Sportherdenking over wielrennen in de Tweede Wereldoorlog

Op 4 mei is de jaarlijkse Sportherdenking bij het Olympisch Stadion over wielrennen in de Tweede Wereldoorlog. Daar is onder meer aandacht voor baanrenner Jan Derksen (1919 – 2011), wiens loopbaan ernstig werd beïnvloed door de oorlogsjaren. Hij was de laatste wereldkampioen vóór de oorlog en de eerste erna.

De loopbaan van baanrenner Jan Derksen wordt in één adem genoemd met Arie van Vliet (1916 – 2001) – in ieder geval tijdens de oorlogsjaren. Hun vriendschappelijke concurrentie lijkt op die van Ard & Keessie, alhoewel de verwantschap tussen de baanrenners volgens Jan Derksen jr. veel verder ging dan de schaatsers. Mijn vader en Arie van Vliet waren veel hechter. Ook na hun sportieve loopbaan bleven ze elkaar opzoeken. Ard en Keessie is meer een mythe. Derksen jr. kan het weten, want als topschaatser in de jaren 70 maakte hij Schenk en Verkerk van dichtbij mee.

De Tweede Wereldoorlog is van grote invloed geweest op de loopbaan van Derksen. Het WK baanrennen van 27 augustus tot 2 september werd gestaakt vanwege het uitbreken hiervan. Zo was er maar één wereldkampioen dat jaar: Jan Derksen bij de amateurs. Arie van Vliet, de grote kanshebber bij de profs, kon de finale niet meer rijden.

Wielerkampioenschappen Amsterdam Olympisch Stadion. Arie van Vliet (rechts) feli…

Na thuiskomst formuleerde Derksen zijn volgende ambitie: Ik wil graag naar de Olympische spelen om Olympisch kampioen te worden. Aanvankelijk zouden die in Tokio plaatsvinden, maar de Japanse regering had de organisatie op 16 juli 1938 teruggegeven aan het IOC vanwege de oorlog met China. Helsinki nam die over, waarna op 23 april 1940 deze Spelen definitief werden afgelast. Nog diezelfde week stapte Derksen over naar het profcircuit, waarmee hij definitief de hoop opgaf een olympische titel te winnen – net als Van Vliet in 1936 in Berlijn.

Niemand toen die wist dat de Olympische Spelen pas in 1948 zouden worden hervat, net zoals niemand wist dat de oorlog nog vijf jaar zou duren. Derksen en Van Vliet reden in het eerste oorlogsjaar vooral in eigen land – Amsterdam, Assendelft en op de hometrainer in een Haags theater – maar het jaar erop werd de blik naar het buitenland gericht.

Was het tweetal geheel op ons eigen land aangewezen, schreef het Rotterdamsch Dagblad op 15 februari 1941, dan zag de toekomst er niet bijster rooskleurig uit. Het is hier met de wielerbanen maar droevig gesteld. En dus werd contact gezocht met wielerbanen in Duitsland, Italië, België en Frankrijk. Duitschland betaalt heel goed. Het staat reeds vast, dat Derksen op 23 Febr. in de Deutschlandhalle te Berlijn een sprintwedstrijd rijdt. In Antwerpen daarentegen was geen cent te verdienen: Als hij daar van zijn gage de onkosten aftrekt, zal het bitter weinig zijn wat hij overhoudt.

Aan alle wedstrijden en reizen kwam voor Derksen in november 1943 een eind door blindedarmontsteking, die zich in twee delen aandiende. Na een eerste herstel in februari 1944 ging het een kleine maand later opnieuw mis. Mijn vader lag een maand in coma, maar herstelde toch”, aldus Derksen jr.

Zo konden Derksen en Van Vliet op 27 juni 1945 meedoen aan het eerste grote naoorlogse sportfeest in het Olympisch Stadion, georganiseerd door Douwe Wagenaar van de Volewijckers en broer van verzetsleider Gerben. Dat wij daartoe in staat zijn, zei hij bij aanvang, is mede te danken aan de onvermoeide strijd, die, zowel hier te lande als in het buitenland, door onze gevallen sportmakkers is gestreden. Zij zullen in ons allen moeten voortleven, overladen met de roem van het Nederlandse volk.

In 1946 werd Derksen opnieuw wereldkampioen, waarmee hij dus de laatste voor de oorlog was én de eerste erna. En ook in 1957 pakte hij die titel, om in 1963 afscheid te nemen als actieve sporter. Een jaar later werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Arie van Vliet was in 1956 al koninklijk onderscheiden.

De Sportherdenking in het Olympisch Stadion is vrij toegankelijk. Om 11 uur start een bijeenkomst over de wielrensport tijdens de Tweede Wereldoorlog, gepresenteerd door Frits Barend en Jurryt van de Vooren. Om 12.30 uur begint de herdenking zelf op het plein voor het Olympisch Stadion. Meer informatie staat op de site van het Olympisch Stadion.