Ik maak mij zorgen. Het schaatsseizoen is in volle gang en de eerste World Cup is al achter de rug. Maar er is nog steeds geen commissie gevormd die een voorstel gaat indienen voor een duurzame toekomst van de schaatssport. Hoe lang moet het nog duren?
In mijn vorige column op SportNEXT schreef ik dat er ondanks het akkoord tussen de convenantgroep en de KNSB nog wel degelijk iets moet veranderen in de schaatswereld. De opdracht van de Ledenraad van de KNSB is om een commissie te vormen die gaat nadenken over een duurzame toekomst voor de schaatssport. Maar het schaatsseizoen is inmiddels onderweg en die commissie is er nog steeds niet.
Waarom komt de Raad van Toezicht van de schaatsbond niet met een oplossing? Voordat we erg in hebben, is het seizoen alweer halverwege. Zoals ik de vorige keer schreef, moeten we nu doorpakken. Er spelen veel belangen binnen de RvT en er zijn onderlinge verschillen. Die verschillen moeten aan de kant geschoven worden. Wanneer gaat de RvT in gesprek met alle stakeholders om samen tot deze commissie te komen? Het heeft er alle schijn van dat we weer in het oude stramien belanden en de schijn tegen hebben.
De convenantgroep wil door. Met z’n zevenen willen wij maar al te graag zitting nemen in de commissie. Sterker nog, de convenantgroep dient conform de opdracht van de Ledenraad in de commissie zitting te nemen. De commissie kan aangevuld worden met mensen van buiten het schaatsen die op bepaalde punten veel expertise hebben. Wij hebben als convenantgroep momenteel geen formele status met mandaat. Wel als wij in de commissie komen. Daarom is het van belang dat de convenantgroep de basis van de commissie gaat vormen. Wij willen voortvarend aan de slag gaan.
Misschien hoeft het overleg over een duurzame toekomst voor de schaatssport helemaal niet lang te duren. We kunnen er snel klaar mee zijn als bijvoorbeeld de aanbevelingen uit het rapport Schenk erg goed blijken te zijn. Dat rapport ligt nog ergens in een la.
Dienende KNSB
"Ik vraag mij telkens af wat een bond moet met drie directeuren"
Ik heb al eerder aangegeven dat één van onze speerpunten is dat wij een dienende KNSB willen. Neem bijvoorbeeld de licentie-eisen die aan de teams worden gesteld. De KNSB wil daar enkele bepalingen in hebben. Ze dragen onder andere een aantal zaken op aan de teams. Maar wij willen geen bepalende KNSB. Dat mag en kan niet. Wij willen dat de teams erkend worden als 100 procent werkgevers. Pas dan kunnen we onze eigen keuzes maken. We zijn met z’n allen de KNSB en het is duidelijk dat er veranderingen doorgevoerd moeten worden. Als dat overigens betekent dat er ontslagen moeten vallen, dan is dat helaas maar zo. Ik vraag mij telkens af wat een bond moet met drie directeuren.
Een goed voorbeeld dat duidelijk maakt dat de teams prima zelfstandig te werk kunnen gaan zonder bemoeienis van de KNSB, is het gesprek dat plaatsgevonden heeft met het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO). Met deze partij zijn vervolgens separate afspraken gemaakt. Dit toont aan dat, hoewel de KNSB hier graag de hand in had gehad, zij niet noodzakelijk zijn in dergelijke processen.
Hoewel ik mij zorgen maak, blijf ik hoopvol dat we binnenkort aan de slag kunnen. Het is immers al 5 óver 12 en dit seizoen is organisatorisch en financieel technisch al voorbij.
Headerfoto: Team Clafis