Paralympische sport gedijt, ook in Rio

Na de vorige editie van de Paralympische Spelen heb ik mij nogal optimistisch uitgelaten over de kansen van de sport. Het kwam mij toen voor alsof de sport door een perceptiebarrière heen was gebroken. Van familiesport naar topsport. Met als bewijs daarvoor de volle tribunes in Londen. Zijn deze positieve vermoedens van mij uitgekomen met de Paralympische Spelen van Rio 2016? Tijd om weer de balans op te maken.

Het goede nieuws is dat de aandacht voor de Paralympische Spelen is gebleven. Zowel vanuit de media als vanuit de toeschouwers. Dat was geen gelopen koers gegeven de financiële strubbelingen van de organiserende stad en de magere tribunebezetting bij de Olympische Spelen.

Maar zie: de Brazilianen hadden er nog geen genoeg van en trokken naar de stadions, aangetrokken door betaalbare entreeprijzen.

De Nederlandse media waren er ook weer op volle sterkte. Ik sprak John Volkers daags voor het begin van de Paralympische Spelen en hij was bijkans lyrisch over de jonge Nederlandse talenten die zouden kunnen doorbreken. Nu heeft John Volkers veel kennis van zaken en is hij goed op de hoogte, maar het kwam mij voor alsof hier een echt topsportevenement werd gehouden. Met kanshebbers, outsiders en uitdagers. Van Esther Vergeer (in Londen nog kampioen, nu assistent chef de mission) begreep ik dat de persaandacht vergelijkbaar was met die in Londen. Dat is mooi, want Rio is wel wat verder weg.

Mij viel op dat de tv-interviews met de atleten meer gingen over de achtergronden van de atleten dan over hun prestaties. Maar dat is verklaarbaar omdat de kijkers de meeste atleten niet kennen en vol met vragen zullen zitten over hoe de paralympiërs nu eigenlijk aan topsport kunnen doen.

Esther Vergeer heeft als boegbeeld een waardig opvolgster: Marlou van Rhijn. Ook spontaan, innemend en goed presterend. Er werd overigens door de gehele ploeg ook nog eens vanaf het begin af aan goed gepresteerd. De Nederlandse Paralympische Ploeg bewees de aandacht te kunnen dragen.

Vooral maatschappelijke sponsoring

Een doorbraak op het gebied van sponsoring of sportmarketing is er niet van gekomen sinds 2012. Anders dan ik toen vermoedde of hoopte heeft het zuivere imago van de sport geen sponsors aangetrokken die daar werk van willen maken. Of voor hun eigen merk of voor het vermarkten van de sport.

Wat wel een trend is: sportsponsors die de paralympische sport adopteren. Dat zie je internationaal. Veel IOC sponsors zijn ook partners van het IPC. En in Nederland heeft dat via het succesvolle 1% Fair Share concept vorm gekregen. Een ontwikkeling die werkt, geld in het laatje brengt en zorgt dat de paralympische sport georganiseerd kan worden.

Voor de enkele merken die iets durven is het nog steeds mogelijk zich te verbinden met de paralympische sport. Het 'first-sponsor-advantage' ligt voor durfals nog steeds voor het oprapen.

ZIE OOK: Paralympische verleiding, de mooiste reclamecampagnes in Rio

Opmars begon in Beijing

Ik heb een staatje gemaakt van een viertal kengetallen van de Paralympische Spelen sinds 2004. Daaruit blijkt dat Beijing 2008 de grote sprong voorwaarts was. Wat betreft sporters en deelnemende landen is dat niveau verder toegenomen in Londen en Rio.

Wat betreft toeschouwers was China een hoogtepunt. Er is enige teruggang daarna maar het is nog altijd veel beter dan Athene in 2004.

Het aantal tv-kijkers wereldwijd voor Rio is helaas nog niet bekend. Maar als dat in de buurt komt van Londen en Beijing dan is de enige terechte conclusie dat Paralympische sport zich stabiel ontwikkelt en een blijvertje is.

Bron: International Paralympic Committee

Lees de terugblik van Erik Ruts op de Paralympische Spelen van 2012


Headerfoto: Flickr (CC) PIVISO