Sport en mensenrechten: IOC vs FIFA

De geschiedenis leert dat mensenrechten voer zijn voor debat bij de toewijzing van de belangrijkste mondiale sportevenementen, het WK voetbal en de Olympische Spelen. Behoort de discussie rondom de Winterspelen in Sotsji nog tot het recente verleden, de volgende mensenrechtenkwestie diende zich onderwijl alweer aan: het WK 2022 in Qatar. Staan er mensenrechten op het spel, dan echoot de roep om een boycot tegen het argument dat het sportevenement de mensenrechtensituatie juist onder de aandacht zal brengen. De geschiedenis leert ook dat het betreffende toernooi vrijwel altijd doorgang vindt (de Wereldoorlogen daargelaten) en slechts zeer zelden wordt geboycot.

IOC neemt (meer) verantwoordelijkheid

Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) lijkt inmiddels lessen te trekken uit het verleden. Eind 2014 kondigde het IOC een nieuw Host City Contract waarin de organiserende stad voor het eerst verplicht wordt om actief maatregelen te treffen om het (internationaal) recht te respecteren en mensenrechten te beschermen:

‘to take all necessary measures to ensure that development projects necessary for the organization of the Games comply with local, regional, and national legislation, and international agreements and protocols, applicable in the host country with regard to planning, construction, protection of the environment, health, safety, and labour laws.’

‘Een positieve stap om een serie van serieuze rechtenschendingen gelinkt aan de Olympische Spelen te bestrijden,’ aldus Human Rights Watch dat tegelijkertijd kritisch blijft: alles hangt af van de uitvoering van het contract (zie ook de kritiek op het nieuwe Host City Contract). Tegelijkertijd drukte Human Rights Watch andere internationale sportfederaties, waaronder FIFA, op het hart om onmiddellijk het voorbeeld van het IOC te volgen. Zover is het helaas nog niet.

Opwaaiend woestijnstof

De perikelen rondom de toewijzing van het WK 2022 aan Qatar laten zien dat FIFA zich nog niet veel bekommert om de mensenrechtensituatie in het aangewezen gastland. Waar ook het eerstvolgende WK in Rusland met argusogen wordt gevolgd, blijkt de toewijzing van het WK 2022 aan Qatar een bron van voortdurend opwaaiend (woestijn)stof. Was er al de commotie rondom het Garcia-rapport over vermeende corruptieschandalen (waarom houdt FIFA dit rapport nog altijd onder de pet?), de wolk van berichten over de schending van mensenrechten bij de bouw van stadions en aanleg van infrastructuur in Qatar legt een donkere schaduw over het WK in de oliestaat.

Het overgrote deel van de bouwwerkzaamheden in Qatar wordt volgens de VN uitgevoerd door migranten uit onder meer Nepal, Sri Lanka en India. Gastarbeiders in Arabische landen werken onder Kafala en hebben onder dat systeem nauwelijks rechten. In 2013 concludeerde Amnesty International dat de arbeidsmigranten die Qatar WK-proof moeten maken soms gevaarlijk veel uren maken, in smerige omstandigheden leven en bovendien ook nog eens on- of onderbetaald blijven. En dan zijn er nog de talloze krantenkoppen over een oplopend dodental onder deze gastarbeiders. ‘Duizenden doden door bouw stadions in Qatar’ (Het Parool), ‘WK in Qatar gaat 4000 levens kosten’ (Trouw), ‘Dodental Qatar 2022 neemt ongelofelijke proporties aan’ (AD). Enzovoorts. Koppen die voor zich spreken, ontkend worden door het organisatiecomité in Qatar, maar telkens opvolging lijken te krijgen. En waar rook is, is vuur.

FIFA: welzijn arbeiders Qatar niet mijn zorg

FIFA bracht het WK naar Qatar. Reden genoeg voor FIFA om zich in het debat rondom de mensenrechten aldaar te mengen. Maar in december 2014 sprak FIFA-preses Blatter klare taal: FIFA is niet verantwoordelijk voor het welzijn van de arbeiders in Qatar. Woorden die zelfs tot Kamervragen leidden en wederom het beeld bevestigen dat onder het bewind van Blatter van de wereldvoetbalbond is ontstaan: een organisatie die keer op keer haar handen wast in onschuld. Aangezien voor Blatter een vijfde termijn als voorzitter van FIFA lonkt, lijkt een radicale beleidsverandering binnen de bond niet aanstaande.

Verbetering is toekomstmuziek

Toch kondigde Blatter onlangs aan dat de mensenrechtensituatie bij toekomstige toernooien ‘moeten worden meegewogen’, in feite een erkenning dat dit tot dusver niet gebeurde. Hoopvolle woorden voor de toekomst dus, al geeft de timing ervan vlak voor de presidentsverkiezingen van FIFA te denken. Bovendien: meewegen is niet genoeg, zoals ook de KNVB vindt, die er terecht voor pleit dat de mensenrechtensituatie expliciet onderdeel uit moet maken van de bidprocedure.

Qatar: hoe nu verder?

Voorlopig blijft het WK 2022 als beton op de maag liggen bij de nationale voetbalbonden. In juli 2014 trok de KNVB nog de harde conclusie dat FIFA een ander land het WK 2022 moet laten organiseren als de berichtgeving over corruptie juist is. De mensenrechtensituatie in Qatar lijkt echter nog meer reden te geven om het WK 2022 te verplaatsen. Mocht het Michael van Praag tegen alle verwachtingen in lukken om Blatter van het pluche te stoten, dan kan hij op dag één laten zien wat de ‘nieuwe’ wereldvoetbalbond inhoudt: haal het WK weg uit Qatar en zorg dat er nooit meer doden hoeven te vallen op last van de belangrijkste bijzaak van het leven.

Helaas hoef je geen profeet te zijn om te weten dat Oranje in november 2022 gewoon aan de aftrap zal verschijnen in Qatar en de woestijnstof voor lief zal nemen. Want de geschiedenis zal zich herhalen. Zo wordt 2022 het jaar van de kwartfinale rond Pakjesavond en Pieten die oranje kleuren. Is die mensenrechtendiscussie in ieder geval wel voor goed beslecht.

Cruijff zou er een passende uitspraak voor hebben.