Maatschappelijk verantwoorde Spelen: tijdelijk voor Nederland binnen handbereik

In Nederland dromen we zo nu en dan van olympisch vuur op eigen bodem. Nu steeds meer kandidaten afhaken of zich terugtrekken voor de organisatie van de Olympische Spelen zou deze droom weleens werkelijkheid kunnen worden. Maar hoe zorgen we ervoor dat deze droom geen economische nachtmerrie wordt, maar een feest voor iedereen?

Zo’n zeventien jaar geleden zat het Olympisch Stadion in Sydney tot de nok toe gevuld met atleten en toeschouwers voor de sluitingsceremonie van de Olympische Spelen. Na drie sportieve en organisatorisch vlekkeloze weken scandeerde de 80-jarige IOC-voorzitter Juan Antonio Samaranch "Aussi, Aussi, Aussi" naar de ruim honderdduizend toeschouwers en atleten die eensgezinds reageerden met: "Oi, Oi, Oi".

Voor Samaranch waren het zijn laatste Olympische Spelen die hij als voorzitter sinds 1980 grootser en commerciëler had gemaakt. Sydney was zijn hoogtepunt en daarom sprak hij de woorden: "I am proud and happy to proclaim that you [Sydney] have presented to the world the best Olympic Games ever." Het Olympisch motto Citius, Altius, Fortius (sneller, hoger, sterker) gold vanaf toen explicieter dan ooit voor steden die de Olympische Spelen organiseerden.

Video: Een deel van de speech van IOC-voorzitter Juan Antonio Samaranch


De hieropvolgende jaren bleek er genoeg animo te zijn voor deze krachtmeting van steden. Ze deden glanzende beloften met prachtige stadions en wereldklasse voorzieningen in ruil voor de toewijzing van de Spelen. En zelfs als de Spelen al toegewezen waren, bleven organiserende steden meer en meer uitgeven om een goede indruk aan de wereld te geven. Met de laatste olympische cyclus als voorlopig hoogte- of dieptepunt. Rusland gaf meer dan 50 miljard uit aan de Winterspelen in Sochi 2014 en Rio de Janeiro verkeerde op het randje van de financiële afgrond voor de Zomerspelen in 2016.

Einde van Circus Maximus

Onder sporteconomen is inmiddels consensus dat de meeste recente Olympische Spelen in het gunstigste geval geen economische effecten hebben gehad, maar in het ongunstige geval tot grootschalige negatieve economische effecten hebben geleid. In veel landen worden deze laatste geluiden steeds serieuzer genomen. Dit geldt ook voor de burgerbewegingen die wijzen op de negatieve financiële, sociale en milieukundige effecten.

"Om te voorkomen dat in 2028 niemand meer de Spelen wil organiseren, heeft het IOC alvast de paniekbutton ingedrukt"

Eind 2014 kwam het IOC met de Olympic Agenda 2020 waarin 40 aanbevelingen stonden om de Spelen meer toegankelijker en goedkoper te maken. Zo werd het mogelijk om buiten de gaststad van de Spelen of zelfs in meerdere landen een deel van de olympische wedstrijden te laten plaatsvinden. Ook werd het gebruik van bestaande sportfaciliteiten aangemoedigd, de bid-procedure goedkoper gemaakt en tegenwoordig mag het organiserend land ook zelf sporten aandragen voor het programma. Al deze maatregelen moesten leiden tot meer enthousiasme om de Spelen te organiseren en natuurlijk meer bids voor de ruim 100 IOC-leden om uit te kiezen.

Echter heeft Agenda 2020 vooralsnog nog niet het gewenste effect gehad. Voor de Winterspelen van 2022 haakten München, Stockholm, Krakau, Lvov en Oslo af waardoor alleen Alma Ata en Peking overbleven. Boston, Hamburg en Boedapest trokken hun olympische kandidatuur voor de Zomerspelen van 2024 in waardoor alleen Parijs en Los Angeles overbleven.

Met afgrijzen zal IOC-voorzitter Thomas Bach de lijstjes korter en korter hebben zien worden. Zonder grote veranderingen loopt het IOC kans dat in 2028 niemand meer de Spelen wil organiseren. Om dat te voorkomen heeft het IOC alvast de paniekbutton ingedrukt.

De race om de Spelen van 2028 niet te organiseren

Liever dan afwachten wat voor kort lijstje van kandidaten zich zou aandienen voor de Spelen van 2028 wilde het IOC de Spelen van 2024 én 2028 verdelen onder Parijs en Los Angeles. Deze noodgreep leek verschillende voordelen te hebben: nieuw gezichtsverlies met terugtrekkende bids voor 2028 wordt voorkomen, beide steden worden tevreden gehouden (er hoeft geen verliezer te worden aangewezen) en de toewijzing van de Olympische Spelen in 2028 is alvast geregeld. Beide kandidaten zijn bovendien betrouwbare wereldsteden met solide plannen die het IOC verzekert van voldoende inkomsten uit sponsoring en uitzendrechten uit het Oude Continent en de Nieuwe Wereld. Deze keuze brengt de Spelen na drie opeenvolgende edities in Azië (PyeongChang 2018, Tokyo 2020, Peking 2022) dan ook weer terug naar het commercieel interessante Amerika en Europa.

Het plan van het IOC kende alleen één probleem: één van de kandidaten moet de Spelen van 2028 willen organiseren. Tot nu toe weigeren beide steden permanent van hun kandidatuur in 2024 af te zien in ruil voor de Spelen van 2028.

Los Angeles heeft op het eerste gezicht de beste papieren voor de Spelen van 2024. Dit bid omvat weinig nieuwe sportaccommodaties en een groot commercieel afzetgebied waardoor de financiële risico’s voor het IOC tot het minimum beperkt worden. Bovendien heeft Europa de Spelen in 2012 nog gehad en is het regelmatig onrustig in de hoofdstad van Frankrijk. Maar Parijs geeft zich niet gewonnen en is het now or never.

De plannen van Parijs voorzien in de herstructurering van een deel van de stad waarin het olympisch dorp een prominente rol speelt. Uitstel tot 2028 zou de huidige Franse plannen danig overhoop halen en het is maar de vraag of daar voldoende politiek draagvlak voor is. Daarbij is het voor de Fransen ook een prestigekwestie. Ze deden recent drie keer eerder een bid en werden telkens afgewezen. Door zowel de Spelen van 2024 als die van 2028 toe te wijzen, zou het IOC niemand hoeven teleurstellen. Wat een slimme truc leek heeft het IOC alleen maar meer hoofdpijn bezorgd.

Never waste a good crisis

Er zijn geluiden dat Doha en Rusland interesse hebben in de Spelen van 2028. Maar de recente problematiek rondom doping, omkoping en slavernij maken deze twee landen niet de meest aantrekkelijke kandidaten. Ook Australië heeft interesse, maar daar lijkt het voorlopig bij te blijven vanwege de hoge kosten. De kosten voor de Spelen van 2020 in Tokyo lopen namelijk ondanks ingrijpen van de overheid ook nog steeds op. Zelfs als de Spelen van 2024 een financieel succes worden, komt dit te laat voor de toewijzing van de Spelen van 2028 in 2021. De verwachting is daarom dat de bidcrisis van het IOC voor 2028 nog wel even voort blijft duren. Dat maakt dat een bid voor 2028 dat vrij van dure beloftes waar het land zelf niet bij gebaat is, plotseling kansrijker dan ooit.

"De huidige bidcrisis bij het IOC zou het ideale moment zijn voor Nederland om een bid in te dienen voor de Spelen van 2028"

De duurste beloftes rondom de organisatie van de Spelen komen voor rekening van de big five sportaccommodaties. Dit zijn het olympisch stadion, het zwembad, de basketbalhal, het mediacentrum en het olympisch dorp. Deze worden vaak nieuw gebouwd met veel zitplaatsen voor de toeschouwers. Maar sinds Agenda 2020 heeft het IOC echter geen minimale capaciteitseisen voor het aantal zitplaatsen en gelden geen maximale reisafstanden meer waar deze sportaccommodaties aan moeten voldoen. Daardoor kunnen sportaccommodaties een stuk kleiner én verspreid worden over een heel land, wat een flinke kostenbesparing van de Spelen kan opleveren.

Daarnaast is de vraag of een olympisch dorp zelfs nog wel nodig is. Atleten hoeven misschien niet ondergebracht te worden in een duur atletendorp maar kunnen – waarom niet betaald door het IOC of de eigen nationale bonden – worden gehuisvest in bestaande hotels en andere overnachtingsfaciliteiten. Voor veel sportevenementen is dat nu ook al gangbaar.

Een dergelijk bid met minimale kosten zou een paar jaar geleden nooit kansrijk zijn geweest maar zonder al te veel concurrentie van andere steden is toewijzing niet ondenkbaar. Wanneer het IOC lukt om in 2024 of 2028 dit soort maatschappelijk verantwoorde Spelen te organiseren, zullen naar verwachting weer meer steden geïnteresseerd zijn om hetzelfde te doen. Mogelijk begint de wedloop naar de 'best Games ever' dan weer van voor af aan. 

Tijdelijk binnen handbereik voor Nederland

Nederland heeft de laatste jaren een mooi trackrecord opgebouwd met internationaal aansprekende sportevenementen. De start van de Giro d’Italia in Gelderland en de Tour de France in Utrecht gooiden in het buitenland hoge ogen, evenals de EK atletiek in Amsterdam, het WK shorttrack en het WK beachvolleybal. Deze evenementen zorgden voor veel plezier bij de toeschouwers én konden ook op veel draagvlak van de bevolking rekenen.

Voor een Olympische Spelen in Nederland zou hetzelfde moeten gelden. Als we de Spelen organiseren moet het voor iedereen een feest zijn zonder hoge kosten voor de belastingbetaler. De huidige bidcrisis bij het IOC zou daarom wel eens het ideale moment zijn om een bid in te dienen voor de Spelen van 2028. De laatste bidcrisis van het IOC was veertig jaar geleden toen niemand de Spelen van 1984 wilde organiseren en Los Angeles het IOC de helpende hand toereikte. Deze Spelen werden commercieel, maar ook zonder hoge publieke kosten georganiseerd.

Grote evenementen zijn niet groot omdat er 50.000 mensen in een glanzend nieuw stadion passen, maar omdat er miljoenen - in het geval van de Olympische Spelen zelfs miljarden - mensen naar datzelfde evenement kijken vanuit hun eigen huis. Voor de beleving van die miljoenen maakt het amper uit of er duizend of honderdduizend mensen in dat stadion zitten.

In het Olympisch Stadion uit 1928 in Amsterdam kan daarom honderd jaar later opnieuw de olympische vlam worden ontstoken. Het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion in Eindhoven bewees in 2010 met het EK korte baan dat het zwemstadion klein maar fijn is. En in het nieuwe Ziggo Dome kan het olympisch basketbaltoernooi sfeervol georganiseerd worden. Ook andere sportwedstrijden zullen zonder al te veel hoge kosten in onze bestaande accommodaties verspreid over heel Nederland kunnen plaatsvinden.

"So, dear mr. President Bach. Los Angeles may go first. But can we just say the Netherlands second? Is that ok?"

Ook zonder grote uitgaven aan sportaccommodaties blijft het belangrijk de overheid aan boord te krijgen, al is het maar om het IOC te laten zien dat ons bid serieus is. Met de huidige onderhandelingen over een nieuwe regering is ook dit een uitgelezen moment een Nederland bid op te pakken. Dit bid zou een symbool kunnen zijn voor een samenwerking van politieke partijen die momenteel met elkaar in gesprek zijn. Vooral wanneer Nederland een groen-rechts kabinet krijgt, zijn de Olympische Spelen van 2028 een ambitieuze stip aan de horizon en een internationaal visitekaartje dat laat zien dat we in Nederland innovatie, duurzaamheid en zakelijkheid combineren om daar als samenleving beter van te worden. Tegelijkertijd helpen we het IOC een handje om de toekomst van de Spelen veilig te stellen.

De huidige generatie kritische burgerbewegingen die hebben geleid tot minder kandidaten voor de Olympische Spelen, maar ook de weigering van Parijs en Los Angeles om niet de Spelen van 2028 te organiseren, geven Nederland een unieke en tijdelijke kans om de Spelen maatschappelijk verantwoord te organiseren waarbij vooral bestaande sportaccommodaties worden gebruikt. So, dear mr. President Bach. Los Angeles may go first. But can we just say the Netherlands second? Is that ok?


Foto in tekst: Flickr (cc) Victor van Werkhooven