Wanneer mag NOC*NSF een Olympiër naar huis sturen?

Yuri van Gelder heeft Rio 2016 op last van NOC*NSF moeten verlaten, naar verluidt omdat hij gisteravond het Olympisch dorp verliet om een nachtje door te halen. Vooropgesteld zij dat het fijne van deze kwestie nog niet boven water is en het dus veel te vroeg is voor een oordeel over de gerechtvaardigdheid van het besluit van NOC*NSF. Maar wanneer heeft NOC*NSF in algemene zin eigenlijk het recht om een Olympisch atleet naar huis te sturen?

Overeenkomst

Tussen de Olympische topsporter en NOC*NSF geldt een ‘Overeenkomst Olympische Spelen Rio 2016’ die in belangrijke mate de rechten en plichten invult van de topsporter en NOC*NSF in het kader van Rio 2016. De overeenkomst bevat een compleet hoofdstuk over ‘Regels voor de Topsporter’. Daarin zijn regels opgenomen over onder meer normen en limieten, doping, medische zaken, portretrecht, beschikbaarheid voor (team)bijeenkomsten, het gebruik van sportuitrusting en verzekeringen. In het geval van Yuri van Gelder zal het echter gaan over artikel 6 van de overeenkomst dat gaat over ‘Diverse inspanningen, gedragingen en verplichtingen’. Daarin is onder meer het volgende opgenomen:

De Topsporter gedraagt zich op een zodanige wijze als van een goed lid van TeamNL (Rio 2016) verwacht mag worden, zowel tijdens de sportbeoefening als daarbuiten en neemt daarbij onder meer maar niet uitsluitend het gestelde in de IOC Code of Ethics in acht.

Deze algemene norm is in de overeenkomst niet nader gespecificeerd en laat veel ruimte voor een beoordeling per geval. Enerzijds is daar veel voor te zeggen omdat op die manier maatwerk geleverd kan worden, anderzijds moet gewaakt worden voor een arbitraire toepassing van deze norm.

Sancties niet-naleving

Niet-naleving van de overeenkomst kan, zoals het geval Yuri van Gelder aantoont, voor de topsporter ernstige gevolgen hebben. Artikel 20 van de overeenkomst bepaalt dat NOC*NSF bij niet-naleving door de topsporter “van een of meer van in deze overeenkomst opgenomen verplichtingen” de topsporter kan uitsluiten van deelname aan de Olympische spelen of de topsporter (het recht op) de medaillebonus kan ontnemen. NOC*NSF lijkt op grond van de overeenkomst een discretionaire bevoegdheid te hebben tot het opleggen van een maatregel indien de topsporter de overeenkomst niet naleeft. Ook ten aanzien van de keuze van de maatregel lijkt NOC*NSF veel vrijheid te hebben.

NOC*NSF bepaalt dus in principe zelf of een maatregel en welke maatregel gepast is als een topsporter zich niet aan de overeengekomen regels houdt. Strikte lezing van de overeenkomst zou zelfs betekenen dat ook een lichte overtreding van de regels aanleiding kan zijn voor NOC*NSF om een sporter uit te sluiten van deelname aan de Olympische Spelen en naar huis te sturen. Maar NOC*NSF zal zich – net als iedere sportbond – bij het opleggen van sancties moeten houden aan het proportionaliteitsbeginsel: de maatregel moet in verhouding staan tot de ernst van de overtreding.

Overigens geldt bij schending van de regels die zien op de Olympische symbolen en terminologie, marketing, media en publiciteit dat  NOC*NSF hooguit een fikse boete kan opleggen.

Hoor en wederhoor

NOC*NSF kan verder niet eerder tot het opleggen van een maatregel overgaan dan nadat de topsporter zelf zijn zegje heeft kunnen doen over de gestelde schending van de overeenkomst. Dat houdt in dat Yuri van Gelder eerst door NOC*NSF gehoord moet zijn voordat NOC*NSF het besluit nam hem uit te sluiten van verdere deelname aan de Spelen.