'Print is in wielersport nog niet dood'

Er rolde vorige week weer een wielermagazine van de persen. De redactie van de gezaghebbende wielersite Wielerflits presenteerde met trots het magazine Ride. Een wielerblad met toppers die toerfietsers moeten inspireren en gemaakt onder leiding van de meest gezaghebbende wielerjournalist van de Benelux: Raymond Kerckhoffs. Op hetzelfde moment stuurde de ervaren bladenmaker Rens Muller mij het Futurum-magazine, een blad met mooie wielerverhalen voor de Futurum-shop. Een uur later belde hoofdredacteur Jasper Boks van Helden Magazine met de mededeling dat Helden komt met een Tour-special van 100 pagina’s.

Hoezo print is dood? Juist in de wielersport lijkt het ouderwetse papieren blad nog immer levend en een snelle blik op het tijdschriftenrek leert dat de wielerliefhebber genoeg papieren leesvoer kan vinden. Van het wat journalistiekere Pro Cycling via het meer traditionele Wieler Revue tot de liefhebbers-romantiek in Bicycling. Er zijn inmiddels 12 wielermagazines.

Het zal zeker te maken hebben met de successen van Matthieu van der Poel en Primoz Roglic en Wout van Aert bij Jumbo-Visma. Maar ook met de verhalen die je kunt schrijven in de sport, die veel weg heeft van een ‘real-life soap’ op tv. Liefde en afgunst, strijdend ten onder gaan en bijzondere sporters met bijzondere verhalen. Dat allemaal nog eens aangevuld met fantastische fotografie van een unieke Nederlandse generatie fotografen en het verhaal is compleet. Verder heeft corona nog eens gezorgd voor een enorme groei van het aantal toerfietsers die zich graag met materiaal en software als Strava spiegelen aan hun helden.

Die romantiek en mildheid hoort bij het wielrennen. De meeste schrijvers over die sport belijden op papier hun liefde voor de fiets en een programma als Veronica Inside lijkt onmogelijk in het wielerwereldje dat in alles lijkt op een grote familie nog zonder Messi’s of Ronaldo’s. De meeste wielrenners zijn nog goed aanspreekbaar en zijn de schrijvers behulpzaam bij het maken van een goed verhaal. In geen enkele sport is er zo’n gesloten keten van gezamenlijke belangen.

Journalisten groeien uit tot merken

Opvallende trend de laatste jaren is dat ook journalisten uitgroeien tot merken die groter zijn dan het medium dat op hun perskaart staat. AD-journalist Thijs Zonneveld en Raymond Kerckhoffs, voorheen van De Telegraaf, zijn daarvan wel de beste voorbeelden.

In hun slipstream breken journalisten als Dennis Boxhoorn (NRC), Kick Hommes van Trouw en de freelancer Thomas Sijtsma door met vaak mooi geschreven wielerverhalen met passie voor de sport. Een pareltje apart is De Muur, gemaakt door mooi-schrijvers als Bert Wagendorp en Jeroen Wielaert.

De ervaren Raymond Kerckhoffs is niet verbaasd over de enorme vraag naar papieren wielermagazines. “Ik heb nooit iets geloofd van de verhalen dat print dood zou zijn. Je moet alleen goeie verhalen maken in een niche - en dat is wielrennen - en zorgen voor een goed digitaal platform ernaast. Dat doen we bij Ride in combinatie met Wielerflits, de succesvolle digitale nieuwsbron.”

Revival Nederlandse wielrennen

Een rondje langs hoofdredacteuren leert dat vooral de revival van het Nederlandse wielrennen de behoefte aan papieren leesvoer heeft aangewakkerd.

Willem Sipkema (Wieler Revue): “Na een dip in de jaren 90 is de Nederlandse wielersport momenteel weer populairder dan ooit. Met aansprekende toppers als Tom Dumoulin, Mathieu van der Poel en de dominante Nederlandse dames is de belangstelling voor de wielersport de laatste jaren weer enorm opgelaaid. Dat zie je online terug, maar blijkbaar is de markt ook groot genoeg voor meerdere Nederlandstalige wielerbladen.”

John Den Braber (journalist en oud-profrenner): “Mijn beste gok voor de terugkeer van wielermagazines; wielrennen moet het toch vooral van mooie verhalen hebben en indrukwekkend beeld. Dat komt op papier het best tot z’n recht. Daarnaast wordt de wielersport steeds populairder in een bredere groep (oudere) mensen. En die kopen gewoon nog papier. Verder weet ik dat special interest bladen, zoals over vissen, altijd goed zijn blijven verkopen.”

Jasper Boks (hoofdredacteur Helden Magazine), ziet ook dat wielrennen op dit moment erg populair is. “Met Jumbo-Visma, Van der Poel, de successen van Kruijswijk en Dumoulin in grote rondes. Een generatie jonge renners met Hirschi, Pogacar, Van Aert en Evenepoel zorgt voor spectaculairdere koersen, waar Ineos/Sky voorheen voor een voorspelbaar koersverloop zorgde. Grote rondes zorgen ook voor meer acties door het parkoers spannender te maken. Voorheen was het de eerste tien dagen sprinten, nu niet meer. Daarnaast is fietsen als sport erg populair. En tijdens corona is de belangstelling geëxplodeerd.”

"De lezer kan zich in een fietsblad verdrinken in een afgebakend stuk van de boze buitenwereld"

Rens Muller

Leeshonger

Rens Muller: “De grote hoeveelheid fietsbladen is niet los te zien van de populariteit van het fietsen. Nederland klimt in coronatijd zelf massaal op de fiets. Diezelfde coronatijd zorgt er ook voor dat de Nederlander leeshonger heeft. In quarantaine wil hij of zij alles weten over de net aangeschafte fiets. De buitenaardse verrichtingen van Mathieu van der Poel en Annemiek van Vleuten zorgen voor een ongebreideld enthousiasme. Niche is hierbij het toverwoord. De lezer kan zich in een fietsblad verdrinken in een afgebakend stuk van de boze buitenwereld. Vrij naar Kees van Kooten: afdromen in het fietswalhalla.”

"Over niche gesproken: het zijn niet alleen de fietsbladen die in coronatijd ongekend populair zijn”, gaat Muller verder. “Ook bladen over kralen rijgen, hardlopen, papier vouwen, en breien zijn niet aan te slepen. Het zijn de gespecialiseerde tijdschriften waar de Nederlander behoefte aan heeft. Mainstream nieuws is wel te vinden op tv en internet.”

‘Wielrennen bij uitstek sport van verhalen’

Ook sportmarketeer Bob van Oosterhout ziet de explosie van papieren wielermagazines. “Het is een hele interessante vraag waar dit opeens vandaan komt. Ik denk dat het te maken heeft met het karakter van de wielersport waarbij heroïek en heroïsche verhalen en prachtige fotografie vaak bij elkaar komen. Dus ik denk dat wielrennen bij uitstek de sport is van de mooie verhalen. En de fans vinden het ook heel leuk om te lezen, om daar prachtige foto’s bij te zien. Daarom ook zal in die doelgroep print nooit volledig uitsterven zoals het op andere plaatsen wel gebeurt.”

Opmerkelijk was ook een column op MarketingTribune waarin expert Bente Schreurs vaststelde: “In een wereld waarin iedereen online content maakt, weten consumenten soms niet meer wat ze moeten geloven. Printuitgaves stralen een zekere autoriteit uit. We wéten dat er werk in een printuitgave is gestopt. Ze worden niet zomaar op een zolderkamertje gemaakt. Makers nemen doorgaans de tijd informatie te factchecken, te redigeren en ervoor te zorgen dat alles tiptop in orde is.

Lang leve print!

Headerfoto: Rini Kools / Shutterstock.com