Maar liefst 3,3 miljoen Nederlanders doen minstens een keer per jaar aan fitness. Ruim 2,2 miljoen mensen beoefenen hun sport bij een fitnesscentrum. De Nederlandse fitnessbranche was in 2015 goed voor een omzet van 0,7 miljard euro, zo blijkt uit een eerste onderzoek van het CBS naar deze bedrijfstak. Fitness is nog altijd de populairste sport in Nederland, maar de toekomst is niet per se rooskleurig.
Fitness maakte vooral in de jaren ’90 en aan het begin van dit decennium een enorme groei door. Daarna stond de fitnesswereld een aantal jaar stil, maar het lijkt zich nu verder te ontwikkelen. In de fitnessbranche werkten in 2015 26 duizend personen die samen goed waren voor 10 duizendvoltijdsbanen (fte), stelt het CBS in haar onderzoek.
Drie kwart van de Nederlandse fitnessbedrijven heeft minder dan vijf personen in dienst. Bij slechts 1 procent van de bedrijven zijn meer dan vijftig personen werkzaam.
Ook de verschillen tussen aanbod van verschillende fitnesscentra zijn groot. Van luxe leisurecenters tot traditionele krachthonken en bijzondere concepten waar bijvoorbeeld 24 uur per dag en 7 dagen in de week kan worden gesport. Kleinere bedrijven investeren meer in begeleiding. De bedrijven van 3 tot 50 werkzame personen besteedden ruim 40 procent van hun uitgaven aan personeel, de kleinste en grootste bedrijven minder dan 33 procent.
Uit het onderzoek blijkt ook dat fitnesscentra steeds vaker allerlei andere activiteiten aanbieden. Bij bedrijven tussen 10 en 50 werkzame personen bood ruim 90 procent van de vestigingen aanvullende voorzieningen zoals horeca, wellness of kinderopvang. Ook een winkel met kleding of een squashbaan zijn voorbeelden van veelvoorkomende aanvullende activiteiten.
Het aanbieden van extra activiteiten is ook terug te zien in de abonnementsprijzen. Bij bedrijven met meer dan 50 werkzame personen bedroeg in 2015 de gemiddelde prijs van het duurste maandabonnement 42 euro per maand, tegen 63 euro bij bedrijven met 10 tot 50 werkzame personen.
Afhankelijk van abonnees
Voor de hele branche geldt dat 90 procent van de omzet uit abonnementsgelden wordt gehaald. Dit geeft aan dat fitnesscentra enorm afhankelijk zijn van het aantal abonnees en dat kan op termijn een gevaar zijn. Door de opkomst van technologie hebben consumenten namelijk steeds meer mogelijkheden gekregen. Denk aan het maken van je eigen persoonlijke trainingsplan, het bijhouden van een voedingsschema, via apps je hardloop- of fietsroutes tracken etc. Fitnesscentra moeten zich daarom op bepaalde manieren onderscheiden om ervoor te zorgen dat consumenten blijven komen. Dat doen ze enerzijds door een abonnement zo goedkoop mogelijk te maken en anderzijds door allerlei aanvullende activiteiten aan te bieden.
Bedrijven als Peloton en de opkomst van virtual en augmented reality zorgen ervoor dat het minder belangrijk wordt waar je sport en belangrijker met wie je sport. Wil de fitnessbranche de omzet op peil houden, dan zullen zij met slimme connecties iedereen aan elkaar moeten verbinden en hen in een flow van content, gaming of community meenemen.
ZIE OOK: Verbinden is het nieuwe sleutelwoord in de fitnessbranche
Headerfoto: Shutterstock.com
