Betaald voetbal wil geen totaalverbod op sponsoring door online kansspelaanbieders

De KNVB, Eredivisie, Keuken Kampioen Divisie en FBO (Federatie van Betaald Voetbal Organisaties) kunnen zich niet vinden in het besluit om sportsponsoring door online kansspelaanbieders per 1 januari 2025 volledig te verbieden. Een andere regelgeving en alternatieven om de risico’s van het online gokken te beperken, in plaats van een totaalverbod, bieden volgens de sector juist (commerciële) kansen.

Op 1 oktober 2021 was de legalisering van de online kansspelmarkt een feit. Sindsdien maken aanbieders reclame om hun marktaandeel te veroveren. Deze nieuwe mogelijkheid voor sportsponsoring bood de volledige sportsector commerciële kansen, welke met beide handen werden aangegrepen na de financiële schade uit de coronaperiode. Zo ging TOTO met Feyenoord, PSV en nog acht andere Eredivisieclubs een samenwerking aan, werd het bedrijf naamgever van het allereerste commerciële dartsteam waar onder anderen Raymond van Barneveld en Michael van Gerwen deel van uitmaken en is TOTO nu hoofdsponsor van de TOTO Dutch Open Darts. BetCity heeft in het voetbal partnerships met Vitesse, FC Volendam, Fortuna Sittard en FC Eindhoven afgesloten en ging samenwerken met de FIH (Internationale Hockey Federatie). UniBet sloot deals met Ajax, De Graafschap en Telstar en werd sponsor van het Nederlandse amateurvoetbal.

Het is slechts een greep uit de deals die na de legalisering als paddenstoelen uit de grond kwamen geschoten. Toch zouden de afspraken die met verschillende legale kansspelaanbieders zijn gemaakt, in de komende tijd weer afgebouwd moeten worden nu het kabinet heeft besloten om de sponsoring door online kansspelaanbieders gefaseerd weer te gaan verbieden. Door dit besluit loopt de voetbalsector straks inkomsten mis van naar schatting veertig tot zeventig miljoen euro per jaar.

Onderscheid tussen risicovol en risicoarm

De KNVB, Eredivisie, Keuken Kampioen Divisie en FBO vinden dat het onderscheid tussen risicovolle en risicoarme kansspelen onvoldoende is omschreven in het besluit. De betaald voetbalsector zegt de risico’s rondom online kansspelen zeer serieus te nemen, wil zelf verdergaande regels opstellen en gaat zich meer toeleggen op voorlichting. De legalisering zou juist kansen bieden om de acht miljoen Nederlandse voetballiefhebbers te bereiken en te informeren over hoe zij op een verantwoorde manier met het bestaande gokaanbod om kunnen gaan. Naar aanleiding van totaalverbod heeft de voetbalsector nu zelf een plan opgesteld, met als hoofdlijnen:

1. Maatschappelijk voorbeeld
Voetballers en coaches verschijnen niet in gokreclames. Dergelijke ‘rolmodellen’ worden wel ingezet om supporters te wijzen op gevaren en risico’s van kansspelen. Clubs nemen in hun contract met kansspelaanbieders onder meer op dat uitingen geen morele of materiële schade mogen berokkenen en dat de kansspelaanbieders extra maatregelen treffen om jongvolwassenen (18 – 24 jaar) te beschermen.

2. Voorlichting

BVO’s (Betaald Voetbalorganisaties) intensiveren het anti-matchfixingbeleid en komen met een grote publiekscampagne over de gevaren van kansspelen. In samenwerking met verslavingsexperts worden supporters via verschillende kanalen voorgelicht over de gevaren van kansspelverslaving.

3. Zelfregulering

De voetbalsector neemt in de reglementen doelgerichte maatregelen op, als tegenhanger van een totaalverbod. Deze worden dan gefaseerd ingevoerd en betreffen shirtsponsoring, boarding en naamgeving door partners. Zo mag een online kansspelaanbieder uiteindelijk wel hoofdsponsor zijn, maar moet het bedrijf de plaats op een shirt afstaan aan een maatschappelijke organisatie. Ook mogen jeugd(teams) niet in aanraking komen met gokuitingen, zullen wervende acties in de stadions niet zijn toegestaan en worden vermeldingen op de boarding afgebouwd. Hierbij moeten dan de voetbalseizoenen worden aangehouden in plaats van kalenderjaren, zoals in het wetsvoorstel staat. Halve seizoenen lenen zich namelijk niet voor seizoensgebonden sponsoruitingen en voor nieuwe sponsorcontracten die nodig zijn om de weggevallen inkomsten te compenseren.