA

Ajax digitaliseert momenteel zijn clubgeschiedenis en heeft zo een voorsprong op andere Nederlandse profclubs. Heel belangrijk, want het digitale archief is een goudmijn voor wetenschappelijke inzichten én toekomstige marketingstrategieën.

Carel Berenschot werd een jaar geleden bij Ajax aangesteld als coördinator Erfgoed. Naast het vastleggen en het beheren van de clubgeschiedenis wordt het papieren verleden digitaal ontsloten. Onder meer Ajax-Nieuws en Ajax Magazine van 1916 tot en met 2007 digitaal zijn gedigitaliseerd, net als de ledenkaarten. Het vastleggen van de clubgeschiedenis maakt voor het dagelijkse werk van Frank de Boer natuurlijk weinig uit. Topsporters kijken tenslotte alleen maar vooruit. Niets lijkt daarom meer in tegenspraak met topsport dan sportgeschiedenis, maar na een eerste analyse van het digitale clubarchief blijkt Ajax over een goudmijn te beschikken - zowel voor commerciële clubstrategen als wetenschappelijke onderzoekers.

Het Ajax-DNA

Als eerste buitenstaander had ik van Ajax toestemming gekregen om zijn digitale archief te onderzoeken. De bestanden leggen het club-DNA bloot, merkte ik tijdens deze analyse. Daarbij zocht ik niet naar de sportieve resultaten van de club, want die zijn al uitvoerig vastgelegd. De statistiek interesseert me niet; wel de sociale achtergrond van de Amsterdamse voetbalclub. Die kennis heeft namelijk zowel wetenschappelijke als commerciële waarde.

Bij het doornemen van de oude clubbladen merkte ik bijvoorbeeld dat daarin altijd de namen van de nieuwe leden werden vermeld, inclusief hun adres. Zo komt belangrijke informatie bij elkaar: naam, adres en jaartal van lidmaatschap – en dat over een periode van tientallen jaren lang. Wie deze gegevens over een lange periode bundelt, weet heel veel over de achtergrond van Ajax-leden. Daarmee zijn enkele interessante vragen te beantwoorden. Woonden de Ajax-leden in de directe omgeving van de club, of kwamen ze uit alle hoeken van de stad? Hoe heeft zich dat in honderd jaar ontwikkeld, en op welke manier? In hoeverre beïnvloedde de komst van nieuwe bevolkingsgroepen het ledenbestand van Ajax? Kortom: sinds wanneer is Ajax een brede Amsterdamse club met leden over de hele stad?

Als daarbij ook de afkomst van seizoenkaarthouders en leden van de supportersvereniging worden onderzocht, wordt het beeld nog veel breder. Het meerendeel van de huidige Ajax-supporters komt inmiddels van buiten de stad. Wanneer was het moment dat de club buiten Amsterdam aanhang kreeg? Zijn daarin nog langetermijnontwikkelingen waar te nemen?

Een historische supporterskaart

Zo’n onderzoek lijkt veel op de supporterskaart, die de Twentse krant Tubantia vorige maand maakte. Hier is de regionale spreiding van seizoenkaarthouders van Nederlandse profclubs ingetekend, zodat zichtbaar wordt waar de aanhang van al die clubs zit. De conclusie zijn soms opmerkelijk: ‘Er is geen wijk in Rotterdam waar Excelsior meer supporters heeft dan Feyenoord en in forensenstad Almere is Ajax de meest dominante club.’

In mijn voorgestelde onderzoek wordt een historische component toegevoegd, waarmee we kunnen begrijpen hoe we tot de huidige situatie zijn gekomen. En dat is niet alleen handig voor het begrijpen van het heden, maar vooral om met zekere mate van waarschijnlijkheid voorspellingen te doen over supportersgedrag voor de nabije toekomst. Frank de Boer heeft er nog steeds niets aan, maar de clubs inmiddels wél. Dichter op een club-DNA kunnen we tenslotte amper komen. Als sporthistorici en sportmarketeers hand in hand met elkaar optrekken kunnen ze deze belangrijke kennis verzamelen, die zowel wetenschappelijke inzichten geeft als het feitenmateriaal voor toekomstige marketingstrategieën.

Waar wachten de andere voetbalclubs eigenlijk nog op? Begin nog vandaag met het professioneel vastleggen van je clubgeschiedenis!

Een uitgebreid gesprek met Carel Berenschot over het erfgoed van Ajax staat op Blendle voor 38 cent

Afbeeldingen: AFC Ajax