Vorige week meldden verschillende media dat de 16-jarige Tahith Chong, één van de Varkenoord-educated toptalenten uit de Feyenoord Academy, zijn eerste profcontract niet tekent bij de club uit Rotterdam-Zuid, maar bij Manchester United. Daarmee verliest een Nederlandse club wederom een groot talent aan het buitenland voordat hij ook maar één minuut in de Eredivisie heeft gespeeld. Terwijl de zogenoemde ‘Home Grown Player Rule’ van de UEFA beoogt clubs te stimuleren eigen jeugd te kweken, is de vraag of deze regel kleinere competities die vaak afhankelijk zijn van hun eigen jeugd per saldo juist niet verder uitkleedt. Een korte analyse.
Nederland: geprezen voetbalacademies
Dat de top van de Eredivisie zich sportief en financieel niet kan meten met de (sub)top van Europa is al jaren geen onderwerp van discussie meer. Voor de jeugdopleidingen van met name Feyenoord en Ajax geldt echter het tegendeel. Zij verschijnen met regelmaat in lijstjes van beste voetbalacademies ter wereld. In die context prijken Feyenoord en Ajax trots tussen namen als FC Barcelona, Bayern München, Arsenal en Manchester United. Is het financiële gat met ‘Europa’ voor Nederlandse clubs vrijwel niet meer te dichten, gloort er met onze uitstekende voetbalacademies altijd weer een sprankje hoop aan de horizon. Hoop, dat er een groeibriljant doorbreekt naar het eerste elftal die het Nederlandse voetbalpubliek in ieder geval een aantal jaren mag verblijden met zijn kunsten om vervolgens voor een passende transfersom de overstap te maken naar de Europese (sub)top.
Onweerstaanbare lokroep
Tahith Chong is zo’n groeibriljant uit de Feyenoord Academy. Een rappe buitenspeler met een fluwelen ‘linker’ en een markante bos haar. Chong valt in alles op. Sla Youtube er maar op na. Wat graag had Feyenoord gezien hoe hij Varkenoord zou verruilen voor De Kuip. Maar nu Chong zestien jaar is en eindelijk zijn eerste profcontract mag tekenen, vertrekt hij naar verluidt naar Manchester United. Daarmee volgt Chong het pad van zovelen: Bruma, Rekik, Ebicilio, Aké. Geen van deze Feyenoord-protegés speelden ook maar een minuut in De Kuip, omdat zij vroegtijdig naar het buitenland vertrokken. Vaak werd de lokroep vanuit met name de Premier League niet weerstaan.
Of de betreffende speler daar verstandig aan doet, laat ik in het midden. Wel is duidelijk dat een club bij een vroegtijdig vertrek geen of slechts marginaal profijt zal hebben van een zelfopgeleide speler. Als dat gemeengoed wordt, is het dan nog wel zinvol om te investeren in een jeugdopleiding?
Tahith Chong heeft in elk geval de uitstraling van een grote speler. Ook Vente binnen de lijnen. #nedita # Feyenoord pic.twitter.com/BNeIPxSOnH
— Mikos Gouka (@MikosGouka) 16 april 2015
Home Grown Player Rule
De UEFA wil echter juist wel dat clubs investeren in de ontwikkeling van jeugd. Mede hierom heeft de UEFA vanaf 2006 geleidelijk de huidige ‘Home Grown Player Rule’ ingevoerd. Kortweg houdt deze regel in dat clubs die deelnemen aan de Champions League of Europa League op een lijst van vijfentwintig speelgerechtigde spelers minimaal acht plaatsen moeten reserveren voor zogenaamde ‘Home Grown Players’. In de reglementen van de UEFA wordt in officiële termen gesproken van “locally trained players”, waaronder zowel “club trained players” als “association trained players” vallen.
Een speler is “club trained” als hij tussen zijn 15e en 21e voor drie volledige seizoenen, althans 36 maanden, geregistreerd is geweest als speler van zijn huidige club, ongeacht of deze periode onderbroken is geweest en ongeacht de nationaliteit en leeftijd van de speler. Als een speler tussen zijn 15e en 21e voor eenzelfde periode geregistreerd is geweest als speler van een of meerdere clubs die verbonden zijn aan dezelfde nationale voetbalbond als zijn huidige club, wederom ongeacht nationaliteit en leeftijd, dan geldt hij als “association trained”.
Uitgaande van een Champions- of Europa League-lijst van vijfentwintig spelers, mogen er van de minimaal acht ‘Home Grown Players’ maximaal vier “association trained” zijn. De rest moet dus “club trained” zijn. Als een club minder dan vijfentwintig spelers ‘selecteert’, zijn andere combinaties mogelijk. Deze ‘Home Grown Player Rule’ moet er onder meer voor zorgen dat jeugdspelers meer kansen krijgen in het eerste elftal van een club, clubs geld kunnen besparen op transfersommen door zelf spelers op te leiden en clubs juist geld kunnen verdienen door zelfopgeleide spelers te verkopen.
Impact ‘Home Grown Player Rule’
Hoe mooi dit ook moge klinken, de vraag is of de ‘Home Grown Player Rule’ het gewenste effect sorteert. Een in 2014 verschenen onderzoek in European Law Review laat zien dat het effect van de ‘Home Grown Player Rule’ op de ontwikkeling en training van jeugdspelers in de EU beperkt is geweest. Weliswaar is het aantal onder-21 spelers dat minuten maakt in Europese competities sinds 2001 significant gestegen, maar de grootste stijging deed zich voor vóórdat de ‘Home Grown Player Rule’ werd geïntroduceerd. Ook daarna is weliswaar een toename van jeugdige spelers in Europese competities te bespeuren, maar die toename komt volgens hetzelfde onderzoek naar waarschijnlijkheid (mede) voort uit andere factoren dan de ‘Home Grown Player Rule’.
Tahith Chong - Foto: Feyenoordacademy.nl
Averechts effect
Tegelijkertijd lijkt de ‘Home Grown Player Rule’ juist een averechts effect in de hand te werken. Clubs kunnen hun jeugdexponenten niet voor hun 16e verjaardag contracteren. Deze spelers zijn dus zogezegd ‘transfervrij’ zodra zij 16 jaar worden en kunnen kiezen of en waar zij hun eerste profcontract tekenen. Als een 16-jarige speler tekent bij een andere club dan waar hij zijn opleiding heeft genoten en daar drie volledige seizoenen als speler geregistreerd staat, geldt hij niet als ‘Home Grown Player’ van de opleidingsclub, maar van de club waar hij zijn eerste profcontract heeft getekend. Omdat alle clubs die uitkomen in de Champions League en Europa League nu eenmaal aan de ‘Home Grown Player Rule’ moeten voldoen, zijn 16-jarige talenten erg aantrekkelijk voor buitenlandse grootmachten. Door jonge buitenlandse talenten – al dan niet onder exorbitante voorwaarden – naar hun club te ‘lokken’, kapen zij niet alleen toekomstige sterren weg voor de neus van hun concurrenten, ook vergroten zij hun ‘pool’ van spelers die als ‘Home Grown Players’ op de spelerslijst voor Europese competities kunnen worden geplaatst.
Afgezien van de vraag of het wenselijk is dat spelers op zo’n jonge leeftijd hun vertrouwde thuisbasis verlaten, worden clubs die daadwerkelijk geld en energie steken in hun jeugdacademies door het vroegtijdige vertrek van jeugdspelers naar het buitenland ernstig benadeeld. Het eerste elftal van de opleidende club kan in zo’n geval immers niet profiteren van het opgeleide talent. Evenmin kan de opleidende club een transfervergoeding vragen. De opleidende club kan slechts hopen op de toch marginale opleidings- en solidariteitsbijdrage verbonden aan een eventuele toekomstige transfer van het verloren talent.
‘Home Grown Player Rule’ – funest voor de Eredivisie?
Al lijkt het aantal jeugdspelers dat nog voor hun eerste profcontract hun geluk zoekt in het buitenland toe te nemen, zij vormen nog steeds de minderheid. Echter, als de trend zich voortzet, kan dit potentieel destructieve gevolgen hebben voor de Eredivisie. Onze hoogste voetbaldivisie steunt namelijk voor een groot deel op zelfopgeleide talenten. Omdat de ‘Home Grown Player Rule’, die inmiddels ook door de FA is geïntroduceerd voor de Premier League, het incentive vergroot voor buitenlandse grootmachten om 16-jarige spelers aan te trekken om deze later als ‘Home Grown’ te kunnen selecteren, lijkt deze regel bij te dragen aan de jacht van vermogende clubs op de beste talenten uit bijvoorbeeld de geprezen Nederlandse voetbalacademies van Feyenoord en Ajax. De dreiging van een demoraliserend effect hiervan is voorzienbaar. Welke prikkel is er immers nog voor clubs om te investeren in jeugd als het uitzicht op enig sportief of financieel voordeel beperkt is? Tegelijkertijd ligt de volledige teloorgang van het Nederlandse voetbal op de loer als ‘wij’ ook ‘onze’ plaats als gerenommeerd opleidingsland zouden opgeven.
Slot
Ongewenst schuilt in de ‘Home Grown Player Rule’ dus een potentieel gevaar voor de toekomst van kleinere competities als de Eredivisie. Op zijn zachts gezegd is het zeer twijfelachtig of deze regel überhaupt ‘fit for purpose’ is. De UEFA zou er dan ook goed aan doen haar beleid op het gebied van het stimuleren van jeugdopleiding opnieuw onder de loep te nemen. Een weerbarstige taak, want alternatieven zijn er niet in overvloed.
Nationaliteitsclausules, zoals de 6+5 of 3+2 regels, kunnen Europeesrechtelijk niet door de beugel vanwege het discriminatieverbod (zie het Bosman-arrest). Evenmin mogen spelers gehinderd worden om hun eerste contract te tekenen bij een andere club; het vrij verkeer van werknemers staat hier volgens het Europees Hof van Justitie aan in de weg.
Het zij de UEFA dus nagegeven: het is een ware hersenkraker.
Foto header: Flickr (CC) Mike Lien